Aanwezig:

Katrien Timmers, voorzitter

Alain Yzermans, burgemeester

Jef Verpoorten, Luc Melotte, Muhammet Oktay, Mustafa Aytar, Myriam Bellio, Göksal Kanli, schepenen

Guy Lucas, Eefje Van Wortswinkel, Bert Cuppens, Carine Achten, Stijn Van Dingenen, Hakim Ahkim, Melissa Bosmans, Filip Gielen, Michiel Lenssen, Maarten Houben, Liesbeth Maris, Burak Dogan, Myrthe Van Roey, Lieve Wouters, Mathijs Knevels, Tom Vanstraelen, Ismail Ayed, Alex Jansen, Marc Coenen, Khadiga Lamkharrat, Gertrude Appermans, raadsleden

Wim Haest, algemeen directeur

Verontschuldigd:

Hanne Kellens, schepen

Luciana Costa, raadslid

 

Openbare zitting

 

Wijziging van het reglement inzake gemeentelijke administratieve sancties - Goedkeuring

 

Wetgeving

        De Wet inzake Gemeentelijke Administratieve Sancties van 24 juni 2013.

        Artikel 285 t.e.m. 288 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

        Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet.

 

Feiten en context

Aan de raad wordt gevraagd om de wijzigingen aan het reglement met betrekking tot de toepassing van gemeentelijke administratieve sancties (GAS) goed te keuren.

 

De voorgestelde wijzigingen (aanvullingen) zijn nodig met het oog op de uitrol van GAS 5: de toepassing van GAS op verkeersinbreuken in zone 30 en zone 50.

 

Het vorig reglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2019.

 

Aan de raad wordt gevraagd om het nieuw reglement als volgt goed te keuren:

 

Reglement gemeentelijke administratieve sancties

 

HOOFDSTUK I – TOEPASSINGSGEBIED – LEEFTIJDSGRENS – SANCTIES

 

Artikel 1 - Toepassingsgebied

De gemeenteraad kan administratieve sancties bepalen voor overtredingen op de gemeentelijke reglementen en verordeningen, voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen geen andere straffen voorzien.

Dit reglement is van toepassing op alle gemeentelijke reglementen en verordeningen die gemeentelijke administratieve sancties voorzien als sanctionering.

 

Artikel 2 – Leeftijdsgrens

De minimum leeftijdsgrens voor de toepassing van gemeentelijke administratieve sancties wordt bepaald op 16 jaar, met toepassing van alle waarborgen die door de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zijn voorzien.

 

Artikel 3 - Sancties

§1. Er wordt toepassing gemaakt van volgende sancties, zoals voorzien in de wet van 24 juni 2013 op de gemeentelijke administratieve sancties:

        administratieve geldboete tot het wettelijk maximum;

        administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toelating of vergunning door college van burgemeester en schepenen;

        administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toelating of vergunning door college van burgemeester en schepenen;

        administratieve tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting door college van burgemeester en schepenen;

        plaatsverbod door burgemeester.

 

§2. Voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5) wordt er toepassing gemaakt van administratieve geldboetes conform artikel 29quater van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.

 

HOOFDSTUK II - VASTSTELLINGEN

 

Artikel 4 – Vaststellers GAS 1-2-3

§1. Politieambtenaren en agenten van politie zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties, zowel louter administratieve als gemengde inbreuken.

 

§2. De ambtenaren die conform de wet van 24 juni 2013 op de gemeentelijke administratieve sancties en haar uitvoeringsbesluiten effectief belast zijn met het vaststellen van inbreuken die gesanctioneerd kunnen worden met gemeentelijke administratieve sancties moeten voldoen aan alle voorwaarden.

Zij zijn tevens in het bezit van een identificatiekaart teneinde zich als vaststellend ambtenaar te kunnen identificeren.

 

Artikel 4bis – Vaststellers GAS 5

De vaststelling van de beperkte snelheidsovertredingen moet gebeuren door de bevoegde personen, vermeld in artikel 3 van het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

 

Artikel 5 – Vaststellingsmodaliteiten

§1. Elke overtreding die aanleiding kan geven tot het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie dient te worden vastgesteld door middel van een proces-verbaal of een bestuurlijk verslag, afhankelijk van wie de vaststellingen doet.

 

§2. Het proces-verbaal moet o.a. volgende vermeldingen bevatten:

        de naam, voornaam, graad, korps van de opsteller van het proces-verbaal;

        datum, plaats en uur van de feiten en van de vaststellingen ervan;

        de correcte beschrijving van de vastgestelde feiten;

        de bepaling van het reglement of de verordening, die overtreden is;

        de naam, voornaam, wettelijk adres, eventueel feitelijke verblijfplaats,

        datum en plaats van geboorte van de persoon, die het voorwerp uitmaakt van het proces-verbaal;

        de eventuele opmerkingen, die de overtreder tegenover de verbalisant heeft gemaakt of de verklaring, die hij eventueel heeft afgelegd, met vermelding van de gebruikte taal;

        het adres van de ouders, of een van hen, of van de voogd als de overtreder minderjarig is;

        aan wie het proces-verbaal werd overgemaakt en op welke datum;

        het administratief adres van de ambtenaar, die aangewezen werd om kennis te nemen van het dossier.

 

§3. Het bestuurlijk verslag van de vaststellende ambtenaar moet aan dezelfde voorwaarden van klaarheid en precisie voldoen en even volledig zijn als een proces-verbaal.

 

Artikel 6 - Aanvulling proces-verbaal

Indien het proces-verbaal onvoldoende gegevens zou bevatten, kan de aangewezen ambtenaar de verbalisant verzoeken die gegevens, eventueel na bijkomend onderzoek, nog toe te voegen aan het dossier.

 

HOOFDSTUK III – ADMINISTRATIEVE GELDBOETE EN ALTERNATIEVE MAATREGELEN

 

AFDELING 1 – GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

 

Artikel 7 – Sanctionerend ambtenaar en plaatsvervanger

§1. Het opleggen van een administratieve geldboete kan enkel gebeuren door een daartoe aangestelde ambtenaar, zijnde de sanctionerend ambtenaar.

 

§2. Het aanstellen van een (plaatsvervangend) ambtenaar belast met het opleggen van de administratieve sancties krachtens artikel 6, §3 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties gebeurt bij beslissing van de gemeenteraad.

 

§3. De sanctionerend ambtenaar moet in alle onafhankelijkheid kunnen optreden.
De sanctionerend ambtenaar moet autonoom kunnen beslissen en mag daarbij geen instructies ontvangen.

 

Artikel 8 - Kopie dossier

De sanctionerend ambtenaar zendt een kopie van het proces-verbaal of van het bestuurlijk verslag, evenals een kopie van zijn beslissing over aan elke partij die hierbij een rechtmatig belang heeft en die hem voorafgaand een schriftelijk en met redenen omkleed verzoek heeft overgemaakt.

AFDELING 2 – PROCEDURE GAS 1 – 2 - 3

 

Artikel 9 - Opstartbrief

§1. De sanctionerend ambtenaar start de procedure op per aangetekend schrijven, waarin hetgeen volgt wordt meegedeeld:

 

1° de feiten op basis waarvan de procedure wordt opgestart en hun kwalificatie;

2° dat de overtreder de mogelijkheid heeft om bij aangetekende brief zijn verweermiddelen uiteen te zetten, binnen een termijn van vijftien dagen na de datum van kennisgeving.
Indien de ambtenaar van mening is dat er een geldboete van meer dan 70 euro moet opgelegd worden, moet er ook bij vermeld worden dat de overtreder het recht heeft om aan de sanctionerend ambtenaar te vragen zijn verweer mondeling uiteen te zetten;

 

3° dat de overtreder het recht heeft om zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman;

 

4° dat de overtreder het recht heeft om zijn dossier te raadplegen;

 

5° een kopie van het proces-verbaal of van het bestuurlijk verslag.

 

§ 2. De vader, moeder en voogden of personen die de minderjarige overtreder onder hun hoede hebben, worden eveneens per aangetekende brief op de hoogte gebracht dat een administratieve procedure geopend wordt. Deze partijen hebben dezelfde rechten als de minderjarige.

 

Artikel 10 – Mondeling verweer

Indien de overtreder wenst gehoord te worden, bepaalt de sanctionerend ambtenaar de dag waarop de overtreder wordt uitgenodigd.

 

Artikel 11 – Beslissing

§1. De beslissing van de sanctionerend ambtenaar dient genomen te worden binnen een termijn van zes maanden of binnen een termijn van twaalf maanden indien er een gemeenschapsdienst en/of bemiddeling tussenkomt.

De termijn van 6 of 12 maanden begint te lopen vanaf de vaststelling van de feiten.

 

§2. De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de zwaarte van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling.

 

§3. Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

 

§4. De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op hetzelfde reglement of dezelfde verordening zal het voorwerp uitmaken van één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.

 

Artikel 12 – Kennisgeving beslissing

§1. De sanctionerend ambtenaar brengt zijn beslissing ter kennis van de overtreder per aangetekende brief en, in geval van gemengde inbreuken, van de procureur des Konings.

De beslissing van de sanctionerend ambtenaar wordt eveneens per aangetekende brief ter kennis gebracht van de minderjarige en zijn vader en moeder, zijn voogden of personen die er de hoede over hebben.

In de kennisgeving wordt tevens de informatie opgenomen bedoeld in artikelen 37, 38 en 39 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen m.b.t. de verwerking van persoonsgegevens, alsook de mogelijkheid om in beroep te gaan.

 

§2. Bij de kennisgeving van de beslissing wordt een overschrijvingsformulier gevoegd, dat door de overtreder gebruikt kan worden.

 

Artikel 13 – Beroep

De overtreder kan beroep aantekenen binnen een termijn van één maand vanaf de kennisgeving van de beslissing. De minderjarige dient beroep aan te tekenen bij de jeugdrechtbank en een meerderjarige bij de politierechtbank.

 

Artikel 14 – Uitvoerbaarheid

De beslissing van de sanctionerend ambtenaar heeft uitvoerbare kracht na het verstrijken van één maand na de kennisgeving van de beslissing aan de betrokkene, tenzij beroep werd aangetekend.

 

Artikel 15 – Aanstelling Advocaat

Wanneer de overtreder een minderjarige betreft en de administratieve procedure wordt opgestart, dient de sanctionerend ambtenaar de stafhouder van de orde van advocaten hiervan op de hoogte te brengen. De stafhouder of het bureau voor juridische bijstand stelt een advocaat aan, uiterlijk binnen twee werkdagen na voormelde kennisgeving.

Een afschrift van het bericht van de kennisgeving aan de stafhouder wordt bij het dossier van de rechtspleging gevoegd.

 

De advocaat kan ook aanwezig zijn tijdens de bemiddelingsprocedure.

 

Artikel 16 – Ouderlijke betrokkenheid

§1. De sanctionerend ambtenaar kan de procedure van ouderlijke betrokkenheid toepassen, conform artikel 17 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

 

§ 2. In het kader van deze procedure, informeert de sanctionerend ambtenaar per aangetekende brief de vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige, over de vastgestelde feiten en verzoekt hen om, onmiddellijk na het ontvangen van het proces-verbaal of het bestuurlijk verslag, hun mondelinge of schriftelijke opmerkingen mee te delen over deze feiten en de eventueel te nemen opvoedkundige maatregelen. Hij kan hiertoe een ontmoeting vragen met de vader en moeder, de voogd of de personen die de minderjarige onder hun hoede hebben en de minderjarige.

 

§ 3. Na de in § 2 bedoelde opmerkingen te hebben ingewonnen en/of de minderjarige overtreder te hebben ontmoet, evenals zijn vader, moeder, voogd of personen die er de hoede over uitoefenen en indien hij tevreden is over de educatieve maatregelen die door deze laatsten werden voorgesteld, kan de sanctionerend ambtenaar hetzij de zaak in dit stadium van de procedure afsluiten, hetzij de administratieve procedure opstarten.

 

Artikel 17 – Lokale bemiddeling
§1. Een lokale bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren wordt voorzien voor minderjarige (verplicht) en meerderjarige overtreders van de politieverordening, krachtens artikel 4, §2 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

 

§ 2. De sanctionerend ambtenaar kan een bemiddeling aan een meerderjarige overtreder voorstellen, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan :

1° de instemming van de overtreder;

2° een slachtoffer werd geïdentificeerd.

 

§ 3. De schadeloosstelling of herstelling van de schade wordt vrij door de partijen onderhandeld en beslist.

 

§4. De lokale bemiddeling voor minderjarige en meerderjarige overtreders zal gebeuren conform de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en het KB d.d. 28 januari 2014 houdend de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

 

§5. Een geslaagde bemiddeling heeft tot gevolg dat er geen sanctie meer kan opgelegd worden.

 

Artikel 18 – Bemiddelaar

§1. De procedure van lokale bemiddeling zal uitgevoerd worden door een daartoe aangestelde bemiddelaar.

 

§2. De bemiddelaar doet het nodige voor het organiseren van het bemiddelingsgesprek (uitnodiging versturen, lokaal reserveren, …) en bezorgt na afloop een verslag met het resultaat van de bemiddeling aan de sanctionerend ambtenaar.

 

Artikel 19 – Gemeenschapsdienst

§1. Een gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de collectiviteit, wordt voorzien voor minderjarige en meerderjarige overtreders van de politieverordening, krachtens artikel 4, §2 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

 

§2. Voor zover de sanctionerend ambtenaar dit aangewezen acht, kan hij aan de meerderjarige overtreder, mits zijn akkoord of op zijn verzoek, een gemeenschapsdienst voorstellen in plaats van de administratieve geldboete.

 

§3. In geval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling, kan de sanctionerend ambtenaar een gemeenschapsdienst voorstellen aan de minderjarige overtreder, die georganiseerd wordt in verhouding tot zijn leeftijd en capaciteiten.

Hij kan eveneens beslissen de keuze en de nadere regels van de gemeenschapsdienst toe te vertrouwen aan de bemiddelaar.

 

§4. De gemeenschapsdienst mag niet meer dan dertig uur bedragen voor meerderjarigen en niet meer dan vijftien uur voor minderjarigen, en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar.

 

§5. De gemeenschapsdienst kan bestaan uit :

1° een opleiding en/of;

2° een onbetaalde prestatie onder toezicht van de gemeente of van een door de gemeente aangewezen bevoegde rechtspersoon en uitgevoerd ten behoeve van een dienst van de gemeente of van een publiekrechtelijke rechtspersoon, een stichting of een vereniging zonder winstgevend oogmerk die door de gemeente wordt aangewezen.

 

§6. De vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige, kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij het uitvoeren van de gemeenschapsdienst.

 

§ 7. Wanneer de sanctionerend ambtenaar vaststelt dat de gemeenschapsdienst uitgevoerd werd, kan hij geen administratieve geldboete meer opleggen.

In geval van niet-uitvoering of weigering van de gemeenschapsdienst kan de sanctionerend ambtenaar een administratieve geldboete opleggen.

 

§8. Ook binnen de procedure van de bemiddeling kan er geopteerd worden voor een dergelijke prestatie als herstel van de aan de gemeente veroorzaakte schade, hetgeen dan een G.A.S.-prestatie genoemd wordt. De reglementering rond gemeenschapsdienst is hier in principe niet op van toepassing, maar zal hierbij toch als richtlijn gebruikt worden.

 

Artikel 20 – Nadere regels gemeenschapsdienst – G.A.S.-prestaties

§1. De procedure van gemeenschapsdienst/G.A.S.-prestaties zal omkaderd worden door de bemiddelaar.

 

§2. Een onbetaalde prestatie kan gebeuren ten behoeve van een gemeentelijke dienst, een AGB of een vereniging die daarvoor interesse heeft en door de gemeente werd aangeduid.

 

AFDELING 3 – PROCEDURE GAS 5
 

Artikel 21 – Overmaken PV
Het proces-verbaal van de overtreding wordt binnen 14 dagen nadat de overtreding is vastgesteld, bezorgd aan de sanctionerend ambtenaar.

Artikel 22 - Opstart
De sanctionerend ambtenaar bezorgt binnen de 14 dagen na de dag van ontvangst van het proces-verbaal, dit proces-verbaal samen met de vermelding van het bedrag van de administratieve geldboete bij gewone zending aan de overtreder.

 

Artikel 23 – Betaling of verweer
De overtreder dient de administratieve geldboete binnen 30 dagen na de kennisgeving ervan te betalen, tenzij de overtreder binnen die termijn zijn schriftelijke verweermiddelen bezorgt aan de sanctionerend ambtenaar.

 

Artikel 24 – Beslissing verweer
§1. Als de sanctionerend ambtenaar de verweermiddelen onontvankelijk of ongegrond verklaart, brengt hij de overtreder daarvan op de hoogte bij gewone zending binnen 30 dagen na ontvangst van de verweermiddelen, met de vermelding van de administratieve geldboete die moet worden betaald.

 

§2. Als de sanctionerend ambtenaar binnen 30 dagen na de dag waarop hij de verweermiddelen van de overtreder heeft ontvangen, de verweermiddelen van de overtreder niet onontvankelijk of niet ongegrond verklaart, worden die verweermiddelen geacht aanvaard te zijn.

 

§3. De administratieve geldboete moet betaald worden binnen 30 dagen na kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar zoals voorzien in §1.

 

Artikel 25 - Strafrechtelijk
Als de sanctionerend ambtenaar tijdens de procedure vaststelt dat de voorwaarden om een administratieve geldboete op te leggen niet vervuld zijn, brengt hij de vaststeller van de overtreding daarvan op de hoogte zodat de strafrechtelijke procedure kan worden gevolgd.
 

Artikel 26 – Beroep
Tegen een beslissing van de sanctionerend ambtenaar waarbij een administratieve geldboete wordt opgelegd, kan de overtreder, binnen een maand na de kennisgeving van de beslissing volgens de burgerlijke procedure beroep aantekenen bij de politierechtbank – afdeling Genk.

 

Artikel 27 – Gedwongen uitvoering

§1. De beslissing om een administratieve geldboete op te leggen, heeft uitvoerbare kracht als ze definitief geworden is. De voormelde beslissing is definitief op een van de volgende tijdstippen:
1° 30 dagen na de kennisgeving van de administratieve geldboete, vermeld in artikel 29, als er geen verweer is ingediend of beroep is aangetekend;
2° 30 dagen na de kennisgeving van de beslissing, vermeld artikel 31 §1, als er geen beroep is aangetekend.

 

§2. Indien de boete niet betaald wordt binnen de termijn van dertig dagen zoals voorzien in artikel 30 en 31 §3, dan wordt, behoudens in geval van respectievelijk verweermiddelen en/of beroep, een herinnering verstuurd bij gewone zending met uitnodiging tot betaling binnen een nieuwe termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van de herinnering.

 

§3. Indien er binnen de termijn zoals voorzien in de herinnering niet betaald wordt, wordt er een tweede herinnering verstuurd bij gewone zending met uitnodiging tot betaling binnen een nieuwe termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van de tweede herinnering.

 

§4. Indien er binnen de termijn zoals voorzien in de tweede herinnering niet betaald wordt, zal er via een deurwaarder ingevorderd worden.
 

HOOFDSTUK IV – ADMINISTRATIEVE SANCTIES OPGELEGD DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Artikel 28 - Procedure

§1. Het college van burgemeester en schepenen kan een door de gemeente verleende toelating of vergunning schorsen of intrekken en/of een inrichting tijdelijk of definitief sluiten.

 

§2. De vaststelling van de inbreuk op een verordening of reglement dient te gebeuren volgens de regels beschreven in hoofdstuk II van dit reglement.

 

§3. Indien een inbreuk kan gesanctioneerd worden met een door het college van burgemeester en schepenen op te leggen sanctie, moet het proces-verbaal overgemaakt worden aan de sanctionerend ambtenaar. De sanctionerend ambtenaar maakt het proces-verbaal over aan het college van burgemeester en schepenen.

§4. Deze sancties kunnen pas opgelegd worden nadat de overtreder een voorafgaande verwittiging heeft gekregen. Deze verwittiging gebeurt per aangetekend schrijven en bevat een uittreksel van het overtreden reglement of van de overtreden verordening.

 

§5. Indien na de verwittiging de inbreuk blijft voortduren, zal aan de overtreder per aangetekend schrijven worden meegedeeld dat er nog steeds aanwijzingen zijn dat de inbreuk blijft voortduren en dat het college van burgemeester en schepenen overweegt een sanctie op te leggen. Tevens wordt er meegedeeld dat de overtreder het recht heeft om het dossier te consulteren, waar en wanneer hij uitgenodigd wordt om gehoord te worden en dat hij zich mag laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman.

 

§6. De hoorzitting wordt genotuleerd en de aanwezigen worden bij het einde van de zitting uitgenodigd de notulen te ondertekenen. Indien iemand weigert te ondertekenen, dan wordt hiervan melding gemaakt.

 

§7. De sanctie is proportioneel in functie van de zwaarte van de feiten en van eventuele herhaling.

 

§8. De beslissing wordt aan de overtreder ter kennis gebracht per aangetekend schrijven, met melding van de mogelijkheid tot beroep.

 

Artikel 29 – Beroep tegen beslissing college van burgemeester en schepenen

De belanghebbende kan beroep indienen tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen bij de Raad van State.

 

 

HOOFDSTUK V – PLAATSVERBOD CONFORM ARTIKEL 134SEXIES NIEUWE GEMEENTEWET

 

Artikel 30 – Inhoud maatregel

§ 1. De burgemeester kan, in geval van verstoring van de openbare orde veroorzaakt door individuele of collectieve gedragingen, of in geval van herhaaldelijke inbreuken op de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad gepleegd op eenzelfde plaats of ter gelegenheid van gelijkaardige gebeurtenissen en die een verstoring van de openbare orde of een overlast met zich meebrengen, beslissen over te gaan tot een tijdelijk plaatsverbod van een maand, tweemaal hernieuwbaar, jegens de dader of de daders van deze gedragingen.

§ 2. Onder " tijdelijk plaatsverbod " wordt verstaan het verbod binnen te treden in een of meerdere duidelijke perimeters van plaatsen die als toegankelijk voor het publiek worden bepaald, gelegen binnen een gemeente, zonder evenwel het geheel van het grondgebied te beslaan. Worden beschouwd als plaats die toegankelijk is voor het publiek elke plaats die gelegen is in de gemeente die niet enkel toegankelijk is voor de beheerder van de plaats, voor degene die er werkt of voor degenen die er individueel worden uitgenodigd, met uitzondering van de woonplaats, de plaats van het werk of de plaats van de onderwijs- of opleidingsinstelling van de overtreder.

 

Artikel 31 - Procedure

§ 1. De beslissing moet aan de volgende voorwaarden voldoen :

1° met redenen omkleed zijn op basis van de hinder die verband houdt met de openbare orde;

2° bevestigd worden door het college van burgemeester en schepenen, bij de eerstvolgende vergadering, na de dader of de daders van die gedragingen of hun raadsman te hebben gehoord en nadat hij de mogelijkheid heeft gehad ter gelegenheid hiervan zijn verdedigingsmiddelen schriftelijk of mondeling te doen gelden, behalve indien hij, na te zijn uitgenodigd via een aangetekende brief, zich niet heeft gemeld en geen geldige motieven naar voren gebracht heeft voor zijn afwezigheid of zijn verhindering.

 

§ 2. De beslissing kan worden genomen, ofwel na een door de burgemeester betekende schriftelijke verwittiging die de dader of de daders van die gedragingen op de hoogte brengt van het feit dat een nieuwe inbreuk op een identieke plaats of ter gelegenheid van gelijkaardige gebeurtenissen aanleiding zal kunnen geven tot een plaatsverbod, ofwel, met het oog op de ordehandhaving, zonder verwittiging.

 

Artikel 32 – Overtreding van plaatsverbod

In geval van niet-naleving van het tijdelijk plaatsverbod, kan de dader of kunnen de daders van die gedragingen gestraft worden met een administratieve geldboete.

 

HOOFDSTUK VI – BIJHOUDEN REGISTER – VERJARING – EVALUATIE & RAPPORTERING

 

Artikel 33 – Register

§ 1. De stad houdt één enkel bestand bij van de natuurlijke personen of rechtspersonen die het voorwerp hebben uitgemaakt van een administratieve sanctie of een alternatieve maatregel.

 

§ 2. Dit bestand bevat de volgende persoonsgegevens en informatiegegevens :

1° de naam, voornamen, geboortedatum en verblijfplaats van de personen die het voorwerp uitmaken van gemeentelijke administratieve sancties of van de alternatieve maatregelen.

In het geval van een minderjarige, de namen, voornamen, geboortedatum en de verblijfplaats van de ouders, voogden of personen die hem onder hun hoede hebben;

2° de aard van de gepleegde feiten;

3° de aard van de sanctie en de dag waarop deze werd opgelegd;

4° in voorkomend geval, de informatie overgezonden door de procureur des Konings in het kader van de gemengde inbreuken;

5° de sancties waartegen geen beroep meer ingesteld kan worden.

De in het eerste lid bedoelde gegevens worden gedurende vijf jaar bewaard, te rekenen vanaf de datum waarop de sanctie werd opgelegd of de alternatieve maatregel werd voorgesteld. Eens deze termijn verstreken is, worden zij hetzij vernietigd, hetzij geanonimiseerd.

 

§ 3. De sanctionerend ambtenaar heeft toegang tot de in § 2 bedoelde persoonsgegevens en informatiegegevens, alsook de schriftelijk bij naam aangewezen personen, die belast zijn met de invoering van de gegevens in het register.

 

§4. Er wordt voldaan aan de bijzondere voorwaarden met betrekking tot de verwerking van de persoonsgegevens die vermeld worden in het register van de gemeentelijke administratieve sancties, zoals opgelegd bij KB d.d. 21 december 2013 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve sancties ingevoerd bij artikel 44 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

 

Artikel 34 - Verjaring van de administratieve geldboetes

De administratieve geldboetes verjaren na vijf jaar, te rekenen vanaf de datum waarop ze betaald moeten worden.

Die termijn kan gestuit worden, hetzij zoals voorzien bij de artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, hetzij door een afstand van de verkregen verjaring. Indien de verjaring gestuit wordt, is een nieuwe verjaring die op dezelfde manier gestuit kan worden, vaststaand vijf jaar na de laatste stuitingsakte van de voorgaande verjaring indien er geen aanleg voor de rechtbank heeft plaatsgevonden.

 

HOOFDSTUK VII – BEKENDMAKING EN INWERKINGTREDING

 

Artikel 35 - Bekendmaking

Onderhavig reglement wordt bekendgemaakt conform de artikelen 286 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 36 - Inwerkingtreding

Onderhavig reglement treedt in werking op 1 oktober 2022 ter vervanging van het reglement op administratieve sancties zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 19 december 2019.

 

Besluit de gemeenteraad met algemene stemmen:

Artikel 1

Het reglement inzake gemeentelijke administratieve sancties goed te keuren.