Aanwezig:

Myrthe Van Roey, voorzitter

Alain Yzermans, burgemeester

Jef Verpoorten, Katrien Timmers, Muhammet Oktay, Hanne Kellens, Mustafa Aytar, Myriam Bellio, Göksal Kanli, schepenen

Guy Lucas, Eefje Van Wortswinkel, Luciana Costa, Bert Cuppens, Carine Achten, Luc Melotte, Hakim Ahkim, Filip Gielen, Michiel Lenssen, Maarten Houben, Liesbeth Maris, Burak Dogan, Lieve Wouters, Mathijs Knevels, Tom Vanstraelen, Ismail Ayed, Alex Jansen, Marc Coenen, Khadiga Lamkharrat, Gertrude Appermans, Mario Bellavia, raadsleden

Wim Haest, algemeen directeur

Verontschuldigd:

Melissa Bosmans, raadslid

 

Openbare zitting

 

Gemeentebelasting op de tweede verblijven - Aanpassing artikel 8 - Goedkeuring.

 

Wetgeving

        de Grondwet, meer bepaald artikel 170, § 4

        het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992 en het Invorderingswetboek van 13 april 2019

        het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd

        het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3 en 41,14° inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingreglementen te wijzigen, vast te stellen en goed te keuren

        het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 56, § 3, 7°, inzake de bevoegdheid van het college om beslissingen te nemen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen voorbehoudt

        het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287, 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van het belastingreglement

        het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de belastingreglementen

        het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones

        de omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

        de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019

        belastingreglement van 23 december 2021 op de tweede verblijven

 

Feiten en context

Op 23 december 2021 werd het reglement betreffende de belasting op de tweede verblijven goedgekeurd.

 

Naar aanleiding van belangrijke cassatierechtspraak die een onmiddellijke impact kan hebben op bestaande reglementen en lopende administratieve en gerechtelijke geschillen is het aangewezen om het belastingreglement van 23 december 2021 op de tweede verblijven aan te passen.

 

Omwille van de rechtszekerheid en om mogelijke betwistingen te voorkomen moet de bepaling inzake de aangifteplicht, zoals bepaald in artikel 8 van het belastingreglement op de tweede verblijven, worden gewijzigd.

 

In het belastingreglement zelf wordt een uiterste aangiftedatum vermeld.

 

De aangifte voor de aanslagjaren 2024 en 2025 moet uiterlijk op 30 september van het aanslagjaar worden ingediend.

 

Voor het aanslagjaar 2023 moet de aangifte uiterlijk op 1 mei 2024 worden ingediend.

 

Het voorgaande belastingreglement werd geëvalueerd en bijgesteld om het zo correct mogelijk te

kunnen toepassen.

 

De financiële toestand van de gemeente.

 

Een tweede verblijf is regelmatig bewoond, waardoor de bewoner mee geniet van de inspanningen die de gemeente voorziet inzake onderhoud van het openbaar domein in het algemeen.

 

Door deze bewoning ontstaan voor de gemeente bijkomende kosten op het vlak van administratie, veiligheid, infrastructuur en afvalbeheersing.

 

Bewoners van een tweede verblijf dragen niet bij in de algemene financiering van deze kosten.

 

Het belastingreglement op de tweede verblijven zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 23

december 2021, wordt bijgestuurd en de tekst van artikel 8 van dit belastingreglement wordt aangepast.

 

Tussenkomst door raadslid Michiel Lenssen en antwoord door burgemeester Alain Yzermans.

 

Besluit de gemeenteraad met

23 stemmen voor:

Alain Yzermans (SP.A-Groen-Plus), Jef Verpoorten (CD&V), Katrien Timmers (N-VA), Muhammet Oktay (SP.A-Groen-Plus), Hanne Kellens (CD&V), Mustafa Aytar (SP.A-Groen-Plus), Myriam Bellio (SP.A-Groen-Plus), Göksal Kanli (CD&V), Guy Lucas (SP.A-Groen-Plus), Bert Cuppens (CD&V), Carine Achten (Vlaams Belang), Luc Melotte (N-VA), Hakim Ahkim (SP.A-Groen-Plus), Liesbeth Maris (CD&V), Burak Dogan (CD&V), Lieve Wouters (Onafhankelijk), Mathijs Knevels (CD&V), Tom Vanstraelen (SP.A-Groen-Plus), Ismail Ayed (N-VA), Alex Jansen (Vlaams Belang), Marc Coenen (Vlaams Belang), Khadiga Lamkharrat (SP.A-Groen-Plus) en Myrthe Van Roey (N-VA);

0 stemmen tegen:

7 onthoudingen:

Eefje Van Wortswinkel (BUUR), Luciana Costa (BUUR), Filip Gielen (BUUR), Michiel Lenssen (BUUR), Maarten Houben (BUUR), Gertrude Appermans (BUUR) en Mario Bellavia (BUUR).

Artikel 1

Het belastingreglement op de tweede verblijven, vastgesteld door de gemeenteraad van 23 december 2021, wordt bijgestuurd en de tekst van artikel 8 van dit belastingreglement wordt vervangen.

 

Artikel 2

Onder tweede verblijven wordt verstaan elke private woon- of verblijfsgelegenheid waarvan de persoon die er kan wonen, voor deze woon- of verblijfsgelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitenverblijven, optrekjes, chalets, wooncaravans of alle andere vaste woongelegenheden.

De woongelegenheid dient effectief gebruikt te worden. Bovendien dient de woongelegenheid en huiskavel als een goede huisvader onderhouden te worden. Het gebruik van water en elektriciteit binnen de woning kan aangetoond worden door verbruiksfacturen.

 

Artikel 3

Als tweede verblijf worden niet beschouwd:

• Lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten.

• Tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens.

• Een private woongelegenheid die niet aan de criteria van een minimum aan bewoonbaarheid voldoet.

M.a.w. als blijkt uit onderzoek dat de woongelegenheid niet als tweede verblijf kan worden benut:

• De woning is niet stabiel/veilig genoeg.

• De woning kan stedenbouwkundig niet erkend worden als tweede verblijf.

• Het ontbreken van of te minimale bemeubeling.

• Sanitaire voorzieningen: het ontbreken van een goed functionerend toilet, stromend water, aansluiting op riolering.

• Het ontbreken van verwarmingsmiddelen om de woongedeelten met een woonfunctie tot een normale temperatuur en op een veilige manier te verwarmen.

• De afwezigheid van elektriciteit om de woning te kunnen verlichten en elektrische installaties op een veilige manier te kunnen gebruiken.

 

Artikel 4

Onder wooncaravans moet verstaan worden de caravans die technisch niet gemaakt zijn om voortgetrokken te worden en waarvan het chassis en het type van wielen het voortslepen niet zouden verdragen. Met verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens worden alle andere soorten van caravans bedoeld, zoals caravans met een enkel stel wielen, de "semi-wooncaravans" met een dubbel stel wielen, de woonwagens en de caravans waarmee de kermisreizigers rondtrekken. Het gaat over deze caravans en woonaanhangwagens die op wettelijk voorgeschreven tijdstippen aan de technische controle onderworpen worden en waarvan een geldig schouwingsbewijs kan worden voorgelegd, waardoor ze op elk moment in het verkeer gebracht kunnen worden.

 

Artikel 5 - Tarief

Het bedrag van de belasting wordt forfaitair vastgesteld op 600 euro per jaar en per tweede verblijf.

 

Artikel 6 - Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door wie op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf; de hoedanigheid van tweede verblijf wordt op diezelfde datum beoordeeld. In geval van mede-eigendom is de mede-eigenaar de belasting verschuldigd voor zijn wettelijk aandeel.

 

Artikel 7 - Vrijstellingen

De belasting is niet verschuldigd door de uitbaters/eigenaars van verblijfsparken/recreatiedomeinen indien zij vallen onder de bedrijfsbelasting.

 

Artikel 8 - Aangifteplicht

§1. Elke belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste 30 september van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier. Voor het aanslagjaar 2023 moet deze aangifte uiterlijk op 1 mei 2024 worden ingediend.

 

Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.

 

Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bij de administratie bekomen of downloaden van de gemeentelijke website.

 

§2. De aangifte kan gebeuren via één van de volgende kanalen:

e-mail: info@houthalen-helchteren.be

post : College van burgemeester en schepenen, Pastorijstraat 30, 3530 Houthalen-Helchteren

 

§3. In afwijking van art. 8, §1 worden een aantal belastingschuldigen vrijgesteld van aangifteplicht, tenzij de administratie hen verzoekt om een aangifte te doen.

 

Er wordt een vrijstelling van aangifteplicht verleend voor die belastingschuldigen die het vorige aanslagjaar reeds een aanslagbiljet ontvingen. De administratie zendt aan deze belastingschuldigen een voorstel tot aanslag, conform de procedure hieronder verder bepaald.

 

Artikel 9

Aan de belastingschuldigen die zijn vrijgesteld van aangifteplicht wordt een "voorstel van aanslag" toegestuurd. Dit voorstel van aanslag vermeldt de belastbare grondslag en de daarop verschuldigde belasting, en eventueel alle inlichtingen en gegevens die in aanmerking zijn genomen.

 

Artikel 10

Indien de belastingschuldige akkoord gaat met het voorstel van aanslag, moet hij niet reageren. De aanslag zal in dat geval gevestigd worden op de in het voorstel van aanslag vermelde gegevens.

 

Artikel 11

Indien de belastingschuldige niet akkoord gaat met de grondslag en/of de berekening van de aanslag zoals vermeld in het voorstel van aanslag, dient hij/zij de administratie daarvan binnen één maand na de verzendingsdatum van het voorstel van aanslag schriftelijk in kennis te stellen met vermelding van zijn/haar motieven.

 

Artikel 12

Elke belastingschuldige moet binnen dezelfde termijn iedere andere onjuistheid of onvolledigheid van het voorstel van aanslag aan de administratie meedelen.

 

Artikel 13

§1. Het voorstel van aanslag, aangevuld met de gegevens die de belastingschuldige binnen de in art. 8 en 9 vermelde termijn, heeft ter kennis gebracht, heeft dezelfde waarde als een in de voorgeschreven vormen en termijnen gedane aangifte.

§2. Indien de belastingschuldige evenwel de in art, 8 en 9 vermelde verplichting niet heeft nageleefd wordt het voorstel van aanslag met een onvolledige of onjuiste aangifte gelijkgesteld.

 

Artikel 14

De aanslag wordt gevestigd al naargelang de toepasselijke procedure, ofwel conform het voorstel van aanslag, ofwel conform de aangifte, ofwel ingeval van onjuiste, onvolledige en/of onnauwkeurige aangifte van ambtswege.

 

Artikel 15 - Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige een aangetekende brief. Hierin staan de motieven van de ambtshalve vaststelling (de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting). De belastingplichtige

beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van het belastingreglement met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

Artikel 16 - Belastingverhoging

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een verhoging van 100% vanaf de eerste overtreding. Deze verhoging wordt ingekohierd.

 

Artikel 17

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de daartoe door het college aangestelde personeelsleden. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 18 - Wijze van inning

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Het kohier wordt bezorgd aan de financieel beheerder die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Op het aanslagbiljet staat:

• de verzendingsdatum

• de uiterste betalingsdatum

• de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

• de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

• de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

• de gegevens vermeld in het kohier

• een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 19 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 20: Bekendmaking en inwerkingtreding

Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig

artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het belastingreglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal

bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.