Aanwezig:

Myrthe Van Roey, voorzitter

Alain Yzermans, burgemeester

Jef Verpoorten, Muhammet Oktay, Hanne Kellens, Mustafa Aytar, Myriam Bellio, Göksal Kanli, schepenen

Eefje Van Wortswinkel, Luciana Costa, Bert Cuppens, Carine Achten, Luc Melotte, Hakim Ahkim, Melissa Bosmans, Filip Gielen, Michiel Lenssen, Maarten Houben, Liesbeth Maris, Burak Dogan, Mathijs Knevels, Tom Vanstraelen, Ismail Ayed, Alex Jansen, Marc Coenen, Khadiga Lamkharrat, Mario Bellavia, raadsleden

Wim Haest, algemeen directeur

Verontschuldigd:

Katrien Timmers, schepen

Guy Lucas, Lieve Wouters, Gertrude Appermans, raadsleden

 

Openbare zitting

 

Gemeentebelasting op de economische bedrijvigheid aanslagjaren 2024 en 2025 - Aanpassing.

 

Wetgeving

        de Grondwet, meer bepaald artikel 170, § 4

        het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992 en het Invorderingswetboek van 13 april 2019

        het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd

        het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3 en 41,14° inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingreglementen te wijzigen, vast te stellen en goed te keuren

        het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 56, § 3, 7°, inzake de bevoegdheid van het college om beslissingen te nemen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen voorbehoudt

        het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287, 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van het belastingreglement

        het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de belastingreglementen

        het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones

        de omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

        de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019

        belastingreglement van 28 oktober 2021 op de economische bedrijvigheid

 

Feiten en context

Op 28 oktober 2021 werd het reglement betreffende de belasting op de economische bedrijvigheid goedgekeurd.

 

Naar aanleiding van belangrijke cassatierechtspraak die een onmiddellijke impact kan hebben op bestaande reglementen en lopende administratieve en gerechtelijke geschillen is het aangewezen om het belastingreglement van 28 oktober 2021 op de economische bedrijvigheid aan te passen.

 

Omwille van de rechtszekerheid en om mogelijke betwistingen te voorkomen moet de bepaling inzake de aangifteplicht, zoals bepaald in artikel 5 van het belastingreglement op de economische bedrijvigheid, worden gewijzigd.

 

In het belastingreglement zelf wordt een uiterste aangiftedatum vermeld.

 

Het voorgaande belastingreglement werd geëvalueerd en bijgesteld om het zo correct mogelijk te kunnen toepassen.

 

De financiële toestand van de gemeente.

 

Bedrijven, zelfstandigen en vrije beroepen mogen ook een bijdrage leveren voor de extra uitgaven die

een gemeente heeft voor de infrastructuurwerken, onderhoud van wegen, aanbrengen van

aangepaste signalisatie e.d..

 

Er wordt nagestreefd een belasting te stemmen die eenvoudig is en goed controleerbaar.

 

Het is billijk het bedrag van de belasting te laten afhangen van een eenvoudig meetbare grondslag,

namelijk de oppervlakte die de bedrijven, zelfstandigen en vrije beroepen voor hun uitbatingen

gebruiken of tot gebruik voorbehouden.

 

Sommige ondernemingsnummers worden door de overheid in het leven geroepen om zaken te

regelen zonder dat deze extra economische activiteit genereren. Daarom willen we een aantal

vrijstellingen toevoegen zijnde de vroegere burgerlijke maatschappen, de verenigingen voor mede-eigenaars en de ondernemingsnummers met als louter doel het beheren van een persoonsvolgend

budget.

 

De vrijstelling voor de vzw’s wordt beperkt tot deze vzw’s die door hun aard een andere doelstelling

hebben dan winst te maken, ze hebben als bestaansreden een sociaal doel voor ogen en halen hun

inkomsten vaak uit betoelaging al dan niet gemeentelijk.

 

Het belastingreglement op de economische bedrijvigheid zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 oktober 2021, wordt bijgestuurd en de tekst van artikel 5 van dit belastingreglement wordt aangepast.

 

Tussenkomst door fractievoorzitter Eefje Van Wortswinkel.

 

Besluit de gemeenteraad met

20 stemmen voor:

Alain Yzermans (SP.A-Groen-Plus), Jef Verpoorten (CD&V), Muhammet Oktay (SP.A-Groen-Plus), Hanne Kellens (CD&V), Mustafa Aytar (SP.A-Groen-Plus), Myriam Bellio (SP.A-Groen-Plus), Göksal Kanli (CD&V), Bert Cuppens (CD&V), Carine Achten (Vlaams Belang), Luc Melotte (N-VA), Hakim Ahkim (SP.A-Groen-Plus), Liesbeth Maris (CD&V), Burak Dogan (CD&V), Mathijs Knevels (CD&V), Tom Vanstraelen (SP.A-Groen-Plus), Ismail Ayed (N-VA), Alex Jansen (Vlaams Belang), Marc Coenen (Vlaams Belang), Khadiga Lamkharrat (SP.A-Groen-Plus) en Myrthe Van Roey (N-VA);

0 stemmen tegen:

7 onthoudingen:

Eefje Van Wortswinkel (BUUR), Luciana Costa (BUUR), Melissa Bosmans (BUUR), Filip Gielen (BUUR), Michiel Lenssen (BUUR), Maarten Houben (BUUR) en Mario Bellavia (BUUR).

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2024 en 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een belasting op de economische bedrijvigheid.

 

Artikel 2 - Tarief

De belasting is per vestiging als volgt vastgesteld:

A. Minimum 100 euro – maximum 12.000 euro

B. Voor ANDERE dan land- en tuinbouwbedrijven:

• 0,26 euro/m² bebouwde oppervlakte

• 0,26 euro/m² onbebouwde oppervlakte

C. Voor land- en tuinbouwbedrijven:

• forfaitair: 100 euro tot een oppervlakte van 20 ha

• meer dan 20 ha: 100 euro, vermeerderd met 5 euro per bijkomende ha of gedeelte van ha.

D. Voor vrije beroepen:

• 0,26 euro/m² bebouwde oppervlakte

• 0,26 euro/m² onbebouwde oppervlakte

E. Bijberoepen

tarief halveren, enkel mits het voorleggen van een recent attest waaruit het bijberoep (op 1 januari

van het aanslagjaar) blijkt. Dit kan zijn:

• een attest van een sociaal verzekeringsfonds

• een loonfiche met een verklaring van de werkgever van het aantal uren dat men normaal

presteert

• een éénmalig attest van pensionering

 

Het tarief wordt ook gehalveerd voor de belastingschuldigen die door de BTW administratie beschouwd

worden als een kleine onderneming en van de vrijstellingsregeling van de BTW genieten; mits

voorlegging van een recent attest van een sociaal verzekeringsfonds of de BTW administratie.

 

De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. De vermindering van de belastbare

oppervlakte in de loop van het jaar, evenals de stopzetting of vermindering van de werkzaamheden in

de loop van het aanslagjaar geven geen aanleiding tot enige belastingvermindering.

 

Indien op 1 januari van het aanslagjaar alle activiteiten of bedrijvigheden (opgesomd in artikel 2) met

inbegrip van vereffeningsverrichtingen definitief zijn stopgezet, gaat de hoedanigheid van

belastingschuldige verloren.

 

Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of zolang de vereffening van de vennootschap

niet is afgesloten, blijft de hoedanigheid van belastingschuldige verder bestaan.

 

Artikel 3 - Belastingschuldige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen die op 1 januari van het

aanslagjaar als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente:

• Een nijverheids-, landbouw-, veeteelt-, tuinbouw- of handelsbedrijf exploiteren

• Een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefenen

• Een ondernemingsnummer hebben

• Een maatschappelijke zetel hebben

 

De belasting is verschuldigd afzonderlijk per vestiging, hoe dan ook genoemd, gelegen op het

grondgebied van de gemeente Houthalen-Helchteren.

De belasting wordt, ongeacht de kadastrale indeling, vastgesteld rekening houdend met de totale

bebouwde en/of onbebouwde oppervlakte waarop de vestiging zich bevindt.

Indien op eenzelfde goed meerdere belastingschuldigen een vestiging hebben, dan wordt iedere

belastingschuldige belast pro rata van zijn oppervlakte.

Voor de bebouwde oppervlakte worden alle bouwlagen (alle bovengrondse en ondergrondse

bouwlagen, oppervlakten van kelders, zolders en daken) samengeteld.

 

Artikel 4 - Vrijstellingen

Zijn vrijgesteld:

a. de openbare besturen

b. de belastingschuldigen die onder toepassing vallen van:

• de aanvullende gemeentebelasting op de milieuheffing van de Vlaamse Gemeenschap,

• de gemeentebelasting op barpersoneel,

• de gemeentebelasting op tweede verblijven,

c. vzw’s die door hun aard een andere doelstelling hebben dan winst te maken, ze hebben als

bestaansreden een sociaal doel voor ogen en halen hun inkomsten vaak uit betoelaging al dan niet

gemeentelijk.

d. de belastingschuldigen die uitsluitend als drankslijterij gevestigd zijn en de gemeentebelasting op

drankslijterijen betalen zijn ook vrijgesteld van de gemeentebelasting op bedrijven. Voor de

ondernemingen die niet uitsluitend als drankslijterij gevestigd zijn geldt dat de oppervlakte die men

aangeeft voor de gemeentebelasting op drankslijterijen vrijgesteld is van de gemeentebelasting op

bedrijven maar dat de overige oppervlakte onderhevig is aan de gemeentebelasting op bedrijven.

e. de BTW-eenheden (constructie die opgericht wordt om de belastingaangiften te doen van een

aantal ondernemingen die behoren tot de BTW-eenheid).

f. de verenigingen voor mede-eigenaars (zijn een doorgeefluik waarbij de belasting finaal wordt

doorgerekend aan de particuliere eigenaars die geen economische activiteit ontplooien).

g. de vroegere burgerlijke maatschappen die omgevormd werden tot maatschap-onderneming (deze

kaderen enkel in de regeling van familiale erfopvolging).

h. de ondernemingsnummers met als loutere doelstelling het beheer van het persoonsvolgend budget

van een gehandicapte.

 

Artikel 5 - Aangifteplicht

§1. Elke belastingschuldige moet jaarlijks ten laatste op 30 september van het aanslagjaar per vestiging, een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.

 

Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bij de administratie bekomen of downloaden van de gemeentelijke website.

 

§2. De aangifte kan gebeuren via één van de volgende kanalen:

e-mail: info@houthalen-helchteren.be

post : College van burgemeester en schepenen, Pastorijstraat 30, 3530 Houthalen-Helchteren

 

§3. In afwijking van art. 5, §1 worden een aantal belastingschuldigen vrijgesteld van aangifteplicht, tenzij de administratie hen verzoekt om een aangifte te doen.

Er wordt een vrijstelling van aangifteplicht verleend voor die belastingschuldigen die het vorige aanslagjaar reeds een aanslagbiljet ontvingen. De administratie zendt aan deze belastingschuldigen een voorstel van aanslag, conform de procedure hieronder verder bepaald.

 

Artikel 6

Aan de belastingschuldigen die zijn vrijgesteld van aangifteplicht wordt een "voorstel van aanslag"

toegestuurd. Dit voorstel van aanslag vermeldt de belastbare grondslag en de daarop verschuldigde

belasting, en eventueel alle inlichtingen en gegevens die in aanmerking zijn genomen.

 

Artikel 7

Indien de belastingschuldige akkoord gaat met het voorstel van aanslag, moet hij niet reageren. De

aanslag zal in dat geval gevestigd worden op de in het voorstel van aanslag vermelde gegevens.

 

Artikel 8

Indien de belastingschuldige niet akkoord gaat met de grondslag en/of de berekening van de aanslag

zoals vermeld in het voorstel van aanslag, dient hij/zij de administratie daarvan binnen één maand na

de verzendingsdatum van het voorstel van aanslag schriftelijk in kennis te stellen met vermelding van

zijn/haar motieven.

Artikel 9

Elke belastingschuldige moet binnen dezelfde termijn iedere andere onjuistheid of onvolledigheid van

het voorstel van aanslag aan de administratie meedelen.

 

Artikel 10

§1. Het voorstel van aanslag, aangevuld met de gegevens die de belastingschuldige binnen de in art.

8 en 9 vermelde termijn, heeft ter kennis gebracht, heeft dezelfde waarde als een in de

voorgeschreven vormen en termijnen gedane aangifte.

§2. Indien de belastingschuldige evenwel de in art, 8 en 9 vermelde verplichting niet heeft nageleefd

wordt het voorstel van aanslag met een onvolledige of onjuiste aangifte gelijkgesteld.

 

Artikel 11

De aanslag wordt gevestigd al naargelang de toepasselijke procedure, ofwel conform het voorstel van

aanslag, ofwel conform de aangifte, ofwel ingeval van onjuiste, onvolledige en/of onnauwkeurige

aangifte van ambtswege.

 

Artikel 12 - Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de

belastingschuldige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag betekent het

college van burgemeester en schepenen aan de belastingschuldige een aangetekende brief. Hierin

staan de motieven van de ambtshalve vaststelling (de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, de

wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting).

De belastingschuldige beschikt over een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de derde werkdag

volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te

dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende

een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar

verlengd bij overtreding van het belastingreglement met het oogmerk te bedriegen of met de

bedoeling schade te berokkenen.

 

Artikel 13 - Belastingverhoging

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een verhoging van 100% vanaf de eerste

overtreding. Deze verhoging wordt ingekohierd.

 

Artikel 14

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de daartoe door het college aangestelde

personeelsleden in een proces-verbaal, die bewijskracht hebben tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 15 - Wijze van inning

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar

verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Het kohier wordt bezorgd aan de financieel directeur die instaat voor de verzending van de

aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingschuldigen.

Op het aanslagbiljet staat:

• de verzendingsdatum

• de uiterste betalingsdatum

• de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

• de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het

bezwaarschrift te ontvangen

• de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te

worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

• de gegevens vermeld in het kohier

• een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 16 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het

college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de

datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de

kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van

burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en

vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingschuldige alsmede het

voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst,

bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending

of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg

van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 17 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2024.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.