Aanwezig

Myrthe Van Roey, voorzitter

Alain Yzermans, burgemeester

Hanne Kellens, Lieve Wouters, Muhammet Oktay, Marc Vandenbussche, Mustafa Aytar, Myriam Bellio, Katrien Timmers, schepenen

Eefje Van Wortswinkel, Göksal Kanli, Bert Cuppens, Carine Achten, Jef Verpoorten, Maarten Houben, Michiel Lenssen, Liesbeth Maris, Mathijs Knevels, Yeter Demirci, Marc Coenen, Ben Olech, Jill Claes, Gunther Maex, Monique Verstraeten, Mia 's Hertogen, Kenan Akyil, Özlem Demirci, Silvio Bellavia, raadsleden

Wim Haest, algemeen directeur

 

Verontschuldigd:

Luciana Costa, Silke Hillen, Filip Gielen, raadsleden

 

 

Openbare zitting

 

Het reglement op de inventarisatie van verwaarloosde gebouwen en woningen en de gemeentelijke belasting op verwaarloosde gebouwen en woningen in Houthalen-Helchteren aanslagjaar 2026 tot en met 2031 - Goedkeuring.

 

Wetgeving

        de Grondwet, meer bepaald artikel 170, § 4

        het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3 en 41,14° inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingreglementen te wijzigen, vast te stellen en goed te keuren

        het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287, 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van het belastingreglement

        het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de belastingreglementen

        het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones

        de omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

        de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019

        het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019

        het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd

        de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

        het besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 2016 houdende subsidiëring van

 intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid;

        de gemeenteraadsbeslissing van 22 september 2016 betreffende de beslissing tot deelname aan de interlokale vereniging Woonfocus en de goedkeuring van het projectplan “Woonfocus”;

        het ministerieel besluit van 15 december 2016 houdende goedkeuring van de subsidie voor het intergemeentelijke samenwerkingsverband “Woonfocus” voor de projectperiode 2017-2019;

        het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018 betreffende het lokaal woonbeleid;

        de gemeenteraadsbeslissing van 27 juni 2019 betreffende de beslissing tot deelname aan de interlokale vereniging “IGSW Woonfocus 2.0” en de goedkeuring van het projectplan “IGS Woonfocus 2.0” voor de projectperiode 2020-2025;

        het gemeenteraadsbesluit van 22 september 2025 tot goedkeuring van het subsidiedossier voor het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Woonfocus 2.0’ voor de projectperiode 2026-2031, waarbij Stebo vzw opgenomen werd als projectuitvoerder. Overwegende in afwachting van de goedkeuring van de minister over de toekenning van subsidies volgens het BVR van 14/3/2025.

        het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2019 betreffende het reglement op de inventarisatie van verwaarloosde gebouwen en woningen en de gemeentelijke belasting op verwaarloosde gebouwen en woningen in Houthalen-Helchteren, aanslagjaar 2020 tot en met 2025

 

Feiten en context

Overwegende dat het reglement op de inventarisatie van verwaarloosde gebouwen en woningen en de gemeentelijke belasting op verwaarloosde gebouwen en woningen in Houthalen-Helchteren, aanslagjaar 2020 tot en met 2025, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019, vervalt op 31 december 2025;

 

Overwegende dat de gemeente het reglement op de inventarisatie van verwaarloosde gebouwen en woningen en de gemeentelijke belasting op verwaarloosde gebouwen en woningen wenst te hernieuwen en integraal te vervangen door dit reglement op de inventarisatie van verwaarloosde gebouwen en woningen en de gemeentelijke belasting op verwaarloosde gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031;

 

Overwegende dat het voorgaande reglement werd geëvalueerd en bijgesteld om het zo correct mogelijk te kunnen toepassen;

 

Overwegende dat het budgettair noodzakelijk is belastingen te heffen die toelaten de uitgaven van gemeenten in het algemeen te financieren, en aldus de continuïteit van de werking van de gemeentediensten en de dienstverlening – ook op lange termijn – te kunnen handhaven. Belastingen vormen immers een belangrijke bron van inkomsten voor gemeenten, waardoor deze één van de pijlers vormen van de gemeentelijke autonomie;

 

Overwegende dat Vlaamse Codex Wonen van 2021 de gemeente aanstelt als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid;

 

Overwegende dat verwaarlozing de voorbode is van verkrotting: een toestand waarin woningen en gebouwen waardeloos zijn of zelfs gevaarlijk, wat niet enkel voor de eigenaar, maar ook voor de gemeente een verarming betekent;

 

Overwegende dat verwaarloosde woningen en gebouwen makkelijker het mikpunt vormen van vandalisme en vervuiling, omdat een goed waarvoor geen zorg gedragen wordt, weinig respect wekt bij passanten en buurtbewoners;

 

Overwegende dat verwaarlozing een gevoel van onveiligheid creëert, wat een hogere inzet van politie- en veiligheidsdiensten vraagt;

 

Overwegende dat verwaarloosde woningen of gebouwen het minder aantrekkelijk maken voor andere eigenaars in de straat of in de buurt om hun woning te renoveren of te verbeteren;

 

Overwegende dat verwaarloosde gevels in het straatbeeld de inspanningen van de gemeente om het openbaar domein opnieuw aan te leggen of net te houden grotendeels tenietdoen;

 

Overwegende dat verwaarloosde woningen en gebouwen minder of niet bruikbaar zijn voor hun functie, waardoor ze ruimte in beslag nemen zonder die optimaal te benutten, terwijl de ecologische en maatschappelijke druk om ruimte zuinig en zorgvuldig te gebruiken steeds toeneemt;

 

Overwegende dat het wenselijk is dat het woningen- en gebouwenbestand dat op het grondgebied van de gemeente beschikbaar is niet alleen gebruikt wordt, maar ook in goede staat blijft, omdat verwaarlozing leidt tot verloedering, wat extra taken meebrengt voor de gemeente;

 

Overwegende dat gemeenten op basis van Vlaamse Codex Wonen van 2021, in het bijzonder artikel 2.15 tot en met 2.20, een register van verwaarloosde woningen en gebouwen kunnen bijhouden;

 

Overwegende dat gemeenten een reglement kunnen aannemen om nadere materiële en procedurele regelen voor het verwaarlozingsregister te bepalen;

 

Overwegende dat de strijd tegen de verwaarloosde woningen en gebouwen maar een effect zal hebben als de opname in een verwaarlozingsregister ook leidt tot een belasting;

 

Overwegende de vrijstellingen van belasting die in dit reglement zijn opgenomen, omdat die het best aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

 

Besluit de gemeenteraad met

25 stemmen voor:

Myrthe Van Roey (N-VA - BUUR), Alain Yzermans (Hoppah), Hanne Kellens (Hoppah), Lieve Wouters (N-VA - BUUR), Muhammet Oktay (Hoppah), Marc Vandenbussche (N-VA - BUUR), Mustafa Aytar (Hoppah), Myriam Bellio (Hoppah), Katrien Timmers (N-VA - BUUR), Eefje Van Wortswinkel (N-VA - BUUR), Göksal Kanli (Hoppah), Bert Cuppens (Hoppah), Jef Verpoorten (Hoppah), Maarten Houben (N-VA - BUUR), Michiel Lenssen (N-VA - BUUR), Liesbeth Maris (Hoppah), Mathijs Knevels (Hoppah), Yeter Demirci (Hoppah), Ben Olech (N-VA - BUUR), Jill Claes (N-VA - BUUR), Gunther Maex (N-VA - BUUR), Monique Verstraeten (N-VA - BUUR), Mia 's Hertogen (Hoppah), Kenan Akyil (Hoppah) en Özlem Demirci (Hoppah);

0 stemmen tegen:

3 onthoudingen:

Carine Achten (Vlaams Belang), Marc Coenen (Vlaams Belang) en Silvio Bellavia (Vlaams Belang).

Artikel 1

Het reglement op de inventarisatie van verwaarloosde gebouwen en woningen en de gemeentelijke belasting op verwaarlozing van gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 als volgt vast te stellen:
Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

 administratie: de administratieve eenheid van de gemeente en/of het intergemeentelijk samenwerkingsverband, belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

 

 beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

        een aangetekend schrijven,

        een afgifte tegen ontvangstbewijs;

 

 gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, zoals vermeld artikel 1.3, §1, 14° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

 

 houder van het zakelijk recht: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

        de volle eigendom,

        het recht van opstal of van erfpacht,

        het vruchtgebruik;

 

 opnamedatum: de datum waarop de woning of het gebouw opgenomen wordt in het verwaarlozingsregister;

 

 verjaardag: het ogenblik waarop een nieuwe periode van twaalf maanden verstreken is sinds de opnamedatum, zolang de woning of het gebouw niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt;

 

 verwaarlozingsregister: het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, vermeld in artikel 2 van dit reglement;

 

 woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, zoals vermeld in artikel 1.3, §1, 66° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Hoofdstuk 1: Registratie

 

Artikel 2: Verwaarlozingsregister

§1. De administratie houdt een register bij van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§2. In het verwaarlozingsregister worden de volgende gegevens opgenomen:

 het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw,

 de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw,

 de identiteit en het adres van alle houders van het zakelijk recht,

 het nummer en de datum van het opnameattest,

 de gebreken en tekenen van verval die aanleiding geven tot de opname.

 

Artikel 3: Registratie van verwaarlozing

§1. Het college van burgemeester en schepenen stelt de personeelsleden of de door het beslissingsorgaan van het intergemeentelijk samenwerkingsverband aan voor de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen. De onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden worden omschreven in het artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§2. Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten.

Als ernstige zichtbare en storende gebreken en tekenen van verval worden beschouwd de gebreken die verder verval op korte termijn in de hand werken. Dit geldt in het bijzonder wanneer bij hoofd- en/of bijgebouw(en):

 de water- of winddichtheid is aangetast en/of

 de stabiliteit is aangetast en/of

 onderdelen die losgekomen zijn of dreigen los te komen en/of

 voorgaande gebreken met voorlopige of ontoereikende maatregelen werden verholpen.

 

§3. Een verwaarloosde woning of gebouw wordt opgenomen in het verwaarlozingsregister aan de hand van een genummerd opnameattest waaraan minstens één foto wordt toegevoegd. Het opnameattest bevat een beschrijvend verslag met een opsomming van alle gebreken die aanleiding geven tot de opname in het verwaarlozingsregister. Daarbij geldt een gebrek van categorie I voor één punt, van categorie II voor drie punten, en van categorie III voor negen punten. Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 9 punten. De datum van de vaststelling is de datum van het opnameattest en geldt eveneens als opnamedatum in het verwaarlozingsregister.

 

§4. Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.

 

§5. Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijke leegstandsregister, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.

 

Artikel 4: Kennisgeving van de registratie

Alle houders van het zakelijk recht, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister.

 

De kennisgeving bevat:

 het opnameattest met het beschrijvend verslag,

 informatie over de gevolgen van de opname in het verwaarlozingsregister,

 informatie over de beroepsprocedure tegen de opname in het verwaarlozingsregister,

 informatie over het schrappingsverzoek uit het verwaarlozingsregister.

 

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de houder van het zakelijk recht. Is de woonplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop het opnameattest betrekking heeft.

 

Artikel 5: Beroep tegen registratie

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de datum van de beveiligde zending vermeld in artikel 4, kan een houder van het zakelijk recht bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend.

 

Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

 de identiteit en het adres van de indiener,

 de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop het beroepschrift betrekking heeft,

 de bewijsstukken die aantonen dat de opname van de woning of het gebouw in het verwaarlozingsregister ten onrechte is gebeurd. De registratie kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

Als datum van het beroepschrift geldt de datum van de beveiligde zending.

 

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§2. De administratie stuurt aan de indiener van een beroepschrift een ontvangstbevestiging.

 

§3. Het beroepschrift is onontvankelijk als het niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1.

 

§4. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt het college van burgemeester en schepenen dit onverwijld mee aan de indiener. Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

 

§5. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden.

 

§6. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, die ingaat op de dag na de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

§7. Als de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, blijft de woning of het gebouw opgenomen in het verwaarlozingsregister.

 

§8. Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen over het beroep tegen de registratie kan binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van die beslissing een hoger beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg. Indien het college geen uitspraak doet over het beroep, of zijn uitspraak niet betekent binnen de termijn vermeld in §6, is een beroep bij de rechtbank van eerste aanleg mogelijk ten vroegste zes maanden na de datum van ontvangst van het beroep bij de gemeente. Artikelen 1385decies en 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing.

 

Artikel 6: Schrapping uit het verwaarlozingsregister

 

§1. Een woning of een gebouw wordt geschrapt uit het verwaarlozingsregister wanneer de houder van het zakelijk recht bewijst dat de ernstige zichtbare en storende gebreken en tekenen van verval die aanleiding gaven tot de opname in het verwaarlozingsregister en die zijn omschreven in het beschrijvend verslag bij het opnameattest, zoals bepaald in artikel 3, §2 en 3, hersteld zijn of verwijderd. De eigenaar moet bij een hercontrole minder dan 9 strafpunten hebben om te kunnen worden geschrapt van het verwaarlozingsregister. In geval van sloop moet alle puin geruimd zijn.

 

De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden of medewerkers van het intergemeentelijke samenwerkingsverband.

 

§2. Voor de schrapping uit het verwaarlozingsregister richt de houder van het zakelijk recht een ondertekend en gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

 de identiteit en het adres van de indiener,

 de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft,

 de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het verwaarlozingsregister.

 

Als datum van het schrappingsverzoek geldt de datum van de beveiligde zending.

 

Als het verzoek ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het verwaarlozingsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. Als de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het schrappingsverzoek geacht te zijn ingewilligd.

 

Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister. De indieningsdatum van het schrappingsverzoek geldt als datum waarop de woning of het gebouw uit het verwaarlozingsregister wordt geschrapt.

 

Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de houder van het zakelijk recht beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.

 

Hoofdstuk 2: Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Artikel 7: Belastbaar voorwerp en belastingtermijn

 

§1. Er wordt voor de jaren 2026 tot en met 2031 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het verwaarlozingsregister.

 

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het verwaarlozingsregister.

 

Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het verwaarlozingsregister, blijft de belasting verschuldigd bij elke verjaardag van de opname.

 

Artikel 8: Belastingplichtige

 

§1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de opname.

 

§2. In geval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. In geval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

§3.In geval van overdracht van het zakelijk recht, bezorgt de overdrager binnen de maand na het verlijden van de notariële akte aan de administratie de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar(s). Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van het zakelijk recht, in afwijking van §1 als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht verschuldigd wordt, voor zover de gemeente op het moment van het verschuldigd worden van de belasting niet op de hoogte is dat er een overdracht van het zakelijk recht heeft plaatsgevonden.

 

Artikel 9: Tarief van de belasting

 

§1. De belasting bedraagt:

Op de eerste verjaardag van de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen:

        1.500 euro voor een woning;

        1.500 euro voor een gebouw.

 

Op de tweede verjaardag van de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen

        2.000 euro voor een gebouw;

        2.000 euro voor een woning.

 

Op de derde verjaardag van de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen:

        3.000 euro voor een gebouw;

        3.000 euro voor een woning.

 

Op de vierde verjaardag van de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen:

        4.000 euro voor een gebouw;

        4.000 euro voor een woning.

 

Op de vijfde en alle volgende verjaardagen van opname in het gemeentelijke register van verwaarloosde woningen en gebouwen:

        5.000 euro voor een gebouw;

        5.000 euro voor een woning.

 

De belasting is ondeelbaar verschuldigd per opnamejaar.

 

Artikel 10: Vrijstellingen

 

§1. De houder van het zakelijk recht kan een beroep doen op de vrijstellingen vermeld in §3.  Indien hij van een bepaalde vrijstelling gebruik wenst te maken, moet hij zelf de nodige bewijsstukken voorleggen. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending of tegen ontvangstbewijs bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Een vrijstelling wordt telkens voor één aanslagjaar toegekend. Als een belastingplichtige zich volgens die hiernavolgende bepalingen gedurende meerdere jaren op dezelfde vrijstellingsgrond kan beroepen, dient de belastingplichtige jaarlijks een nieuwe vraag tot vrijstelling in te dienen en dat ten laatste voor de verjaardag van de verwaarloosde woning of verwaarloosd gebouw in het gemeentelijk verwaarlozingsregister, tenzij het artikel uitdrukkelijk vermeldt dat de verlenging van de vrijstelling ambtshalve wordt toegekend.

Bij elke aanvraag zal de administratie op dat ogenblik beoordelen of aan de voorwaarden van de vrijstelling is voldaan. De belastingplichtige wordt schriftelijk in kennis gesteld of hij al dan niet recht heeft op de gevraagde vrijstelling. De administratie vermeldt in de kennisgevingsbrief het aanslagjaar waarvoor er vrijstelling verleend wordt.

§3. Van de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen is vrijgesteld:

 

  1. die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, de vrijstelling geldt voor de periode van één jaar dat ingaat vanaf de datum van de notariële akte van verkoop van het gebouw of de woning;

 

  1. Er kan een vrijstelling van heffing worden verleend aan de houder van het zakelijk recht als hij de woning volledig en uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats en niet over een andere woning beschikt. De houder van het zakelijk recht moet hiervoor een verklaring op eer afleggen. De vrijstelling geldt voor een periode van één jaar vanaf de inventarisatiedatum en kan daarna jaarlijks ambtshalve worden verlengd. Deze vrijstelling vervalt als de houder van het zakelijke recht verhuist naar een andere woning, of een andere woning of gebouw aankoopt.

 

  1. die een renovatienota of -schema voorlegt met daarin tekeningen en een opsomming van de werken, waaruit blijkt dat het pand effectief gerenoveerd wordt, en dat voor een periode van één jaar dat ingaat vanaf de goedkeuring van deze renovatienota. De belastingplichtige kan aansluitend een tweede en een derde jaar vrijgesteld worden, als hij aantoont dat in het jaar voorafgaand aan de aanvraag vooruitgang in de renovatiewerken is geboekt. Deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend.;

 

  1. wanneer het gaat over renovatiewerken van de woning of het gebouw waarbij de zakelijk gerechtigde een niet vervallen omgevingsvergunning kan voorleggen. De vrijstelling geldt voor een periode van één jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning. De belastingplichtige kan aansluitend een tweede en een derde jaar ambtshalve vrijgesteld worden. Deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend.;

 

  1. die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of in een zorgwoning, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. De vrijstelling geldt voor de periode van één jaar dat ingaat vanaf de datum van het verblijfsattest of vanaf de inventarisatiedatum indien men al eerder in de instelling verbleef. De belastingplichtige kan aansluitend een tweede en een derde jaar ambtshalve vrijgesteld worden. Een attest van verblijf in de ouderenvoorziening of instelling of een melding van zorgwoning moet worden voorgelegd;

 

  1. van wie de handelingsbekwaamheid wordt beperkt door een gerechtelijke beslissing. De vrijstelling geldt voor een periode van één jaar vanaf de datum van de gerechtelijke beslissing of vanaf de inventarisatiedatum als deze beslissing eerder al was genomen. Deze vrijstelling kan daarna jaarlijks ambtshalve worden verlengd, zolang de handelingsbekwaamheid van nog steeds van toepassing is;

 

  1. van wie het pand binnen de grenzen ligt van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of waarvoor geen omgevingsvergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid. De vrijstelling geldt voor één jaar vanaf de inventarisatiedatum en kan jaarlijks ambtshalve worden verlengd, zolang de situatie ongewijzigd blijft;

 

  1. van wie het pand niet gebruikt kan worden door een betredingsverbod of een verzegeling in het kader van een gerechtelijk onderzoek. De vrijstelling geldt voor een periode van één jaar vanaf de inventarisatiedatum, hierna kan dit jaarlijks ambtshalve verlengd worden mits het voorleggen van nieuwe bewijsstukken;

 

  1. Indien de belastingplichtige 5 of meer woningen en/of gebouwen bezit die hij of zij tegelijk wil slopen, verbouwen of renoveren om economische efficiëntieredenen, voor zover er een planning kan voorgelegd worden en er jaarlijks over wordt gerapporteerd op het gemeentelijk woonoverleg. Indien hij geen deel uitmaakt van het woonoverleg, kan hij voor dit punt jaarlijks uitgenodigd worden. Het woonoverleg formuleert een advies voor het college van burgemeester en schepenen over de vrijstelling voor het betreffende belastingjaar. De geïnventariseerde woning of het geïnventariseerde gebouw maakt deel uit van deze sloop-, verbouw- of renovatieplannen. De vrijstelling geldt voor de periode van één jaar vanaf de inventarisatiedatum, de belastingplichtige kan aansluitend een tweede en een derde jaar vrijgesteld worden;

 

  1. de houder(s) van het zakelijk recht kunnen aantonen dat de verwaarlozing kadert in een beleidsmatig strategisch project. Dit dient gestaafd te worden door middel van een gemotiveerde aanvraag. De bezwaarinstantie beoordeelt de argumenten van de zakelijk gerechtigde. De vrijstelling geldt voor een periode van één jaar vanaf de inventarisatiedatum en kan daarna jaarlijks ambtshalve worden verlengd zolang het beleidsmatig strategisch project van toepassing is;

 

  1. van wie het pand vernield of beschadigd is door een plotse ramp die zich heeft voorgedaan onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige. De vrijstelling geldt voor de periode van één jaar vanaf de inventarisatiedatum, de belastingplichtige kan aansluitend een tweede en een derde jaar ambtshalve vrijgesteld worden;

 

  1. voor de panden met adres “Grote Baan” en/of gelegen binnen de afbakening van de projectcontour van het complex project NZL, aangezien de verwaarlozing kadert binnen een beleidsmatig strategisch project en/of een goedgekeurd onteigeningsplan. De vrijstelling geldt voor een periode van één jaar vanaf de inventarisatiedatum en kan daarna jaarlijks ambtshalve worden verlengd zolang het beleidsmatig strategisch project van toepassing is;

 

  1. die aantoont dat hij geen einde aan de verwaarlozing kan maken wegens een situatie van overmacht. De vrijstelling geldt voor een periode van één jaar vanaf de inventarisatiedatum en moet ook elk jaar opnieuw gemotiveerd aangevraagd worden.

 

 

Artikel 11. Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 12. Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel13.Bezwaarprocedure

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen 3 maanden te rekenen vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

 

Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.

 

Bezwaarschriften kunnen per post (College van burgemeester en schepenen, Pastorijstraat 30 3530 Houthalen-Helchteren) of via elektronische weg per e-mail (info@houthalen-helchteren.be) worden ingediend binnen de termijn en onder de voorwaarden zoals hierboven vermeld.

 

De indiening van het bezwaarschrift via elektronische weg geldt als uitdrukkelijke instemming van de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger om berichten binnen de bezwaarprocedure via die elektronische weg uit te wisselen. Als het bezwaarschrift verzonden wordt via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van het bezwaar.

 

Het college van burgemeester en schepenen of het personeelslid dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bericht schriftelijk ontvangst binnen vijftien dagen na de indiening van het bezwaarschrift.

 

Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger dat in zijn bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting.

 

Artikel 14. Inwerkingtreding - overgangsbepaling

Dit besluit vervangt het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2019 houdende het reglement op de inventarisatie van verwaarloosde gebouwen en woningen en de gemeentelijke belasting op verwaarlozing van gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 en treedt in werking op 1 januari 2026.

 

Woningen en gebouwen die opgenomen zijn in het gemeentelijk verwaarlozingsregister voor die datum blijven opgenomen met dezelfde opnamedatum.

 

Vrijstellingen die toegekend zijn op basis van het reglement 19/12/2019 blijven geldig voor de duurtijd die in dat reglement is voorzien. Nieuw aangevraagde vrijstellingen worden beoordeeld volgens het nieuwe/huidige reglement.

 

Vanaf 1/01/2026 zijn de nieuwe belastingtarieven van toepassing.

 

Artikel 15. Bekendmaking en bestuurlijk toezicht

Het belastingreglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 286 t.e.m. 288 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.