Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Verslag gemeenteraadszitting van 23 januari 2020 - goedkeuring.
Wetgeving
• Art. 32 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Feiten en context
De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 23 januari 2020..
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Besluit:
De notulen van de vorige vergadering van de gemeenteraad van 23 januari 2020 worden goedgekeurd.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Meerjarenplan 2020-2025: Algemeen bestuurlijk toezicht - kennisname.
Wetgeving
• Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur
Op dezelfde dag als de bekendmaking op de webtoepassing van het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW brengen de gemeenteoverheid en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking ervan.
• Artikel 332, §1, 3° van het decreet over het lokaal bestuur
Alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn.
Feiten en context
Het meerjarenplan 2020-2025 werd door de gemeenteraad vastgesteld op 19 december 2019. Op 20 december 2019 werd het meerjarenplan gepubliceerd op onze website www.houthalen-helchteren.be/beleidsplannen.
In haar brief van vrijdag 24 januari 2020 laat het Agentschap Binnenlands Bestuur (de toezichthoudende overheid) weten dat het nazicht van het meerjarenplan heeft geleid tot een aantal inhoudelijke vaststellingen betreffende:
• De strategische nota: omschrijving beleidsdoelstellingen waarin prioritaire acties (of actieplannen) kaderen
In de strategische nota wordt de beleidsdoelstelling waarin de prioritaire acties kaderen slechts beknopt omschreven door middel van een code en de omschrijving ‘prioritair beleid’.
Het vooropgestelde resultaat of effect dat de raad wil bereiken wordt hierdoor niet weergegeven.
In overeenstemming met de artikelen 4, 1ste lid en 8, 1ste lid, 1° van het BVR BBC van 30/03/2018 moet een omschrijving van de beleidsdoelstellingen worden opgenomen die het vooropgestelde resultaat of effect dat de raad wil bereiken meetbaar maakt.
• Schema T4: opmaak
In het PDF-schema T4 worden de financiële schulden op 31/12 niet correct weergegeven in de boekjaren 2020-2025:
◦ De financiële schulden op 1 januari zijn niet opgesplitst tussen de financiële schulden op lange termijn (rubriek A.1.) en de financiële schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen (rubriek B.1.). Er wordt enkel een bedrag weergegeven bij de financiële schulden op lange termijn. Dat is niet correct.
◦ De rubrieken “A.4. Overboekingen” en “B.3. Overboekingen” zijn in dit schema blanco gelaten. In deze rubrieken moeten de geraamde aflossingen voor het volgende boekjaar worden opgenomen: in “min” in de rubriek A.4 “overboekingen en in “plus” in de rubriek B.3 “overboekingen”.
Aangezien het PDF-schema T4 niet volledig is ingevuld, geeft dit een foutieve weergave van de realiteit en hebben de raadsleden niet de correcte informatie ontvangen.
• Prijssubsidies: ramingen
De toegekende prijssubsidies aan AGB Masterplan, geraamd op AR 6495 (prijssubsidies), stemmen voor de boekjaren 2020-2025 niet overeen met de ramingen zoals opgenomen in het meerjarenplan van AGB Masterplan.
Deze moeten bij beide entiteiten te allen tijde in overeenstemming zijn (rekening houdend met het verschil n.a.v. de aangerekende BTW).
Het Agentschap Binnenlands Bestuur vraagt met deze vaststellingen rekening te houden bij de eerstvolgende opmaak van de aanpassing van het meerjarenplan.
Bovenop deze inhoudelijke vaststellingen werden via mail een aantal technische bemerkingen bezorgd aan de algemeen directeur en de financieel directeur.
Besluit:
Artikel 1
Kennis te nemen van de vaststellingen van het Agentschap Binnenlands Bestuur .
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Dotaties 2020 aan de politiezone Carma - goedkeuring.
Wetgeving
• Artikel 41, § 2, 23° van het Decreet over het lokaal bestuur
het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies is een bevoegdheid die niet kan worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen
• Art. 71 en 76 van de wet van 7/12/1998 tot organisatie vaneen geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus
De besluiten van de gemeenteraad betreffende de bijdrage van de gemeente die deel uitmaakt van een meergemeentezone moeten binnen de twintig dagen voor goedkeuring naar de gouverneur worden verstuurd.
De gouverneur spreekt zich uit over de beslissingen met betrekking tot de bedragen verschuldigd aan de politieraad door een gemeente die deel uitmaakt van een meergemeentezone binnen een termijn van 25 dagen.
Feiten en context
De gemeenteraad dient de dotaties aan de meergemeentepolitiezone vast te stellen. Dit besluit dient overgemaakt te worden aan de gouverneur. De gemeenteraad stelde het meerjarenplan 2020-2025 vast op 19 december 2019. Het vaststellen van het meerjarenplan impliceerde ook het vaststellen van de kredieten van het jaar 2020 waarin volgende dotaties aan Politiezone Carma werden opgenomen:
MJP000480 - Toelage aan Politiezone Carma (werking) - € 3.012.171,00
MJP000482 - Toelage aan Politiezone Carma (NAC) - € 95.000,00
MJP000484 - Toelage aan Politiezone Carma (pensioenen) - € 70.880,00
Gegevens van de politiezone:RPR-nummer: 682.824.867
Naam: Politiezone Carma
Adres: Europalaan 27 - 3600 Genk
Rekeningnummer: BE72 0910 1988 3716
Besluit:
Artikel 1
Volgende dotaties toe te kennen aan Politiezone Carma:
MJP000480 - Toelage aan Politiezone Carma (werking) - € 3.012.171,00
MJP000482 - Toelage aan Politiezone Carma (NAC) - € 95.000,00
MJP000484 - Toelage aan Politiezone Carma (pensioenen) - € 70.880,00
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Exploitatietoelage aan Pro Challenge Helchteren vzw - goedkeuring.
Wetgeving
• Wet van 14/11/1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen
◦ De beslissing tot verlening van de toelage bepaalt de aard, de omvang, de aanwendingsvoorwaarden van de toelage en welke verantwoording van de toelagetrekker wordt geëist.
◦ Toelagen met een waarde < € 1.239,47 - er worden geen verplichtingen opgelegd maar
▪ de toelage moet aangewend worden voor het goedgekeurde doel en
▪ een controle ter plaatse is mogelijk.
◦ Toelagen met een waarde tussen € 1.239,47 en € 24.789,35
▪ De toelage moet aangewend worden voor het goedgekeurde doel.
▪ Een controle ter plaatse is mogelijk.
▪ Een verantwoording kan worden opgelegd.
◦ Toelagen met een waarde > € 24.789,35
▪ De toelage moet aangewend worden voor het goedgekeurde doel.
▪ Een controle ter plaatse is mogelijk.
▪ De trekker van de toelage moet volgende documenten voorleggen:
• Balans
• Resultatenrekening
• Verslag inzake financieel beheer en financiële toestand
▪ Een verantwoording wordt opgelegd.
• Artikel 41, § 2, 23° van het Decreet over het lokaal bestuur
het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies is een bevoegdheid die niet kan worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen
Feiten en context
Vereniging Pro Challenge Helchteren heeft als maatschappelijk doel organiseren van wielerwedstrijden op hoger niveau. Ze vraagt op 20/01/20 een toelage aan voor de organisatie van de Trofee Maarten Wynants op 9 en 10 mei 2020.
Gegevens van deze vereniging:RPR-nummer: BE05-4593-4410
Naam: Pro Challenge Helchteren
Adres: Don Boscostraat 3, 3530 Houthalen-Helchteren
Rekeningnummer: BE83 0018 5783 2815
Adviezen
• De toelage kan betaald worden via volgende registratiesleutel:
◦ MJP 000325 Toelage aan Pro Challenge Helchteren vzw voor organisatie wielerwedstrijd.
◦ Algemene rekening 64900000
◦ Beleidsveld 0740
Het vaststellen van het meerjarenplan of de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 door de gemeenteraad op 19 december 2019 impliceerde ook het vaststellen van de kredieten van het jaar 2020 waarin deze registratiesleutel werd opgenomen.
• De toelage bedraagt € 10.000
• Financieel advies dd. 24/01/20: gunstig
Besluit:
Artikel 1
De gemeenteraad kent een toelage van € 10.000 toe aan Pro Challenge Helchteren voor het organiseren van Trofee Maarten Wynants op 9 en 10 mei 2020.
Artikel 2
De toelage wordt aangerekend op volgende registratiesleutel:
• MJP 000325 Toelage aan Pro Challenge Helchteren vzw voor organisatie wielerwedstrijd.
• Algemene rekening 64900000
• Beleidsveld 0740
Artikel 3
Pro Challenge Helchteren moet voor deze toelage een verantwoording indienen in 2021:
◦ De toelage moet aangewend worden voor het goedgekeurde doel.
◦ Een controle ter plaatse is mogelijk.
◦ Voor 30 juni van het jaar volgend op het jaar waarin de toelage werd toegekend moet de trekker de toelage verantwoorden op basis van facturen of loonstaten.
◦ De verantwoordingsstukken (facturen of loonstaten) voor deze toelage kunnen en mogen slechts 1 keer worden voorgelegd.
◦ Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de controle op de verantwoording van de toelage.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Exploitatietoelage aan Fonds Sint-Vincentius - goedkeuring.
Wetgeving
• Wet van 14/11/1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen
◦ De beslissing tot verlening van de toelage bepaalt de aard, de omvang, de aanwendingsvoorwaarden van de toelage en welke verantwoording van de toelagetrekker wordt geëist.
◦ Toelagen met een waarde < € 1.239,47 - er worden geen verplichtingen opgelegd maar
▪ de toelage moet aangewend worden voor het goedgekeurde doel en
▪ een controle ter plaatse is mogelijk.
◦ Toelagen met een waarde tussen € 1.239,47 en € 24.789,35
▪ De toelage moet aangewend worden voor het goedgekeurde doel.
▪ Een controle ter plaatse is mogelijk.
▪ Een verantwoording kan worden opgelegd.
◦ Toelagen met een waarde > € 24.789,35
▪ De toelage moet aangewend worden voor het goedgekeurde doel.
▪ Een controle ter plaatse is mogelijk.
▪ De trekker van de toelage moet volgende documenten voorleggen:
• Balans
• Resultatenrekening
• Verslag inzake financieel beheer en financiële toestand
▪ Een verantwoording wordt opgelegd.
• Artikel 41, § 2, 23° van het Decreet over het lokaal bestuur
het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies is een bevoegdheid die niet kan worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen
Feiten en context
Na 10 jaar neemt Herman Reynders afscheid als gouverneur van de provincie Limburg.
Op donderdag 30 januari 2020 vond de huldiging en receptie plaats op het provinciehuis.
Burgemeester Alain Yzermans ontving een uitnodiging en wenst een geschenk vanwege het gemeentebestuur Houthalen-Helchteren af te geven.
Op de uitnodiging die de burgemeester ontving wordt verwezen naar een eventuele gift, te storten
naar het Fonds ' Vrienden van Sint-Vincentius Limburg'.
Gegevens van deze vereniging:
RPR-nummer:459239174
Naam: Sint-Vincentius A Paulovereniging Provinciale Raad Van Limburg
Adres: Billikstraat 7 bus 1, 3511 Hasselt
Rekeningnummer: BE10 0000 0000 0404
MET VERMELDING **018/0710/00067***
Adviezen
• De toelage kan betaald worden via volgende registratiesleutel:
◦ MJP 000192 Toelage voor bijzondere en inclusieve evenementen
◦ Algemene rekening 64900000
◦ Beleidsveld 0709
Het vaststellen van het meerjarenplan of de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 door de gemeenteraad op 19 december 2019 impliceerde ook het vaststellen van de kredieten van het jaar 2020 waarin deze registratiesleutel werd opgenomen.
• De toelage bedraagt € 250.
• Financieel advies dd. 24/01/20: gunstig
Besluit:
Artikel 1
De gemeenteraad kent een toelage van €250 toe aan het Fonds 'Vrienden van Sint-Vincentius Limburg' voor gift nav het vertrek van Herman Reynders als gouverneur van de Provincie Limburg.
Artikel 2
De toelage wordt aangerekend op volgende registratiesleutel:
• MJP 000192 Toelage voor bijzondere en inclusieve evenementen
• Algemene rekening 64900000
• Beleidsveld 0709
Artikel 3
Fonds 'Vrienden van Sint-Vincentius Limburg' moet voor deze toelage geen verantwoording indienen in 2020.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Kerkfabriek Sint-Trudo: toekenning investeringstoelage - renovatie Sint-Trudokerk - goedkeuring.
Wetgeving
• Artikel 52/1, § 1 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten:
gemeentebesturen dragen bij in de investeringen in de gebouwen van de eredienst
• Artikel 41, § 2, 23° van het Decreet over het lokaal bestuur:
het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies is een bevoegdheid die niet kan worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.
• Het MJP 2020-2025 werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 19 december 2019.
Feiten en context
Op 9 januari 2020 ontvingen wij van kerkfabriek Sint-Trudo een aanvraag voor een investeringstoelage ten bedrage van € 19.097,88 voor renovatie Sint-Trudokerk zonder betalingsbewijs.
Op 15 januari 2020 ontvingen wij van kerkfabriek Sint-Trudo een aanvraag voor een investeringstoelage ten bedrage van € 11.563,31 voor renovatie Sint-Trudokerk met betalingsbewijs.
Betalingsbewijs van vorige aanvraag (5/11/2019, GR 19/12/2019 tbv. € 15.492,07 en 29/11/2019, GR 19/12/2019 tbv. € 51.786,96) werden bijgevoegd.
In het meerjarenplan 2020-2025 werd een totaal budget van € 800.000 voorzien voor het
toekennen van investeringstoelagen aan onze kerkbesturen. Tot op heden gebeurden er nog geen
toekenningen.
Deze uitgaven zijn voorzien in actie 1419/8/6/1/1, BV 0790, AR 66400000 toegestane inversteringssubsidies, waarvan het resterend saldo € 379.365,58 wordt overgedragen.
Gegevens van de vereniging: RPR-nummer: BE 0211.193.051
Naam: Kerkfabriek Sint-Trudo
Adres: Sint-Trudoplein 12, 3530 Houthalen-Helchteren
Rekeningnummer: BE88 0910 0142 7141
Financieel advies
Team financiën op 16/01/2020 : gunstig.
Besluit:
Artikel 1
De gevraagde investeringstoelage ten bedrage van € 30.661,19 (19.097,88+11.563,31) toe te kennen aan Kerkfabriek Sint-Trudo.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Reglement van het gemeentelijk kopieercentrum - goedkeuring.
Wetgeving
Het Decreet over het Lokaal Bestuur: artikel 40, §3 dat de bevoegdheid over het vaststellen van de gemeentelijke reglementen toewijst aan de gemeenteraad.
Feiten en context
De kredieten voor het jaar 2020 zijn opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025. Dit meerjarenplan werd door de gemeenteraad vastgesteld op 19 december 2019.
Het bestaande reglement met betrekking tot het Kopieercentrum dateert van 23/06/2016 en dient aangepast te worden om parallel te blijven lopen met de wijzigingen in de organisatiestructuur en de gebruikte terminologieën.
Voorliggend reglement heft alle voorgaande reglementen op.
Financieel advies
Financieel advies van 16/01/2020: gunstig.
Tussenkomst door raadslid Maarten Houben en antwoord door algemeen directeur Wim Haest.
Besluit:
ARTIKEL 1:
ARTIKEL 1:VESTIGING
Het gemeentelijk kopieercentrum is gevestigd in het NAC, Pastorijstraat 30.
ARTIKEL 2: BEPALINGEN
In voorliggend reglement wordt de term reproducties (en afgeleiden) gebruikt als aanduiding voor het vermeerderen van teksten, documenten, … het zij via kopiëren, riso, printen, enz.
ARTIKEL 3: DOEL
Het doel van het gemeentelijk kopieercentrum is:
a)In de eerste plaats opdrachten verwerken voor alle interne teams die het gemeentebestuur, het OCMW en Zorg HH ondersteunen door middel van het centraliseren van de verschillende machines en hulpstukken nodig voor het reproduceren van diverse stukken en de volledige afwerking hiervan.
b)Opdrachten leveren aan anderen.
c)Opdrachten voor particulieren, beroeps- of handelsdoeleinden en voor niet-erkende verenigingen zijn niet toegestaan zonder uitdrukkelijk akkoord van het College van Burgemeester en Schepenen.
ARTIKEL 4: BEHEER
Het gemeentebestuur van Houthalen-Helchteren beheert het gemeentelijk kopieercentrum door :
a)De betrokken Beleidscoördinator opdracht te geven het reglement, na goedkeuring door de gemeenteraad, te doen toepassen en naleven door alle betrokkenen. De Beleidscoördinator of diens medewerker zal alle noodzakelijke wijzigingen en/of aanvullingen aan het reglement ter goedkeuring voorleggen aan de gemeenteraad.
b)Een bediener voor de diverse machines ter beschikking te stellen.
c)Te zorgen voor het noodzakelijke onderhoud van de verschillende machines en andere hulpmiddelen.
d)De aankoop van de nodige grondstoffen voor het optimaal functioneren van het kopieercentrum.
e)Het dragen van al de overige bedrijfskosten zoals die zich kunnen voordoen met betrekking tot uitrusting, onderhoud, herstellingen …
ARTIKEL 5: TOEGANKELIJKHEID VAN DE KOPIEERCENTRUM
Het gemeentelijk kopieercentrum is geopend:
a)voor de verenigingen uit Houthalen-Helchteren tijdens de openingsuren van de gemeentelijke dienstverlening in het NAC.
b)voor de anderen dagelijks tijdens de kantooruren.
Bij het binnenbrengen van een opdracht wordt een leveringsdatum afgesproken tussen beide partijen. (Onvoorziene omstandigheden zoals bvb. herstellingen aan machines voorbehouden, ... )
Er wordt aangeraden maximaal rekening te houden met het gegeven dat opdrachten best minstens twee weken voor de afleverdatum worden binnen gebracht bij het kopieercentrum.
ARTIKEL 6: OPDRACHTEN VOOR GEMEENTELIJKE, OCMW- en ZORG-TEAMS
a.Voor alle teams zonder eigen boekhouding en/of subsidiëring, alsook voor de uitnodigingen en werkingsverslagen van de gemeentelijke adviesraden en de Vriendenkring wordt het reproductiewerk gratis verzorgd. De opdrachten moeten duidelijk voor de teams bestemd zijn.
b.Het kopieercentrum houdt nauwgezet, ten behoeve van de interne rapportering, een overzicht bij van de opdrachten die voor de diverse teams worden uitgevoerd.
ARTIKEL 7: OPDRACHTEN VOOR ANDEREN
Het kopieercentrum kan opdrachten uitvoeren:
•Voor de verenigingen uit Houthalen-Helchteren, de gemeenteraadsleden, OCMW-raadsledende raadsleden, de leden van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD), het gemeentepersoneel, het OCMW-personeel, het personeel van Zorg HH en diens kinderen.
•Volgende randvoorwaarden zijn van toepassing:
a)De opdrachten worden uitgevoerd tegen volledige kostprijs tenzij anders wordt beslist door het college van burgemeester en schepenen.
b)De opdrachten voor de gemeentelijke, OCMW- en Zorg-teams hebben voorrang.
c)De kosten verbonden aan het gevraagde werk zullen gefactureerd worden en kunnen NIET afgehandeld worden in het kopieercentrum. Facturen ≤ €25 dienen via bancontact (bij voorkeur) betaald te worden aan het Centraal Onthaal in het NAC vooraleer de drukwerken afgeleverd worden. De facturen > €25 kunnen bij afhaling via bancontact aan het centraal onthaal in het NAC betaald worden of achteraf via overschrijving binnen de betaaltermijn van 14 kalenderdagen vermeld op de factuur.
d)Opdrachten voor het gemeentelijk kopieercentrum dienen drukklaar en bij voorkeur digitaal te worden aangeleverd. Het personeel van het gemeentelijk kopieercentrum vervaardigt geen originelen.
e)Voor gemeenteraadsledenraadsleden, leden van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD), personeelsleden, hun inwonende kinderen en familieleden tot de 1ste graad mogen volgende opdrachten worden uitgevoerd (inclusief de volledige afwerking): wens- en feestkaarten, uitnodigingen, menukaarten, rouwdrukwerk, huwelijksdrukwerk.
f)De medewerker van het gemeentelijk kopieercentrum kan opdrachten voorlopig weigeren. Deze voorlopig geweigerde aanvragen worden voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen dat over de aanvraag zal oordelen.
g)De opdrachten moeten duidelijk bestemd zijn voor de opdrachtgever en niet voor derden.
ARTIKEL 8: DEONTOLOGIE
Er wordt geen gevolg gegeven aan een opdracht wanneer de teksten hiervan :
a)strijdig zijn met de goede zeden;
b)enkel publiciteit inhouden, het zij voor handelsdoeleinden, het zij voor politieke belangen;
c)afbrekende kritiek inhouden op wereldlijke en geestelijke overheid en/of op private personen.
In geval van betwisting zal het College van Burgemeester en Schepenen oordelen over de gevraagde opdracht.
ARTIKEL 9: GEBRUIK MULTIFUNCTIONELE PRINTERS (MFP's)
a.Iedere MFP-gebruiker beschikt over een persoonlijke badge om zijn/haar printopdrachten af te drukken. Deze printopdrachten worden geregistreerd in de Papercut-tool die tevens de kostprijs per printopdracht berekent.
b.Om overbelasting van de MFP's in de back-office te vermijden, door het maken van reeksen van > 30 exemplaren per blad, moet ieder team zijn reproductiewerken vooruit plannen zodat dit door het kopieercentrum kan gedaan worden.
c.Het reproduceren voor eigen rekening (privé) moet beperkt blijven tot het strikte minimum. Indien het aantal reproducties groter is dan 100 per jaar worden deze, voor het gedeelte in bovental, afgerekend bij team Financiën. Hiervoor wordt een formulier voorzien op extranet.
Deze regeling is een strikt persoonlijke gunst en mag niet gebruikt worden om door combinatie met collega’s grotere aantallen gratis te reproduceren. De deontologie dient gerespecteerd te worden. Team ICT controleert maandelijks de tellerstanden in functie van de facturatie door het AGB Masterplan.
d.Per politieke fractie zijn 500 reproducties gratis + 100 exemplaren per fractielid. Alles boven deze totalen zal worden verrekend volgens de vastgelegde prijzen.
e.Team ICT verwittigt tevens de leverancier in geval van pannes. Team ICT is de schakel tussen de firma en het gemeentebestuur. Enkel op deze manier kan er een goed zicht behouden blijven over de storingen die zich eventueel zouden voordoen.
f.Misbruiken zullen respectievelijk aan de secretarisAlgemeen Directeur en het College van Burgemeester en Schepenen gemeld worden.
g.Het is aan te raden om ieder voor zich de aard en aantal van een reproductiewerk te noteren, om zich later eventueel te kunnen verantwoorden bij betwistingen.
ARTIKEL 10: GEBRUIK PLOTTER
a)De plotter staat in het kopieercentrum en kan gebruikt worden door de medewerkers die per beleidsdomein werden aangeduid door de Beleidscoördinator in kwestie.
b)Medewerkers die gebruik willen maken van de plotter richten zich in eerste instantie tot deze aangeduide gebruikers.
c)Iedere plotopdracht dient geregistreerd te worden en in detail te worden gecommuniceerd met de verantwoordelijke van het kopieercentrum zodat, daar waar van toepassing, de nodige facturatie kan worden opgemaakt.
ARTIKEL 11: KOSTPRIJZEN
a)Alle kosten, zowel de reproductiekosten als de materiaalkosten, zullen, afhankelijk van de aankoopkosten, doorgerekend worden aan de aanvrager. De eenheidsprijzen worden in het facturatiepakket ingevoerd en actueel gehouden.
b)De gemeenteraad delegeert de bevoegdheid voor de aanpassingen aan de eenheidsprijzen aan het College van Burgemeester en Schepenen. Deze tarieven zullen in samenspraak met team Financiën, team ICT en hun beleidscoördinator actueel gehouden worden mits voorlegging van het tariefreglement aan het College van Burgemeester en Schepenen. Dit zal gebeuren in de vorm van een gedateerd en ondertekend document waarin alle artikels worden vermeld met inbegrip van de prijs per eenheid.
ARTIKEL 12 SLOTBEPALINGEN
Dit reglement treedt in werking na goedkeuring door de Gemeenteraad en vervangt alle voorgaande beslissingen betreffende de werking van het gemeentelijk kopieercentrum.
Voorstellen tot wijzigingen aan dit reglement worden in overleg met de bevoegde schepen voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen waarna een agendering op de Gemeenteraad volgt indien een aanpassing van het reglement zich opdringt.
Indien verschil in mening of twijfel bestaat over de toepassing van dit reglement en in de gevallen waarin het niet voorziet, beslist het College van Burgemeester en Schepenen.
Elke overtreding van het reglement of poging tot druk uitoefenen op de verantwoordelijke van het kopieercentrum, zal aan het College van Burgemeester en Schepenen voorgelegd worden en kan aanleiding geven tot sancties.
ARTIKEL 2:
De gemeenteraad delegeert de bevoegdheid voor de aanpassingen aan de eenheidsprijzen aan het College van Burgemeester en Schepenen.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Subsidiereglement inzake isolatiepremies - goedkeuring.
Wetgeving
• De kredieten voor het jaar 2020 zijn opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025. Dit meerjarenplan werd door de gemeenteraad vastgesteld op 19 december 2019.
• Het reglement betreft de gemeentelijke premie voor dakisolatie en muurisolatie, goedgekeurd op de gemeenteraadszitting van 9 december 2013 voor de periode 2014-2019.
• Decreet van 20 maart 2019: het optimalisatiedecreet woningkwaliteit en haar uitvoeringsbesluiten.
• Decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid en haar uitvoeringsbesluiten (het energiebesluit).
Feiten en context
Het reglement, goedgekeurd op 9 december 2013, is enkel geldig voor aanvragen tot en met 31 december 2019.
Adviezen
Team milieu en duurzaamheid geeft een gunstig advies. Voor het stimuleren van investeringen in dak- of zoldervloerisolatie en muurisolatie blijft een gemeentelijke premie interessant omwille van volgende redenen:
• Isoleren blijft één van de meest efficiënte maar ook financieel haalbare investeringen voor vele mensen. Ondanks de wettelijke verplichting dat alle Vlaamse huur- en koopwoningen, aangesloten op het elektriciteitsnet voor 1 januari 2006, uiterlijk 1 januari 2020 moeten voldoen aan de dakisolatie norm, zullen nog veel daken niet geïsoleerd zijn. De gemeentelijke premie blijkt, in de praktijk, vaak de doorslaggevende stimulans om te investeren in isolatie.
• Inzetten op een verlaagde energie-vraag is iets wat we als cleantech-gemeente moeten blijven doen. De meest duurzame energie is de energie die we niet verbruiken.
• De communicatie rond de gemeentelijke premie voor dak- of zoldervloerisolatie en muurisolatie kadert tegelijkertijd in een ruimere sensibilisatieactie met betrekking tot het klimaat.
De bepalingen uit het subsidiereglement 2014-2019 kunnen overgenomen worden voor het subsidiereglement voor de periode 2020-2025.
Financieel advies
Op 22 januari 2020 verleent team Financiën een gunstig advies.
De kosten kunnen vereffend worden op het algemeen rekeningnummer:
MJP000348: Financiële stimuli aanbieden aan de individuele bouwheer (vroegere cleantechsubsidies)
Algemene rekening: 64900000
Beleidsveld: 0350
waarop een jaarlijks budget van 9.000 euro voorzien werd.
Besluit:
Artikel 1
Het subsidiereglement goed te keuren
Subsidiereglement
Artikel 1 – Subsidiereglement
De onbehandelde aanvragen met een ontvangstdatum voor 1 januari 2020 komen nog in aanmerking voor deze subsidie.
Dak- of zoldervloerisolatie en muurisolatie die vanaf 1 januari 2020 zijn geplaatst, komen in aanmerking voor een premie volgens het gemeentelijk subsidiereglement 'isolatie'.
Bij de datum van indiening geldt de postdatum als bewijs. Indien de postdatum ontbreekt, geldt de stempeldatum van inkomende post als bewijs.
Artikel 2 - Definities
Dak- of zoldervloerisolatie: degelijk geplaatste dakisolatie zal het energieverbruik erg verlagen. Dakisolatie zorgt ervoor dat de warmte (opgewekt door de verwarming) in de winter binnen blijft. Ook in de zomer houdt isolatie de zonnewarmte tegen. De premie is geldig voor dakisolatie of voor zoldervloerisolatie, maar niet voor beide. Voor de isolatie van de zoldervloer kunt u alleen een premie krijgen als het gaat om de vloer van een onverwarmde zolder.
Muurisolatie: door het isoleren van de muren zal men minder energieverlies hebben. De muurisolatie die in aanmerking komt is spouwmuurisolatie en isolatie van de buitenzijde van een bestaande buitenmuur.
Bestaande woningen: woningen die voor 1 januari 2006 zijn aangesloten op het elektriciteitsnet.
Artikel 3 - Premiebedrag
Artikel 3.1
Binnen de kredieten van de goedgekeurde begroting wordt een subsidie verleend voor de aankoop en installatie van:
• Dak- of zoldervloerisolatie. Deze premie bedraagt 2 EUR per geplaatste m² indien de plaatsing gebeurt door een geregistreerd aannemer. Indien u de dakisolatie zelf aanbrengt, ontvangt u een premie van 1 EUR per geplaatste m². Per gebouw kan maximum 50 m² dakoppervlakte worden gesubsidieerd.
• Muurisolatie. Deze premie bedraagt 3 EUR per geplaatste m². Per gebouw kan maximum 50 m² muuroppervlakte worden gesubsidieerd. Enkel de plaatsing gedaan door een geregistreerd aannemer komt in aanmerking.
Artikel 3.2 – Beschermde afnemer
Binnen de kredieten van de goedgekeurde begroting wordt de subsidie voor beschermde afnemers verhoogd met 10%.
In het energiebesluit wordt vastgelegd wie een beschermde afnemer is. Er bestaan verschillende categorieën beschermde afnemers. Ze dienen een kopie van het attest “beschermde afnemer” bij de premieaanvraag toe te voegen om te bewijzen dat ze op het moment van de subsidieaanvraag tot één van deze categorieën behoren. Voor meer informatie hieromtrent, zie de website
www.energiesparen.be/sociaal/beschermd/wie of https://www.fluvius.be/nl.
Voor beschermde afnemers kan deze toelage gecumuleerd worden met andere bouw- of renovatiepremies van om het even welke instelling of overheid. Het totale bedrag van de bekomen premies mag niet hoger zijn dan 95% van de totale kostprijs. Indien dit percentage overschreden wordt, zal het bedrag van de gemeentelijke premie verminderd worden tot een gecumuleerde subsidie van 95%.
Voordat de gemeentelijke premie voor dakisolatie en muurisolatie wordt toegekend, moeten beschermde afnemers eerst alle toegekende premies van om het even welke instelling of overheid bewijzen. Indien de aanvrager alle andere subsidiemogelijkheden heeft uitgeput en indien het totale bedrag van de bekomen premies niet hoger is dan 95% van de totale kostprijs, zal het gemeentebestuur de premie voor dakisolatie toekennen zoals vermeld in artikel 3.
Artikel 4 - Toekenning
Elke premie kan slechts éénmaal per adres worden toegepast.
De premie wordt toegekend aan de aanvrager. Deze persoon dient gerechtigd te zijn tot het (laten) plaatsen van de installatie waarvoor de aanvraag wordt ingediend. Als gerechtigd worden beschouwd:
• de eigenaar van het gebouw,
• de gebruiker of huurder van het gebouw mits de eigenaar het aanvraagformulier voor akkoord heeft ondertekend.
Deze toelage kan gecumuleerd worden met andere bouw- of renovatiepremies van om het even welke instelling of overheid. Het totale bedrag van de bekomen premies mag niet hoger zijn dan 90% van de totale kostprijs. Indien dit percentage overschreden wordt, zal het bedrag van de gemeentelijke premie verminderd worden tot een gecumuleerde subsidie van 90%.
Voor beschermde afnemers: zie artikel 3.2.
Voordat de gemeentelijke premie voor dakisolatie en muurisolatie wordt toegekend, moet de aanvrager eerst alle toegekende premies van om het even welke instelling of overheid bewijzen. Indien de aanvrager alle andere subsidiemogelijkheden heeft uitgeput en indien het totale bedrag van de bekomen premies niet hoger is dan 90% van de totale kostprijs, zal het gemeentebestuur de premie voor dakisolatie en muurisolatie toekennen zoals vermeld in artikel 3.
Artikel 5 – Algemene voorwaarden
Enkel dak- of zoldervloerisolatie en muurisolatie die geplaatst worden in regelmatig vergunde woongelegenheden, die volledig op het grondgebied van Houthalen-Helchteren liggen, komen in aanmerking.
Artikel 6 – Toekenningsvoorwaarden
De subsidie voor dak- of zoldervloerisolatie en muurisolatie wordt enkel bij bestaande woningen toegekend op voorwaarde dat:
• woningen waarvoor de premie voor dakisolatie wordt aangevraagd, voor 1 januari 2006 aangesloten zijn op het elektriciteitsnet. De premie wordt dus niet toegekend voor het isoleren van het dak van een nieuwbouwwoning of een recent gebouwde woning,
• de aanvrager een bewijs kan voorleggen dat hij de premie voor de plaatsing van dak- of zoldervloerisolatie voor huishoudelijke klanten heeft ontvangen van fluvius,
• de aanvrager een kopie van de facturen inclusief btw voorlegt die de aankoop van de isolatie aantonen indien de plaatsing gebeurt door de aanvrager,
• de aanvrager een kopie van de facturen inclusief plaatsingskosten en btw voorlegt die de aankoop en de installatie van de isolatie aantonen indien de plaatsing gebeurt door een geregistreerd aannemer.
Artikel 7– Plaatsing
Artikel 7.1. Dak- of zoldervloerisolatie
Indien de plaatsing geschiedt door een geregistreerd aannemer of indien u de isolatie zelf aanbrengt, dient de plaatsing te gebeuren in overeenstemming met bestaande wetten, reglementen, verordeningen, gebruiken en regels van goed vakmanschap.
Artikel 7.2. Muurisolatie
De plaatsing dient te gebeuren door een geregistreerd aannemer en in overeenstemming met bestaande wetten, reglementen, verordeningen, gebruiken en regels van goed vakmanschap.
Artikel 8 – Premie-aanvraag
De aanvraag moet worden ingediend bij het gemeentebestuur van Houthalen-Helchteren op een door de gemeente ter beschikking gesteld aanvraagformulier.
Artikel 9
De subsidie zal binnen een redelijke termijn na het indienen van het aanvraagformulier worden uitbetaald na beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen.
Het College van Burgemeester en Schepenen behoudt zich het recht om uitbetaling van de premie te weigeren, te verminderen of uit te stellen. Bij deze beslissing kan het College van Burgemeester en Schepenen zich laten leiden door een verslag van een bevoegd persoon die door het gemeentebestuur kan worden aangeduid.
De aanvrager wordt van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen schriftelijk in kennis gesteld.
Indien het aantal aanvragen het totaal in de begroting voorziene bedrag overstijgt, zal het toekennen van de premies verlopen in functie van de datum van indiening tot uitputting van het totaal in de begroting voorziene bedrag voor het betrokken dienstjaar. Datum van indiening betekent dat de postdatum als bewijs geldt. Indien de postdatum ontbreekt, geldt de stempeldatum van inkomende post als bewijs. Bij uitputting van het totaal in de begroting voorziene bedrag voor het betrokken dienstjaar zal de uitbetaling verschoven worden naar het volgend dienstjaar onder voorbehoud van middelen opgenomen in de begroting.
Artikel 10
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020 en geldt tot en met 31 december 2025.
Indien netbeheerder fluvius de isolatiepremie voor de plaatsing van dak- of zoldervloerisolatie en muurisolatie voor huishoudelijke klanten afschaft, behoudt het gemeentebestuur het recht om de subsidies op te heffen.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Uitbesteding onderhoudsdiensten aan een firma uit de socio-economische sector (2020-2023): lastvoorwaarden en gunningswijze - goedkeuring.
Wetgeving
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 15 (toegang voorbehouden aan sociale werkplaatsen of maatschappelijke en professionele integratie van gehandicapten of kansarmen, of toegang voorbehouden aan programma's voor beschermde arbeid) en artikel 36.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Feiten en context
Het meerjarenplan 2020-2025 werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2019.
Het begrip dagelijkse bestuur vastgesteld en goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28 maart 2019, m.n. alle handelingen die betrekking hebben op exploitatie kredieten, die het gemeentebestuur niet jaar overschrijdend binden en alle handelingen die betrekking hebben op in de exploitatie ingeschreven kredieten die het gemeentebestuur jaar overschrijdend binden met een maximumbedrag van € 139.000 exclusief BTW berekend over de volledige opdrachtduur (voor overeenkomsten van bepaalde duur met de mogelijkheid tot stilzwijgende verlenging en voor overeenkomsten van onbepaalde duur wordt de totale opdrachtwaarde berekend over 48 maanden).
In het kader van de opdracht “Uitbesteding onderhoudsdiensten aan firma uit socio-economische sector (2020-2023)” werd een bestek met nr. 2019/2299 opgesteld door Beleidsdomein Patrimonium - Team Gebouwenbeheer.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 195.200,00 excl. btw of € 236.192,00 incl. 21% btw over de volledig duurtijd van de overeenkomst. Dit komt neer op een jaarlijkse kost van € 48.800,00 excl. btw of € 59.048,00 incl. 21% btw.
De opdracht zal aflopen op 31 december 2023.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking.
Advies
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 - MJP 000669 'uitbestedingen gefinancierd met personeelsmiddelen', 61400100/0112.
Advies van beleidscoördinator beleidsdomein Patrimonium op 23/12/2019: in orde.
Advies van beleidsdomein Patrimonium – Team Gebouwenbeheer op 13/12/2019: gelezen en goedgekeurd.
Het financiële advies van 10/01/2020: financieel gunstig.
Tussenkomst door raadslid Stijn Van Dingenen en antwoord door schepen Mustafa Aytar.
Besluit:
Artikel 1
Het bestek met nr. 2019/2299 en de raming voor de opdracht “Uitbesteding onderhoudsdiensten aan firma uit socio-economische sector (2020-2023)”, opgesteld door beleidsdomein Patrimonium - Team Gebouwenbeheer worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 195.200,00 excl. btw of € 236.192,00 incl. 21% btw.
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Artikel 3
De opdracht zal Europees bekend gemaakt worden.
Artikel 4
In toepassing van artikel 15 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, is de opdracht voorbehouden aan sociale werkplaatsen en ondernemers die de sociale en professionele integratie van kansarmen of personen met een handicap tot doel hebben.
Artikel 5
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal en Europees niveau.
Artikel 6
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 - MJP 000669 'uitbestedingen gefinancierd met personeelsmiddelen', 61400100/0112
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Wijziging arbeidsreglement gemeentelijk onderwijs - goedkeuring.
Wetgeving
• Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen en latere wijzigingen: artikelen 1,4 en 11 tot en met 15sexies.
• Decreet rechtspositie van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en latere wijzigingen.
• Wet van 29 juli 1991: alle bestuurshandelingen dienen uitdrukkelijk gemotiveerd te worden.
• Gemeenteraadsbesluit van 25 april 2019 over de vastlegging van het arbeidsreglement voor de personeelsleden van het gemeentelijk basisonderwijs.
• Decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Feiten en context
Een goede schoolorganisatie steunt op duidelijke afspraken tussen het personeel en het schoolbestuur.
Alle personen die onder gezag arbeid verrichten in het gemeentelijk onderwijs, moeten worden geïnformeerd over de voorwaarden die op hun arbeidsverhouding van toepassing zijn.
Het decreet rechtspositie en het decreet basisonderwijs laten voldoende ruimte om lokaal en autonoom concrete afspraken te maken rond rechten en plichten van het personeel en het schoolbestuur.
Het arbeidsreglement is gebaseerd op het model van arbeidsreglement van OVSG.
Het huidige arbeidsreglement goedgekeurd op 25 april 2019 is toe aan actualisatie.
Wijzigingen:
• invoering verplichte aanvangsbegeleiding sinds 1 september 2019 voor de tijdelijke personeelsleden in het onderwijs,
• aanpassing voorwaarden recht op TADD (= tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur) en invoering ‘beoordelingen’ sinds 1 september 2019 voor de tijdelijke personeelsleden in het onderwijs,
• afspraken inzake communicatie van dienstorders aan personeelsleden
• invoering privacyverklaring voor personeelsleden,
• mogelijkheid van delegatie van inningsbevoegdheden aan directeur en andere personeelsleden conform regels organisatiebeheersingssysteem.
De voorgestelde aanpassingen (in vet gemarkeerd) werden besproken tijdens de schoolhoofdenvergadering van 21 januari 2020.
Inhoud van het arbeidsreglement:
Inhoudstabel3
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen en definities5
1.1Draagwijdte5
1.2Toepassingsgebied5
1.3Definities5
Hoofdstuk 2: Arbeidsduur, arbeidstijd, prestatieregeling, vakantieregeling7
2.1 Algemeen7
2.2 Directeur10
2.3 Zorgcoördinator, ICT-coördinator en administratief medewerker11
2.4 Onderwijzend personeel12
2.5 Stafmedewerker-scholengemeenschap13
2.6 Kinderverzorgster13
Hoofdstuk 3: Afwezigheden en verlof14
3.1 Individuele afwezigheden14
3.2 Ziekte14
3.3 Afwezigheids- en verlofstelsels15
Hoofdstuk 4: Meting en controle op de arbeid15
Hoofdstuk 5: Betaling van het salaris15
Hoofdstuk 6: Leerlingentoezicht16
Hoofdstuk 7: Functiebeschrijvingen en evaluatie17
Hoofdstuk 7bis: Beoordeling aan de vooravond van TADD 17
Hoofdstuk 8: Ontslagregeling18
8.1 Opzeggingstermijnen18
8.2 Dringende redenen18
Hoofdstuk 9: Orde- en tuchtregeling19
Hoofdstuk 10: Personeelsdossier20
10.1 Administratief dossier20
10.2 Tuchtdossier20
Hoofdstuk 11: Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de personeelsleden21
11.1 Algemeen 21
11.2 Ten aanzien van het schoolbestuur, de directeur en het personeelsteam21
11.3 Ten aanzien van ouders, leerlingen en derden22
11.4 Ten aanzien van de inspectie, verificatie en de pedagogische begeleidingsdienst23
Hoofdstuk 12: Specifieke verplichtingen23
12.1 Ambtsgeheim, discretieplicht, privacy en informatieveiligheid 23
12.2 Zorgvuldig bestuur24
12.3 Initiatieven van personeelsleden25
12.4 Verzekering25
12.5 Schoolreglement25
12.6 Gebruik van communicatie- en informaticatoepassingen26
12.7 Bestellingen, andere extra onkosten en schoolfinanciën 26
Hoofdstuk 13: Auteurswet26
13.1 Auteursrechten (werken)26
13.2 Naburige rechten (prestaties)27
13.3 Reprografierechten (werken, databanken en prestaties)27
13.4 Overdracht van vermogensrechten27
Hoofdstuk 14: Veiligheid, gezondheid en welzijn28
14.1 Algemeen28
14.2 Gezondheid29
14.3 Genotsmiddelen30
14.4 Veiligheid30
14.5 Arbeidsongeval, ongeval op weg naar of van het werk30
Hoofdstuk 15: Bescherming tegen stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk 31
Hoofdstuk 16: Onthaal van nieuwe personeelsleden38
Hoofdstuk 17: Bevoegde inspectiediensten38
BIJLAGEN39
Bijlage 1: Mededelingen inzake welzijn
Bijlage 2: Adressen van de bevoegde inspectiediensten
Bijlage 3: Mededelingen inzake informatieveiligheid
Bijlage 4: Schema procedure inzake verzoek tot psycho-sociale interventie door het personeelslid
Bijlage 5: Gedragscode E-policy
Bijlage 6: Deontologische code
Bijlage 7: Reglement verloven
Bijlage 8: Beleid inzake alcohol en drugs
Bijlage 9: Agressieprotocol
Bijlage 10: Reglement fietsvergoeding
Bijlage 11: Reglement vergoeding dienstverplaatsingen gemeentelijk onderwijs
Bijlage 12 Reglement maaltijdvergoeding aan personeelsleden voor dienstreizen van een dag
Bijlage 13: Reglement toekenning en gebruik GSM
Bijlage 14: Reglement geschenkcheques
Bijlage 15: Standaard beoordelingsverslagen tijdelijke personeelsleden (nieuw)
Bijlage 16: Protocol van akkoord van het afzonderlijk bijzonder comité van 22 januari 2020
De gemarkeerde artikelen van het arbeidsreglement worden gewijzigd.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 27 januari 2020 dit punt doorverwezen naar de eerstvolgende zitting van de gemeenteraad.
Adviezen
• Protocol van akkoord van 22 januari 2020 van het afzonderlijk bijzonder comité.
• Gunstig advies team gemeentelijk onderwijs van 22 januari 2020.
Besluit:
Artikel 1
Het bestaande arbeidsreglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 april 2019 voor de personen die onder gezag arbeid verrichten in de onderstaande gemeentelijke scholen te wijzigingen:
• gemeentelijke lagere school De Griffel, Hortensiastraat 3, 3530 Houthalen-Helchteren
• gemeentelijke lagere school De Lakerberg, Kerkhofstraat 88, 3530 Houthalen-Helchteren
• gemeentelijke kleuterschool De Kleine Kunstenaar, Edelweisstraat 4, 3530 Houthalen-Helchteren
• gemeentelijke basisschool 't Centrum, Guldensporenlaan 13, 3530 Houthalen-Helchteren.
Artikel 2
Het gewijzigde arbeidsreglement (inclusief de bijlagen), opgenomen in bijlage van dit besluit, voor de personen die onder gezag arbeid verrichten in één van onderstaande gemeentelijke instellingen van Houthalen-Helchteren goed te keuren.
Artikel 3
Een afschrift van dit besluit en het gewijzigde arbeidsreglement ter kennisgeving te bezorgen aan de personen die onder gezag arbeid verrichten in de gemeentelijke scholen van Houthalen-Helchteren (via intern netwerk scholen).
Artikel 4
Een afschrift van dit besluit ter kennisgeving te bezorgen aan de Directie Toezicht op de Sociale Wetten.
ARBEIDSREGLEMENT PERSONEELSLEDEN GEMEENTELIJK ONDERWIJS
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen en definities
1.1Draagwijdte
Art.1§ 1 Dit arbeidsreglement is een reglement van inwendig bestuur en heeft een afdwingbaar karakter.
§ 2 Alle bijlagen opgenomen bij dit arbeidsreglement maken integraal deel uit van het arbeidsreglement.
Art 2Dit arbeidsreglement is ondergeschikt aan dwingende wetsbepalingen en hun uitvoeringsbesluiten.
Art 3De arbeidsvoorwaarden die een gevolg zijn van andere wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen dan deze opgesomd in dit arbeidsreglement blijven onverkort gelden. Het gaat onder meer over de rechten en plichten opgesomd in het Decreet Rechtspositie voor de personeelsleden gesubsidieerd door het ministerie van Onderwijs en Vorming.
1.2Toepassingsgebied
Art 4Dit reglement is van toepassing op het gesubsidieerd personeel zoals bedoeld in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding (verder genoemd Decreet Rechtspositie) met name:
◦ de vastbenoemde personeelsleden,
◦ tijdelijk aangestelde personeelsleden voor bepaalde duur,
◦ tijdelijk aangestelde personeelsleden voor doorlopende duur,
tewerkgesteld in een ambt van volgende categorieën:
◦ bestuurs- en onderwijzend personeel,
◦ beleids- en ondersteunend personeel,
◦ paramedisch personeel,
die tewerkgesteld zijn in een van onderstaande gemeentelijke scholen van Houthalen-Helchteren:
◦ de gemeentelijke basisschool ’t Centrum,
◦ de gemeentelijke lagere school De Griffel,
◦ de gemeentelijke lagere school De Lakerberg,
◦ de gemeentelijke kleuterschool De Kleine Kunstenaar
met inbegrip van de personeelsleden die in één van bovenstaande scholen tewerkgesteld zijn via reaffectatie of wedertewerkstelling.
1.3Definities
Art 5Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° ABOC: het afzonderlijk bijzonder comité. In deze comités zetelen afgevaardigden van het schoolbestuur en van de representatieve vakorganisaties. Zij onderhandelen vooraf over de grondregelingen met betrekking tot personeelsaangelegenheden, o.a. over voorliggende arbeidsreglement.
2° Dienstnota: een opdracht en/of mededeling uitgaande van het college van burgemeester en schepenen, een bevoegde ambtenaar of de directeur, die bepalingen van interne orde op een dwingende wijze vastlegt.
3° Directeur: de persoon die door het schoolbestuur met de dagelijkse leiding van de school is belast.
4° Directeur coördinatie - scholengemeenschap: de directeur die aangesteld wordt ter ondersteuning van de scholengemeenschap op basis van de puntenenveloppe van de scholengemeenschap.
5° Leerlingen: de jongeren die als regelmatige leerling zijn ingeschreven in een school.
6° OCSG: het onderhandelingscomité op het niveau van de scholengemeenschap. In dit comité zetelen de afgevaardigden van de schoolbesturen van de scholengemeenschap en van de representatieve vakorganisaties. Zij onderhandelen vooraf over de aangelegenheden waarvoor de scholengemeenschap bevoegd is voor zover deze personeelsrepercussies kunnen hebben. In scholengemeenschappen die uitsluitend bestaan uit scholen die behoren tot hetzelfde schoolbestuur worden de bevoegdheden van het OCSG uitgeoefend door het afzonderlijk bijzonder comité (ABOC).
7° Ouders: de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben.
8° Pedagogische begeleidingsdienst: de dienst belast met de externe ondersteuning van de betrokken scholen volgens het eigen pedagogisch concept, onder meer bij het opstellen van het schoolwerkplan, het ontwikkelen van initiatieven ter bevordering van de onderwijskwaliteit, het stimuleren van initiatieven ter versterking van de beroepsbekwaamheid van de personeelsleden.
9° Pedagogisch project: het geheel van fundamentele uitgangspunten dat door het schoolbestuur voor de school wordt vastgelegd.
10° School: pedagogisch geheel, waar onderwijs georganiseerd wordt en dat onder leiding staat van één directeur.
11° Schoolbestuur (inrichtende macht): de instantie die verantwoordelijk is voor de scholen van de gemeente, namelijk het gemeentebestuur Houthalen-Helchteren.
12° Stafmedewerker scholengemeenschap: het personeelslid dat aangesteld wordt ter ondersteuning van de scholengemeenschap op basis van de puntenenveloppe van de scholengemeenschap (in deze functie wordt het personeelslid aangesteld in het onderliggende ambt van onderwijzer, kleuteronderwijzer, ICT-coördinator, zorgcoördinator of administratief medewerker).
13° Vakbondsafgevaardigde: afgevaardigde van één van de representatieve vakorganisaties.
14° Vestigingsplaats: een gebouw of gebouwencomplex waarin een school of een gedeelte van een school is gehuisvest.
Hoofdstuk 2 Arbeidsduur, arbeidstijd, prestatieregeling, vakantieregeling
2.1Algemeen
Art 6 Het schooljaar begint op 1 september en eindigt op 31 augustus.
Art 7 De lessen worden in aantal gelijkmatig verspreid over vijf dagen, van maandag tot en met vrijdag. De woensdagnamiddag is vrij.
Art 8 § 1 De normale openingsuren van de gemeentelijke basisschool ’t Centrum, de gemeentelijke lagere scholen De Lakerberg en De Griffel en de gemeentelijke kleuterschool De Kleine Kunstenaar (hoofdschool) zijn de volgende voor het bestuur – en onderwijzend personeel en de kinderverzorgster:
DagenUrenUrenUrenUrenTotaal uren
MaandagVan 8u25Tot 12u30en van 13u05Tot 15u306u30
DinsdagVan 8u25Tot 12u30en van 13u05Tot 15u306u30
WoensdagVan 8u25Tot 12u30--4u05
DonderdagVan 8u25Tot 12u30en van 13u05Tot 15u306u30
VrijdagVan 8u25Tot 12u30en van 13u05Tot 15u306u30
Totaal30u05
§ 2 De normale openingsuren van de gemeentelijke kleuterschool De Kleine Kunstenaar – vestigingsplaats De Limbouw zijn de volgende voor het bestuur – en onderwijzend personeel en de kinderverzorger:
DagenUrenUrenUrenUrenTotaal uren
MaandagVan 8u35Tot 12u40en van 13u15Tot 15u406u30
DinsdagVan 8u35Tot 12u40en van 13u15Tot 15u406u30
WoensdagVan 8u35Tot 12u40--4u05
DonderdagVan 8u35Tot 12u40en van 13u15Tot 15u406u30
VrijdagVan 8u35Tot 12u40en van 13u15Tot 15u406u30
Totaal30u05
§ 3 De normale openingsuren van de gemeentelijke basisschool ’t Centrum, de gemeentelijke lagere scholen De Lakerberg en De Griffel, de gemeentelijke kleuterschool De Kleine Kunstenaar (zowel hoofdschool als De Limbouw) zijn de volgende voor het beleid – en ondersteunend personeel:
DagenUrenUrenUrenUrenTotaal uren
MaandagVan 8uTot 12u30en van 13uTot 17u8u30
DinsdagVan 8uTot 12u30en van 13uTot 17u8u30
WoensdagVan 8uTot 12u30--4u30
DonderdagVan 8uTot 12u30en van 13uTot 17u8u30
VrijdagVan 8uTot 12u30en van 13uTot 17u8u30
Totaal38u30
Art 9§ 1 De rustpauzes worden, behoudens afwijkingen voorzien in de individuele uurroosters, in de gemeentelijke basisschool ’t Centrum, de gemeentelijke lagere scholen De Lakerberg en De Griffel en de gemeentelijke kleuterschool De Kleine Kunstenaar (hoofdschool) als volgt toegekend:
Voormiddag:van 10u20 tot 10u35
Namiddag:van 14u10 tot 14u25
§ 2 De rustpauzes worden, behoudens afwijkingen voorzien in de individuele uurroosters, in de gemeentelijke kleuterschool De Kleine Kunstenaar – vestigingsplaats De Limbouw als volgt toegekend:
Voormiddag:van 10u30 tot 10u45
Namiddag:van 14u20 tot 14u35
Art 10§ 1 De middagpauze wordt, in de gemeentelijke basisschool ’t Centrum, de gemeentelijke lagere scholen De Lakerberg en De Griffel en de gemeentelijke kleuterschool De Kleine Kunstenaar (hoofdschool), behoudens afwijkingen voorzien in de individuele uurroosters, als volgt toegekend: van 12u15 tot 13u20.
§ 2 De middagpauze wordt in de gemeentelijke kleuterschool De Kleine Kunstenaar – vestigingsplaats De Limbouw, behoudens afwijkingen voorzien in de individuele uurroosters, als volgt toegekend: van 12u25 tot 13u30.
Art 11De directeur stelt het lessenrooster op.
Art 12De directeur stelt het ontwerp van individuele uurroosters van de personeelsleden op, met inbegrip van de toezichtroosters en rustpauzes. Hij streeft hierbij naar een optimale afstemming op de noden van de organisatie rekening houdend met een billijke verdeling tussen de personeelsleden.
Art 13Alle uurroosters die voorkomen of kunnen voorkomen op school maken integraal deel uit van het arbeidsreglement. Ze worden op het schoolsecretariaat bewaard in een aparte map uurroosters/schoolorganisatie.
Elk personeelslid ontvangt een exemplaar van zijn individuele uur- of lessenrooster dat vanaf dan bindend wordt voor beide partijen.
Bij elke wijziging hiervan ontvangt het betrokken personeelslid een aangepaste versie.
Het personeelslid ondertekent zijn individueel uurrooster of een aangepaste versie voor ontvangst.
Art 14Het personeelslid leeft zijn uurrooster stipt na. De afstand of de verplaatsing zijn, behoudens overmacht, geen rechtvaardiging voor afwezigheden of te laat komen.
Art 15De wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld als volgt
§ 1 voor personeelsleden die voltijds fungeren:
• bestuurs- en onderwijzend personeel: maximum 26 klokuren
• beleids- en ondersteunend personeel: 36 klokuren
• het paramedisch personeel: 32 klokuren
§ 2 voor personeelsleden die op basis van de puntenenveloppen aangesteld zijn bedraagt de arbeidsduur: 36 klokuren
§ 3 voor personeelsleden die deeltijds fungeren, bedraagt de arbeidsduur ten hoogste het evenredige deel van de in §1 en §2 bedoelde klokuren. De prestaties worden maximum gespreid over een evenredig aantal halve dagen.
Art 16§ 1 Personeelsvergaderingen (inclusief werkgroep vergaderingen) en oudercontacten kunnen worden georganiseerd buiten de normale aanwezigheid van leerlingen.
§2 De personeelsvergaderingen en oudercontacten worden bij dienstnota meegedeeld bij het begin van het schooljaar. Er wordt één personeelsvergadering per maand georganiseerd.
§3 Bijkomende personeelsvergaderingen kunnen uitzonderlijk worden gepland indien de noodzaak zich voordoet en worden bij dienstnota bekendgemaakt.
Art 17Elk personeelslid is verplicht de personeelsvergaderingen, oudercontacten en pedagogische studiedagen bij te wonen, tenzij het dienstnota anders bepaalt.
Art 18Opendeurdagen en schoolfeesten met leerlingenactiviteiten kunnen tijdens het weekend worden georganiseerd. In dat geval kunnen de personeelsleden gedurende maximaal 3 beurten per jaar verplicht worden om aan deze activiteiten deel te nemen.
Alle personeelsleden moeten, binnen de scholengemeenschap, naar evenredigheid van hun opdracht hun medewerking aan deze activiteiten verlenen. Indien een personeelslid in meerdere scholen fungeert overleggen de betrokken directeurs over de medewerking van dit personeelslid. Deelname aan andere activiteiten tijdens weekends gebeurt op vrijwillige basis. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden worden de data van voornoemde activiteiten meegedeeld voor eind september.
Art 19Behoudens verplichte deelname aan voornoemde vergaderingen en activiteiten, kunnen aan personeelsleden ook andere opdrachten buiten de normale aanwezigheid van leerlingen buiten de jaarlijkse vakantieperiodes worden geëist, indien deze opdrachten werden onderhandeld in het ABOC. Deze andere opdrachten worden jaarlijks voor 1 december aan de personeelsleden meegedeeld bij dienstnota. Het personeelslid is verplicht om deze onderhandelde opdrachten uit te voeren, tenzij de dienstnota anders bepaalt.
Art 20De lessen kunnen drie halve dagen per schooljaar geschorst worden voor het houden van pedagogische studiedagen.
Art 21De duur van de jaarlijkse vakantie wordt geregeld conform de bepalingen van de onderwijsreglementering.
Art 22De normale rustdagen zijnde jaarlijkse vakantiedagen: herfst-, kerst-, krokus-, paas- en zomervakantie.
Art 23 Er is bovendien vakantie op volgende dagen: 11 november, 1 mei, Paasmaandag, Hemelvaartsdag en de daaropvolgende dag en Pinkstermaandag, voor zover zij niet in een vakantieperiode vallen.
Art 24Per schooljaar legt het schoolbestuur twee facultatieve vakantiedagen vast. Deze facultatieve vakantiedagen worden ten laatste op 15 juni van het voorafgaande schooljaar vastgelegd in de jaarkalender en aan de personeelsleden meegedeeld via een dienstnota.
Art 25De lessen kunnen de laatste schooldag voor de zomervakantie een halve dag geschorst worden om de school in staat te stellen opdrachten verbonden aan het einde van het schooljaar, zoals oudercontacten, te realiseren.
Art 26 De lessen kunnen de dag na de parlementaire, provinciale of gemeentelijke verkiezingen worden geschorst wanneer de lokalen naar aanleiding van die verkiezingen gebruikt zijn voor het inrichten van stemopnemingsbureaus. De directeur brengt de personeelsleden hiervan per dienstnota op de hoogte.
Art 27Het schoolbestuur van de school waaraan het personeelslid geaffecteerd is, blijft werkgever van het personeelslid ook al wordt het ingezet in een school van de scholengemeenschap bij een ander schoolbestuur.
Art 28 Het schoolbestuur houdt bij het inzetten van het personeel rekening met volgende principes:
§ 1 het personeelslid wordt steeds aangesteld of geaffecteerd aan de school waar de betrekking reglementair wordt ingericht;
§ 2 de afstand over de openbare weg tussen de school van aanstelling of affectatie en de school waar het personeelslid wordt ingezet mag nooit meer dan 25 km bedragen. Dit geldt niet als het personeelslid instemt om over een grotere afstand ingezet te worden;
§ 3 er moet steeds rekening worden gehouden met de statutaire toestand van het personeelslid;
§ 4 de bepalingen inzake inzetbaarheid moeten worden opgenomen in het aanstellingsbesluit en de functiebeschrijving.
2.2Directeur
2.2.1 De directeur van de school
Art 29De directeur is tijdens de normale aanwezigheid van de leerlingen en telkens wanneer de dienst het vereist, in één van de vestigingsplaatsen aanwezig, behoudens gerechtvaardigde afwezigheden in dienstverband.
Art 30De directeur kan worden ingezet voor de vervulling van opdrachten voor de totaliteit van de scholengemeenschap.
Art 31De directeur/adjunct-directeur met onderwijsopdracht en/of opdracht ICT-coördinator en/of zorgcoördinator moet de nodige regelingen treffen om deze taak naar behoren uit te oefenen.
Art32Tijdens de schoolvakanties moet de directeur de prestaties uitvoeren die noodzakelijk zijn om de goede werking van de school te garanderen, maar tijdens de zomervakantie moet een vakantieperiode van zes weken gegarandeerd zijn, waarvan een ononderbroken periode van vijf weken op te nemen tussen 6 juli en 15 augustus. De rest van de zomervakantie is de directeur bereikbaar en gedurende de eerste en de laatste week van de zomervakantie is de directeur beschikbaar voor vergaderingen en werkzaamheden die nodig zijn voor het afsluiten en het opstarten van het schooljaar.
2.2.2 De directeur coördinatie-scholengemeenschap
Art 33 De directeur coördinatie-scholengemeenschap krijgt een administratieve standplaats toegewezen in een school behorend tot de scholengemeenschap.
Art 34Hij/zij wordt belast met een coördinerende managementfunctie op het niveau van de scholengemeenschap.
Art 35De prestaties van de directeur coördinator-scholengemeenschap worden vastgelegd volgens de afspraken van de scholengemeenschap (o.a. beschikbaarheid, overleg, …).
Art 36De directeur coördinatie-scholengemeenschap kan worden ingezet voor de vervulling van opdrachten voor en in andere scholen van de scholengemeenschap of voor de vervulling van opdrachten voor de totaliteit van de scholengemeenschap.
Art 37De directeur coördinatie-scholengemeenschap is behoudens gerechtvaardigde afwezigheden in dienstverband, tijdens de normale aanwezigheid van de leerlingen en telkens wanneer de dienst het vereist, in één van de vestigingsplaatsen aanwezig.
Art 38Tijdens de schoolvakanties heeft de directeur coördinatie-scholengemeenschap recht op zes weken vakantie, waarvan een ononderbroken periode van vijf weken, op te nemen tussen 6 juli en 15 augustus. De rest van de zomervakantie is de directeur bereikbaar en gedurende de eerste en de laatste week van de zomervakantie is de directeur beschikbaar voor vergaderingen en werkzaamheden die nodig zijn voor het afsluiten en het opstarten van het schooljaar.
2.3 Zorgcoördinator, ICT-coördinator en administratief medewerker
2.3.1 Algemeen
Art 39De zorgcoördinator, de ICT-coördinator en de administratief medewerker zijn inzetbaar voor de scholengemeenschap.
Art 40Ze kunnen ingezet worden voor de vervulling van opdrachten voor en in andere scholen van de scholengemeenschap of voor de vervulling van opdrachten voor de totaliteit van de scholengemeenschap.
2.3.2 Bepalingen voor de zorgcoördinator / de ICT-coördinator
Art 41De wekelijkse opdracht van de zorgcoördinator/de ICT-coördinator die voltijds fungeert bedraagt 36 klokuren.
Art 42De wekelijkse opdracht van de zorgcoördinator/de ICT-coördinator die deeltijds fungeert bedraagt steeds een evenredig deel van die 36 klokuren. Er wordt steeds afgerond naar een volledig uur.
Art 43Deze prestatieregeling kan niet beperkt blijven tot de periode van normale aanwezigheid van de leerlingen.
Art 44De schoolvakanties zijn vakantiedagen voor de zorgcoördinator/de ICT-coördinator.
In functie van de goede werking van de school kan echter op hen maximum 5 dagen een beroep worden gedaan binnen de lijst van opdrachten bepaald na onderhandeling in het ABOC, maar een ononderbroken vakantieperiode tussen 6 juli en 15 augustus moet gegarandeerd zijn. Deze opdrachten worden billijk verdeeld tussen de personeelsleden en worden jaarlijks voor 1 december meegedeeld.
2.3.3 Bepalingen voor de administratief medewerker
Art 45De wekelijkse opdracht van de administratief medewerker die voltijds fungeert bedraagt 36 klokuren.
Art 46De wekelijkse opdracht van de administratief medewerker die deeltijds fungeert bedraagt steeds een evenredig deel van die 36 klokuren. Er wordt steeds afgerond naar een volledig uur.
Art 47Vakantieregeling administratief medewerker
§ 1 De schoolvakanties zijn in principe vakantiedagen voor de administratief medewerker. Het schoolbestuur kan de administratief medewerker echter verplichten om tijdens de jaarlijkse vakantie maximaal 12 werkdagen prestaties te leveren, waarvan maximaal 10 werkdagen tijdens de zomervakantie. Dit geldt voor voltijds aangestelde administratief medewerkers.
§ 2 Bij deeltijds werkenden wordt het aantal prestatiedagen verhoudingsgewijs aangepast.
§ 3 Een ononderbroken vakantieperiode van 5 weken, waarin alleszins 15 juli tot en met 15 augustus valt, moet gegarandeerd zijn.
§ 4 De prestatiedagen zijn steeds volledige dagen, na akkoord met het personeelslid kan het schoolbestuur beslissen om de dagen in halve dagen in te delen.
§ 5 Om uitzonderlijke redenen kan het schoolbestuur aan de administratief medewerker vragen om meer dan het vooraf bepaalde aantal prestatiedagen te werken tijdens de jaarlijkse vakantie. In dat geval kunnen die extra prestatiedagen gecompenseerd worden buiten de jaarlijkse vakantieperiodes en dit in samenspraak met de directeur.
§ 6 Het schoolbestuur deelt na onderhandeling in het ABOC elk jaar uiterlijk voor de kerstvakantie aan de administratief medewerker mee hoeveel dagen hij/zij tijdens de schoolvakanties zal moeten werken en hoe deze verdeeld worden over de diverse vakantieperiodes.
2.4Onderwijzend personeel
Art 48De personeelsleden verzekeren de hoofdopdracht zoals jaarlijks vastgelegd door het schoolbestuur. Deze hoofdopdracht bestaat uit de lesopdracht en/of beleidsondersteuning en/of bijzonder pedagogische taken.
Deze wekelijkse hoofdopdracht van personeelsleden met een voltijdse betrekking bedraagt voor volgende ambten als volgt:
◦ het ambt van kleuteronderwijzer: minimum 24 lestijden en maximum 26 lestijden.
◦ het ambt van onderwijzer in het gewoon lager onderwijs: minimum 24 lestijden en maximum 26 lestijden.
◦ het ambt van bijzondere leermeester godsdienst, niet-confessionele zedenleer en lichamelijke opvoeding: minimum 24 lestijden en maximum 28 lestijden.
Art 49 De wekelijkse schoolopdracht van het onderwijzend personeel dat voltijds is tewerkgesteld, bedraagt maximaal 26 klokuren te presteren binnen de normale aanwezigheid van de leerlingen.
Art 50De wekelijkse schoolopdracht van het onderwijzend personeel dat deeltijds is tewerkgesteld, bedraagt ten hoogste een evenredig deel van de hierboven vermelde klokuren.
Art 51De personeelsleden verzekeren het toezicht binnen de normale aanwezigheid van de leerlingen. Rekening houdend met de schoolopdracht die van ieder personeelslid kan worden gevraagd, wordt een billijke verdeling uitgewerkt door de directeur. De criteria voor de invulling van de toezichtopdrachten worden onderhandeld in het ABOC.
Art 52Personeelsleden die buiten het individuele uurrooster verplicht aanwezig moeten zijn op vergaderingen of andere activiteiten kunnen deze tijd niet compenseren. Deze vergaderingen en activiteiten maken deel uit van de normale werking van de school.
Art 53Een personeelslid van het onderwijzend personeel kan worden ingezet voor de vervulling van opdrachten voor andere scholen van de scholengemeenschap.
Art 54De schoolvakanties zijn vakantiedagen voor het onderwijzend personeel.
Art 55In functie van de goede werking van de school kan echter op hen maximum 5 dagen een beroep worden gedaan binnen de lijst van opdrachten bepaald na onderhandeling in het ABOC, maar een ononderbroken vakantieperiode tussen 6 juli en 15 augustus moet gegarandeerd zijn. Deze opdrachten worden billijk verdeeld tussen de personeelsleden en worden jaarlijks voor 1 december meegedeeld.
Art 56Een personeelslid moet de nodige voorbereidingen treffen om de lessen stipt te kunnen laten aanvangen.
Art 57 De organisatie van extra-murosactiviteiten in opdracht, wordt geregeld door de directeur in overleg met de betrokken personeelsleden. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden wordt het tijdstip van deze activiteiten aan de personeelsleden meegedeeld voor eind september bij dienstnota.
Art 58De organisatie van extra-murosactiviteiten op initiatief van een of meerdere personeelsleden kan enkel mits voorafgaandelijk akkoord van de directeur.
Art 59Het personeelslid blijft tijdens de extra-murosactiviteiten verantwoordelijk voor het toezicht op de minderjarige leerlingen zowel tijdens de verplaatsing als tijdens de activiteit zelf.
2.5 Stafmedewerker-scholengemeenschap
Art 60De stafmedewerker-scholengemeenschap krijgt een administratieve standplaats toegewezen in een school behorend tot de scholengemeenschap.
Art 61De stafmedewerker- scholengemeenschap draagt actief bij tot het verhogen van het beleidsvoerend vermogen van de scholengemeenschap.
Art 62De stafmedewerker-scholengemeenschap kan ingezet worden voor de vervulling van opdrachten voor en in andere scholen van de scholengemeenschap of voor de vervulling van opdrachten voor de totaliteit van de scholengemeenschap.
Art 63De prestaties van de stafmedewerker- scholengemeenschap worden vastgelegd volgens de afspraken van de scholengemeenschap (o.a. beschikbaarheid, overleg, …).
Art 64De wekelijkse opdracht van de stafmedewerker-scholengemeenschap die voltijds fungeert bedraagt 36 klokuren.
Art 65De wekelijkse opdracht van de stafmedewerker-scholengemeenschap die deeltijds fungeert bedraagt een evenredig deel van 36 klokuren.
Art 66Voor de functie van stafmedewerker - scholengemeenschap geldt de vakantieregeling van het onderliggend ambt.
Art 67In functie van de goede werking van de school kan echter op hem/haar een beroep worden gedaan binnen de lijst van opdrachten bepaald na onderhandeling in het ABOC. Maar een ononderbroken vakantieperiode tussen 6 juli en 15 augustus moet gegarandeerd zijn. Deze opdrachten worden billijk verdeeld tussen de personeelsleden en worden jaarlijks voor 1december meegedeeld.
2.6 Kinderverzorgster
Art 68De opdracht van de kinderverzorger bestaat uit het uitvoeren van verzorgende taken ten aanzien van jonge kleuters en dit ter ondersteuning van de kleuteronderwijzer(s).
Art 69De wekelijkse opdracht van een voltijds kinderverzorgster bedraagt 32 klokuren.
Art 70De wekelijkse opdracht van een kinderverzorgster die deeltijds is tewerkgesteld, bedraagt ten hoogste een evenredig deel van de hierboven vermelde klokuren.
Art 71Bij het toezicht binnen de normale aanwezigheid van de leerlingen treedt de kinderverzorger samen met de kleuteronderwijzer op. Rekening houdend met de opdracht van de kinderverzorger, wordt een billijke verdeling uitgewerkt door de directeur.
Art 72§ 1 De organisatie van extra-murosactiviteiten in opdracht, wordt geregeld door de directeur in overleg met de betrokken kinderverzorger. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden wordt het tijdstip van deze activiteiten meegedeeld voor eind september bij dienstnota.
§ 2 Bij toezicht tijdens extra-murosactiviteiten treedt de kinderverzorgster op samen met de kleuteronderwijzer. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden wordt het tijdstip van deze activiteiten meegedeeld bij dienstnota voor eind september.
Art 73Personeelsleden die buiten het individuele uurrooster verplicht aanwezig moeten zijn op relevante vergaderingen of andere activiteiten, kunnen deze tijd niet compenseren. Deze vergaderingen en activiteiten maken deel uit van de normale werking van de school. Voor personeelsleden die tewerkgesteld zijn in verschillende scholen vindt een overleg plaats tussen de betrokken directies.
Art 74De schoolvakanties zijn vakantiedagen voor de kinderverzorgers.
Art 75In functie van de goede werking van de school kan echter op hen maximum 5 dagen een beroep worden gedaan binnen de lijst van opdrachten bepaald na onderhandeling in het ABOC, maar een ononderbroken vakantieperiode tussen 6 juli en 15 augustus moet gegarandeerd zijn. Deze opdrachten worden billijk verdeeld tussen de personeelsleden door de directeur van de school en worden jaarlijks voor 1 december meegedeeld.
Hoofdstuk 3 Afwezigheden en verlof
3.1 Individuele afwezigheden
Art 76Bij te laat komen moet het personeelslid zich vooraf aanmelden bij de directeur of in geval van zijn afwezigheid, op het secretariaat.
Art 77Bij vroegtijdig verlaten van de arbeidsplaats verwittigt het personeelslid onmiddellijk de directeur of in geval van zijn afwezigheid, het secretariaat en motiveert zijn vertrek.
Art 78Bij afwezigheid, om welke reden dan ook, verwittigt het personeelslid zo spoedig mogelijk de directeur of in geval van zijn afwezigheid, het secretariaat, zo mogelijk voor de aanvang van de opdracht en met vermelding van de reden en van de waarschijnlijke duur van de afwezigheid.
Art 79De directeur meldt elke onwettige afwezigheid van een personeelslid schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen. Het personeelslid ontvangt een kopie van dit schrijven.
Art 80Behoudens overmacht, overhandigt het personeelslid aan zijn vervanger het nodige om de continuïteit van de lessen te kunnen verzekeren.
3.2 Ziekte
Art 81Bij afwezigheid wegens ziekte is het personeelslid gehouden de op hem/haar toepasselijke reglementering inzake ziekteverloven correct na te leven.
Art 82Ingeval van ziekte verwittigt (of laat verwittigen) het personeelslid onmiddellijk de directeur telefonisch of per mail, en dit voor de aanvang van de opdracht.
Art 83Bij verlenging van het ziekteverlof verwittigt het personeelslid de directeur ten laatste op de vooravond van de dag waarop het lopende verlof verstrijkt.
Art 84 Bij vervroegde terugkeer uit ziekteverlof verwittigt het personeelslid de directeur ten laatste op de vooravond van de dag waarop het personeelslid vervroegd terugkeert uit ziekteverlof.
Art 85Het schoolbestuur of de directeur kan vanaf afwezigheid van één dag wegens ziekte een controleonderzoek aanvragen. Indien het initiatief uitgaat van de directeur, stelt hij het schoolbestuur hiervan op de hoogte. Het personeelslid moet zich aan het controleonderzoek onderwerpen. Het controlebezoek omvat alle medische, gespecialiseerde, klinische en radiologische onderzoeken. Het controlebezoek is kosteloos voor de werknemer. De beroepsmogelijkheden voorzien in Besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1993 betreffende de controle op afwezigheid wegens ziekte zijn onverminderd van toepassing.
3.3Afwezigheids- en verlofstelsels
Art 86Het personeel kan genieten van een persoonlijk(e) verlof, afwezigheid, loopbaanonderbreking, zorgkrediet of dienstvrijstelling volgens de modaliteiten vastgelegd in:
◦ de onderwijsreglementering,
◦ het reglement inzake modaliteiten van aanvraag en toekenning van verlofstelsels, opgenomen in bijlage 7.
Art 87Het college van burgemeester en schepenen kan ad hoc beslissen om aan personeelsleden een dienstvrijstelling toe te kennen. Dit wordt meegedeeld per dienstnota.
Hoofdstuk 4 Meting en controle op de arbeid
Art 88§ 1 De prestaties van het personeel worden vastgesteld aan de hand van de uur- en/of toezichtroosters.
§ 2 De directeur waakt over het naleven van de prestaties zoals vastgelegd in de uur- en/of toezichtrooster. Hij doet dit op volgende wijze: controle bij afwezigheidsmeldingen.
Hoofdstuk 5 Betaling van het salaris
Art 89§1 Het Agentschap van Onderwijsdiensten van het ministerie van Onderwijs en Vorming
is verantwoordelijk voor de uitbetaling van het salaris, het wachtgeld en de toelagen. Deze worden rechtstreeks door het Agentschap van Onderwijsdiensten uitbetaald na verloop van termijn, met name op de laatste werkdag van de maand. De betaling gebeurt bij overschrijving op de post- of bankrekening van het personeelslid.
§ 2 Het vakantiegeld wordt betaald ten vroegste vanaf 1 mei en uiterlijk 31 mei van het jaar van de vakantie.
§ 3 De eindejaarstoelage wordt in eenmaal uitbetaald tijdens de maand december van het in aanmerking genomen jaar.
Art 90§ 1 De directeur van de school draagt er zorg voor dat de nodige gegevens om te komen tot de correcte uitbetaling van het salaris en/of het wachtgeld tijdig naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten worden doorgezonden. De directeur zorgt ervoor dat elk personeelslid in kennis gesteld wordt van deze gegevens.
§ 2 Het personeelslid ontvangt een afschrift van de omtrent zijn opdracht doorgezonden gegevens.
§ 3 Het personeelslid draagt er zorg voor dat het de noodzakelijke documenten tijdig aan de directeur of zijn gemachtigde overhandigt.
§ 4 Het schoolbestuur houdt hierbij rekening met de gebruikersvoorwaarden van WebEdison.
Art 91Het personeelslid kan de ‘schoollisting’ met de salarisgegevens die het Agentschap voor Onderwijsdiensten doorstuurt naar de school, raadplegen op het secretariaat van de school voor wat de gegevens over het eigen salaris betreft.
Het personeelslid kan het individueel dossier raadplegen via ‘Mijn Onderwijs’.
Art 92§ 1 Het schoolbestuur vergoedt de kosten van het woon-werkverkeer van het personeelslid volgens de reglementaire bepalingen ter zake.
§ 2 De modaliteiten i.v.m. de uitbetaling van de fietsvergoeding aan de personeelsledenvan het gemeentelijk onderwijs zijn opgenomen in bijlage 10 ‘Reglement fietsvergoeding gemeentelijk onderwijs’.
Art 93 Het schoolbestuur vergoedt, volgens de reglementaire bepalingen ter zake, de kosten indien een personeelslid in opdracht van het schoolbestuur tijdelijk onderwijs aan huis verstrekt.
Art 94§ 1 Het personeelslid dat in opdracht van het schoolbestuur een occasionele dienstverplaatsing maakt met de eigen wagen, moto of bromfiets krijgt een kilometervergoeding gelijk aan het bedrag dat jaarlijks bepaald wordt voor de federale ambtenaren.
Het personeelslid dat in opdracht van het schoolbestuur een occasionele dienstverplaatsing maakt met de eigen wagen, moto of bromfiets is vanuit het schoolbestuur omnium verzekerd.
§ 2 Het schoolbestuur vergoedt de verplaatsingskosten als de personeelsleden in opdracht van het schoolbestuur activiteiten buiten de gebruikelijke werkplaats bijwonen en daarvoor gebruik maken van het openbaar vervoer. De verplaatsingen per trein worden terugbetaald aan het tarief van een standaardbiljet 2de klas.
§ 3 De modaliteiten i.v.m. de uitbetaling van een vergoeding voor een occasionele dienstverplaatsing / verplaatsingskosten openbaar vervoer aan de personeelsleden van het gemeentelijk onderwijs zijn opgenomen in bijlage 11 ‘Reglement vergoeding dienstverplaatsingen gemeentelijk onderwijs’.
Art 95Het schoolbestuur vergoedt het middag- en/of avondmaal voor bepaalde dienstreizen. De modaliteiten i.v.m. de uitbetaling van deze vergoeding aan de personeelsleden van het gemeentelijk onderwijs zijn opgenomen in bijlage 12 ‘Reglement maaltijdvergoeding aan personeelsleden van de gemeente voor dienstreizen van een dag’.
Art 96Het schoolbestuur stelt een GSM ter beschikking aan personeelsleden waarvoor het absoluut noodzakelijk is om over een GSM-toestel te beschikken om hun taakopdracht de uitbetaling van deze vergoeding naar behoren te kunnen uitvoeren. De modaliteiten i.v.m. het ter beschikking stellen van een GSM aan de personeelsleden van het gemeentelijk onderwijs zijn opgenomen in bijlage 13 ‘Reglement toekenning en gebruik GSM’.
Art 97Het schoolbestuur reikt geschenkcheques uit aan personeelsleden van het gemeentelijk onderwijs bij 25 jaar dienst en pensionering. De modaliteiten i.v.m. het uitreiken van geschenkcheques aan de personeelsleden van het gemeentelijk onderwijs zijn opgenomen in bijlage 14 ‘Reglement geschenkcheques’.
Hoofdstuk 6 Leerlingentoezicht
Art 98Het personeelslid mag leerlingen die onder toezicht staan, geen opdrachten geven die los staan van de lesactiviteit en waarvoor de leerling zich buiten de school moet begeven.
Art 99Het personeelslid mag aan de leerlingen geen toestemming geven om de school vroegtijdig te verlaten, ook niet tijdens lesonderbrekingen, tenzij de directeur hiermee instemt of per dienstnota andere richtlijnen worden meegedeeld hieromtrent. In voorkomend geval maakt het personeelslid de nodige afspraken met de ouders.
Art 100In geval van extra-murosactiviteiten leeft het personeelslid de bepalingen na die hierover beschreven staand in dit reglement. Het personeelslid maakt met de directeur en desgevallend de ouders afspraken inzake voldoende begeleiding van de minderjarige leerlingen, de bereikbaarheid van het personeelslid, de verplaatsing van en naar de activiteit.
Art 101Het personeelslid dat zijn taak wegens dringende reden moet onderbreken, zorgt ervoor dat de leerlingen niet zonder toezicht blijven en verwittigt de directeur.
Art 102Wanneer zich een ongeval of ernstig feit voordoet met een leerling, verwittigt het personeelslid dat met het toezicht belast is, zo spoedig mogelijk de directeur. De directeur neemt onmiddellijk alle nodige maatregelen en verwittigt desgevallend de ouders van de betrokken leerling. Bij afwezigheid van de directeur laat het personeelslid niet na zelf de nodige maatregelen te nemen. De directeur heeft de verantwoordelijkheid het college van burgemeester en schepenen van het ongeval of het ernstig feit in kennis te stellen.
Hoofdstuk 7 Functiebeschrijvingen en evaluatie
Art 103§ 1 De rechten en plichten van personeelsleden in het kader van functiebeschrijvingen, functioneringsgesprekken en evaluaties zijn beschreven in:
• hoofdstuk Vbis en Vter van het Decreet Rechtspositie
• en in de algemene afspraken (het evaluatiereglement) die het schoolbestuur na onderhandeling in het OCSG/ABOC heeft vastgelegd.
Elk personeelslid kan het reglement raadplegen op het intern netwerk van de school.
§ 2 Het personeelslid waarvoor een geïndividualiseerde functiebeschrijving is opgesteld, voert zijn opdrachten en taken uit zoals beschreven in zijn geïndividualiseerde functiebeschrijving en met naleving van de concrete afspraken die gemaakt zijn naar aanleiding van het functioneringsgesprek en/of evaluatiegesprek.
§ 3 Het evaluatiedossier met de geïndividualiseerde functiebeschrijving per ambt, de verslagen van de functioneringsgesprekken, de verslagen van andere acties in verband met coaching en de evaluatieverslagen worden op de gemeente bewaard door team gemeentelijk onderwijs. Ook de eventuele schriftelijke opmerkingen van het personeelslid bij deze verslagen, maken hiervan deel uit. De directeur/ team gemeentelijk onderwijs/de algemeen directeur zijn gehouden door het ambtsgeheim.
Hoofdstuk 7bis Beoordeling aan de vooravond van TADD
Art 103bis§ 1Voor alle tijdelijke personeelsleden die 104 dagen of meer werden aangesteld in het gemeentelijk onderwijs in de loop van het schooljaar, wordt minstens één keer per schooljaar een beoordeling opgesteld door de eerste evaluator (voor 15 mei). Onderlinge afspraak om tijdelijke personeelsleden regelmatig in andere scholen aan te stellen, zodat een breed beeld gevormd kan worden van de competenties van het personeelslid.
§ 2 Er kan een gunstige beoordeling, een beoordeling met werkpunten of ongunstige beoordeling worden opgesteld. De beoordelingen worden in tweevoud opgemaakt: 1 exemplaar voor het personeelslid en 1 exemplaar voor het schoolbestuur. Het personeelslid ondertekent de beoordeling ter kennisname. De beoordeling worden mondeling meegedeeld en toegelicht aan de tijdelijke personeelsleden. Zowel het betrokken personeelslid als het schoolbestuur ontvangen de ondertekende beoordeling op papier. Voor de opmaak van de beoordeling wordt een standaardformulier gebruikt (zie bijlage 15).
§ 3 Na ongunstige beoordeling wordt de kandidaat automatisch van de lijst tijdelijke personeelsleden geschrapt. Dit wordt ter kennisname geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen.
§ 4 Beroepsmogelijkheid:
• Het tijdelijk personeelslid van bepaalde duur dat aan de vooravond van zijn TADD een beoordeling met werkpunten of een ongunstige beoordeling ontvangt, kan hiertegen verhaal indienen bij het college van burgemeester en schepenen tot uiterlijk 7 kalenderdagen volgend op de schriftelijke mededeling van de beoordeling. Het verhaal wordt ingediend door middel van een gedateerd en ondertekend beroepsschrift dat aangetekend wordt ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. Het beroepsschrift vermeldt op straffe van nietigheid ten minste het voorwerp van het beroep en de feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren. Er kunnen overtuigingsstukken worden bijgevoegd. Het personeelslid kan vragen om gehoord te worden.
• Het verhaal wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen dat beslist om de beoordeling met werkpunten of ongunstige beoordeling te bevestigen of te vernietigen. De beslissing wordt voor het einde van het schooljaar schriftelijk/aangetekend ter kennis gebracht aan het personeelslid. Bij overschrijding van deze termijn wordt de beoordeling met werkpunten geacht vernietigd te zijn.
Hoofdstuk 8 Ontslagregelingen
8.1 Opzeggingstermijnen
Art 104De opzeggingstermijnen voor de tijdelijk aangestelde personeelsleden in een wervingsambt die nog geen rechten voor een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur zijn vastgelegd in de artikelen 21, 24 tot en met 29 en in de artikelen 60 en 61 van het Decreet Rechtspositie.
Art 105De opzeggingstermijnen voor de tijdelijk aangestelde personeelsleden met recht op een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur zijn vastgelegd in de artikelen 21, 60 tot en met 62bis en 64 van het Decreet Rechtspositie.
Art 106De opzeggingstermijnen voor de vast benoemde personeelsleden in een wervingsambt zijn vastgelegd in de artikelen 60 tot en met 62bis en 64 van het Decreet Rechtspositie.
Art 107De opzeggingstermijnen voor een tijdelijk aangestelde directeur zijn vastgelegd in de artikel 42 van het Decreet Rechtspositie.
Art 108De opzeggingstermijnen voor een vast benoemde directeur zijn vastgelegd in de artikelen 43ter, 60 tot en met 62bis en 64 van het Decreet Rechtspositie.
8.2 Dringende redenen
Art 109Volgende ernstige tekortkomingen maken het voortduren van de tijdelijke aanstelling van bepaalde duur onmiddellijk en definitief onmogelijk, onder voorbehoud van de beoordelingsbevoegdheid van de Kamer van Beroep, en zonder dat deze lijst limitatief is:
◦ herhaalde niet-naleving van de strikte uurregeling,
◦ ongewettigde afwezigheid
◦ opzettelijke wanprestatie,
◦ beledigingen of verwijten,
◦ druggebruik, alcoholintoxicatie en dronkenschap tijdens de diensturen,
◦ diefstal,
◦ geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag,
◦ wapenbezit,
◦ bedrog,
◦ weigering om toevertrouwde taken en opdrachten uit te voeren,
◦ elk feit dat tegenstrijdig is met de goede zeden,
◦ opzettelijk schade toebrengen aan het gemeentebestuur, de school of de infrastructuur van de school, met inbegrip van het bewust binnenbrengen of verspreiden van een virus op de informaticaserver of elke poging om de veiligheidssystemen van de informatica te schenden,
◦ het kraken of kopiëren van websites,
◦ overbrengen aan derden van gegevens die beschermd zijn door het ambtsgeheim,
◦ het regelmatig bezoeken of verspreiden, op om het even welke manier, van beelden of teksten met een racistisch of pornografisch karakter binnen de gemeentelijk inrichtingen, met inbegrip van de informaticaserver,
◦ het verspreiden van lasterlijke feiten,
◦ het niet respecteren van de door de Grondwet gewaarborgde vrijheden en rechten ten aanzien van burgers , de andere personeelsleden en ten aanzien van vreemdelingen die op ons grondgebied verblijven,
◦ het nemen of aanvaarden van om het even welk belang in de verrichtingen, aanbestedingen, aannemingen of werken in regie,
◦ het bevel geven om rechten, taksen, belastingen, gelden, inkomsten of interesten, lonen of wedden te innen wetende dat zij niet verschuldigd zijn of het verschuldigde bedrag te boven gaan,
◦ handelingen van actieve of passieve omkoping te stellen,
◦ het bedrieglijk verduisteren van gelden, papieren, akten, dossiers, die het personeelslid uit hoofde van zijn functie beheert,
◦ het weigeren van geneeskundige onderzoeken,
◦ het in gevaar brengen van zichzelf of van collega’s door grove onvoorzichtigheid, nalatigheid of het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften
◦ ...
Art 110 De beroepsprocedure tegen het ontslag van dringende redenen is vastgelegd in artikel 25 (wervingsambten) en artikel 42§6 (bevorderingsambten) van het Decreet Rechtspositie en in artikel 8bis van het besluit van de Vlaamse regering van 22 mei 1991 omtrent de preventieve schorsing en de tucht, alsmede omtrent het ontslag van sommige tijdelijke personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs en in de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra.
Hoofdstuk 9 Orde- en tuchtregeling
Art 111Preventieve schorsing
§ 1 In het geval dat een vast benoemd personeelslid, een personeelslid tijdelijk aangesteld van doorlopende duur of een in de school geaffecteerd of wedertewerkgesteld personeelslid moet worden verwijderd in het belang van de dienst, spreekt het schoolbestuur een preventieve schorsing uit. Preventieve schorsing is enkel mogelijk tijdens de behandeling van een tuchtvordering of strafrechtelijke vervolging, indien het belang van de dienst zulks vereist.
§ 2 In het geval het schoolbestuur een ontslag om dringende redenen uitspreekt, wordt het betreffende tijdelijke personeelslid met onmiddellijke ingang preventief geschorst bij hoogdringendheid.
§ 3 Wanneer het personeelslid strafrechtelijk vervolgd wordt of wanneer het personeelslid tuchtrechtelijk vervolgd wordt wegens een ernstig vergrijp waarbij het personeelslid op heterdaad betrapt is of waarvoor er afdoende aanwijzingen zijn, kan het schoolbestuur beslissen om aan de preventieve schorsing een inhouding van salaris te koppelen conform artikel 67 van het Decreet Rechtspositie.
Art 112Een vast benoemd personeelslid, een personeelslid tijdelijk aangesteld voor doorlopende duur of een in de school gereaffecteerd of wedertewerkgesteld personeelslid wordt op verslag van de algemeen directeur door het schoolbestuur onderworpen aan een tuchtonderzoek met een eventuele tuchtsanctie tot gevolg indien het handelt in strijd met de bepalingen inzake rechten en plichten van het personeel zoals voorzien in het Decreet Rechtspositie, het het decreet lokaal bestuur en dit arbeidsreglement.
Art 113De mogelijke tuchtstraffen zijn vastgelegd in de artikelen 64 tot en met 66 van het Decreet Rechtspositie.
Art 114Het orgaan dat bevoegd is om een (voorstel tot) tuchtstraf uit te spreken (bepaald in artikel 68 van het Decreet Rechtspositie) oordeelt autonoom over de zwaarte van de (voorgestelde) tuchtstraf. Het respecteert hierbij de motiveringsplicht van bestuurshandelingen in openbare dienst.
Art 115De beroepsprocedure tegen de preventieve schorsing en deze tuchtstraffen is vastgelegd in de artikelen 67bis en 72 van het Decreet Rechtspositie en de artikelen 13 tot en met 19 van het besluit van de Vlaamse regering van 22 mei 1991 omtrent de preventieve schorsing en de tucht, alsmede omtrent het ontslag van sommige tijdelijke personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs en in de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra.
Hoofdstuk 10Personeelsdossier
Art 116Het schoolbestuur is houder van een bestand van persoonsgegevens. De verzamelde gegevens worden gebruikt om een personeelsbestand aan te leggen.
Art 117Het dossier van het personeelslid omvat een administratief dossier en desgevallend een tuchtdossier.
Art 118Het schoolbestuur of de personen die door het schoolbestuur zijn belast met het houden van het dossier en iedere andere persoon die het dossier mag inkijken, zijn gehouden door het ambtsgeheim.
Art 119Het personeelslid kan tijdens de diensturen of de daartoe aangegeven uren kennisnemen van de inhoud van zijn dossier en kan desgevallend een aanpassing vragen van eventuele fouten. Het personeelslid kan zich door een raadsman of vakbondsafgevaardigde laten bijstaan of vertegenwoordigen. De documenten moeten ter plaatse blijven. Op eenvoudig verzoek heeft het personeelslid recht op een afschrift, eventueel tegen kostprijs.
10.1 Administratief dossier
Art 120Het administratief dossier bestaat uit de documenten (beslissingen, brieven, stukken, …) betreffende de loopbaan die door het ministerie van Onderwijs en Vorming of in het kader van de sociale wetgeving kunnen worden opgevraagd aangaande de indiensttreding, de opdrachtwijziging, de vaststelling van opdracht, de uitdiensttreding, de dienstonderbrekingen, de cumulatie en het pensioen.
Art 121Het personeelslid verschaft het schoolsecretariaat alle inlichtingen die noodzakelijk zijn voor inschrijving in of wijziging aan het administratief dossier.
Art 122Het schoolbestuur, de directeur en het personeelslid voegen steeds alle relevante stukken toe aan het administratief dossier.
Art 123Het personeelslid deelt aan het schoolbestuur en het schoolsecretariaat schriftelijk elke wijziging mee in zijn persoonlijke toestand die verband houdt met de aanstellingsbeslissing of met de bezoldigingsregeling, inzonderheid wijzigingen in de burgerlijke staat, de nationaliteit, de bekwaamheidsbewijzen, de samenstelling van het gezin, de woonplaats, de cumulaties en het bezit van burgerlijke en politieke rechten. Deze inlichtingen moeten vooraf of uiterlijk zeven kalenderdagen na het intreden van de wijzigingen meegedeeld worden en zo spoedig mogelijk gestaafd worden met de vereiste officiële documenten. Een kopie van deze officiële documenten wordt bewaard in het administratief dossier.
Art 124Wanneer de dossiers die bestemd zijn voor het ministerie Onderwijs en Vorming voorzien in een afschrift voor het personeelslid, wordt dit afschrift hem/haar onverwijld bezorgd.
10.2 Tuchtdossier
Art 125Het tuchtdossier omvat de stukken die worden opgesteld of verzameld met het oog op de toepassing van de tuchtregeling.
Art 126Zo nodig kunnen bepaalde stukken uit het administratief dossier en/of het evaluatiedossier (zie hoofdstuk 7) overgebracht worden naar het tuchtdossier.
Art 127De stukken worden genummerd en in chronologische volgorde gerangschikt. Er wordt een inventaris toegevoegd. Het schoolbestuur legt aan het personeelslid elk stuk dat in zijn tuchtdossier wordt opgenomen, voor ondertekening ter kennisneming voor.
Art 128De doorgehaalde tuchtstraffen worden na de decretaal voorziene termijn definitief uit het tuchtdossier verwijderd.
Hoofdstuk 11Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de personeelsleden
11.1 Algemeen
Art 129& 1 Het personeelslid komt de verplichtingen na die hem/haar zijn opgelegd door wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, reglementen, dienstnota’s en schoolwerkplan.
§ 2 De deontologische code voor het gemeentepersoneel is integraal op de personeelsleden van toepassing. Deze deontologische code is opgenomen in bijlage 6 bij dit arbeidsreglement.
Art 130Alle berichten die het personeelslid aanbelangen (waaronder de vacantverklaringen) worden hem/haar bij dienstnota meegedeeld bij voorkeur via communicatiemodule Broekx-on-web of e-mail. Beschikt het personeelslid niet over een mailadres of inlogcode voor Broekx-on-web, dan viseert het personeelslid de schriftelijke dienstorders ter kennisneming.
De dienstnota’s zijn te raadplegen op het intern netwerk van de school.
Geeft het personeelslid aan het schoolbestuur of de directie een e-mailadres door, dan aanvaardt het dat e-mailadres als één van de mogelijke communicatiekanalen voor de directie en het schoolbestuur.
De vacantverklaring van de betrekkingen in wervingsambten in het kader van de vaste benoemingen wordt openbaar gemaakt door middel van ophanging in het personeelslokaal.
Alle personeelsleden van de scholengemeenschap worden op de hoogte gebracht van deze vacantverklaring.
11.2Ten aanzien van het schoolbestuur, de directeur en het personeelsteam
Art 131Het personeelslid erkent het gezag van het schoolbestuur, van zijn afgevaardigden en van de directeur van de school. Het personeelslid is gehoorzaamheid en respect verplicht aan deze instantie/personen.
Art 132De directeur en de personeelsleden moeten zich loyaal opstellen ten opzichte van de school en het bestuur in aanwezigheid van elkaar, leerlingen, ouders of derden.
Art 133Het personeelslid mag de gemeenteraadsleden niet belemmeren om de onderwijsinstelling te bezoeken overeenkomstig het huishoudelijk reglement van het gemeentebestuur.
Gemeenteraadsleden hebben niet het recht om bij deze gelegenheid opmerkingen te maken aan het personeelslid, opdrachten of onderrichtingen te geven of leerlingen te ondervragen.
Art 134 Het personeelslid mag de gemeenteraadsleden niet hinderen om inzage te krijgen van elke akte of elk stuk betreffende het bestuur van de onderwijsinstelling (ongeacht de drager), overeenkomstig het huishoudelijk reglement van het gemeentebestuur.
Art 135Het personeelslid staat onder toezicht van de directeur en moet handelen volgens de instructies en opdrachten die hij van de directeur ontvangt. Het personeelslid mag niet verhinderen dat de directeur de klassen bezoekt zo dikwijls als hij nodig acht.
Art 136De directeur is door het schoolbestuur belast met de leiding over de school, met de uitvoering van de beslissingen van de gemeentelijke overheden en met de toepassing van de wets- en reglementaire bepalingen en de dienstnota’s met betrekking tot de school. Hij is ook bevoegd om de kwaliteit van de geleverde prestaties te controleren. Dit houdt ook de bevoegdheid in om de aan- en afwezigheden te controleren, de taken te verdelen, orde en tucht te handhaven.
Art 137Bij afwezigheid van de directeur wordt zijn opdracht waargenomen door een personeelslid dat door het schoolbestuur als verantwoordelijke wordt aangeduid.
Bij afwezigheid wegens ziekte is de directeur gehouden de op hem/haar toepasselijke reglementering inzake ziekteverloven correct na te leven.
Bij verlenging van het ziekteverlof verwittigt hij/zij het schoolbestuur op de vooravond van de dag waarop het lopende verlof verstrijkt.
Bij vrijwillig vervroegd hervatten, verwittigd hij/zij het schoolbestuur op de vooravond van de dag waarop hij/zij terugkeert.
In geval van afwezigheid wegens ziekte of het opnemen van een reglementair verlof door de directeur wordt hij vervangen door een persoon die door het schoolbestuur tijdelijk aangesteld wordt in het ambt van directeur.
Art 138Het schoolbestuur kan na overleg en rekening houdend met de bepalingen van de gemeentewet/het decreet lokaal bestuur bepaalde taken en verantwoordelijkheden delegeren aan de directeur. Het schoolbestuur steunt de directeur in zijn gezag.
Art 139De directeur moet tegenover de personeelsleden de nodige objectiviteit, respect en redelijkheid aan de dag leggen.
Art 140Het personeelslid richt zich in principe via de directeur tot het schoolbestuur, die zo nodig zijn advies aan de vraag of het voorstel van het personeelslid toevoegt. De directeur bezorgt deze vraag of dit voorstel aan het schoolbestuur binnen zeven kalenderdagen, de schoolvakanties uitgezonderd, na ontvangst van de vraag of het voorstel.
Art 141Het schoolbestuur en de directeur steunen het gezag van het personeel ten aanzien van de leerlingen en de ouders.
Art 142Het schoolbestuur en de directeur van de school laten ruimte voor de eigen persoonlijkheid van elk personeelslid, in zoverre deze de realisatie van het pedagogisch project, het schoolwerkplan en het goed functioneren van de school niet in de weg staat.
Art 143De directeur meldt elke door hem vastgestelde overtredingen van dit reglement schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen. Het personeelslid ontvangt een kopie van dit schrijven.
11.3 Ten aanzien van ouders, leerlingen en derden
Art 144Het personeelslid moet zich in zijn dienstrelaties en in de omgang met de leerlingen, de ouders van de leerlingen en het publiek op een correcte wijze gedragen. Het personeelslid moet alles vermijden wat het vertrouwen van het publiek kan schaden of afbreuk kan doen aan de eer of de waardigheid van hun functie in het onderwijs.
Art 145Het personeelslid verleent aan de leerlingen/de ouders de nodige informatie, openheid en samenwerking.
Art 146Het personeelslid respecteert in zijn omgang met de leerlingen de internationale en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder.
Art 147Het personeelslid is mede verantwoordelijk voor de pedagogische kwaliteit van de school.
Art 148Het personeelslid geeft blijk van een individuele bekommernis voor alle leerlingen en doet in hun belang aanbevelingen in de klassenraden of rechtstreeks aan de directeur. Het personeelslid moedigt de persoonlijke en collectieve inspanningen van de leerlingen aan en zet zich in voor het welzijn van alle leerlingen en werkt hieraan binnen het zorgbeleid.
Art 149De relaties met de ouders zijn gegrondvest op het wederzijds en gezamenlijk nastreven van het ontwikkelings- en opvoedingswelzijn van de leerling.
Art 150Het treffen van beschermende maatregelen en voorwaarden zullen agressief gedrag naar verwachting reduceren, maar niet uitbannen. Daarom is het van belang dat er een agressieprotocol aanwezig is. Hierin staat beschreven wat er moet gebeuren bij agressief gedrag van (leerlingen), ouders en bezoekers en welke hulp het personeelslid kan inroepen. De personeelsleden volgen de richtlijnen van dit agressieprotocol zoals opgenomen in bijlage .
Art 151De directeur zorgt voor de nodige informatiekanalen (schoolagenda, rapport,...) en zorgt er ook voor dat oudercontacten worden georganiseerd waarop ouders en personeelsleden elkaar op geregelde tijdstippen kunnen ontmoeten.
Art 152 Het personeelslid mag geen onregelmatig ingeschreven leerling aanvaarden, tenzij mits uitdrukkelijke goedkeuring van de directeur.
Art 153Het personeelslid laat in de gebouwen van de school geen personen toe die vreemd zijn aan de school zonder de toestemming van de directeur.
Art 154Het personeelslid doet geen beroep op externen (gastsprekers, ouders, …) zonder toestemming van de directeur.
Art 155De directeur stelt het schoolbestuur in kennis van een ongeval of ernstig feit binnen de school.
11.4Ten aanzien van de inspectie, verificatie en de pedagogische begeleidingsdienst
Art 156Het personeelslid werkt constructief mee aan de externe controles voorzien door het ministerie van Onderwijs en Vorming en andere overheidsinstellingen. Het personeelslid maakt controle mogelijk en verleent zijn medewerking aan de opgelegde acties of onderzoeksverrichtingen.
Art 157De directeur agendeert na een doorlichting het doorlichtingsverslag binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst en bespreekt het integraal op een personeelsvergadering. Het doorlichtingsverslag ligt ter inzage op het bureel van de directeur en/of het schoolsecretariaat.
Art 158Het personeelslid streeft ernaar om tekortkomingen, vastgesteld bij externe controles, weg te werken.
Art 159Het personeelslid aanvaardt de bevoegdheid van de pedagogische begeleiders en andere personen waarop het schoolbestuur een beroep doet, voor zover hun optreden conform is met hun opdracht. In geval van een conflict wordt dit voorgelegd aan de directeur en/of het schoolbestuur.
Hoofdstuk 12Specifieke verplichtingen
12.1 Ambtsgeheim, discretieplicht, privacy en informatieveiligheid
Art 160Er worden geen personeelsgegevens verzameld of opgeslagen in welke vorm ook, of op enige andere wijze verwerkt, zonder dat het schoolbestuur zijn gemotiveerde beslissing heeft gegeven. Elke betwisting wordt aan het schoolbestuur voorgelegd.
De functionaris gegevensbescherming van het schoolbestuur (zie bijlage 3) ziet toe op de naleving van de regelgeving inzake privacy en gegevensbescherming. Hij/zij rapporteert bij het schoolbestuur. Hij/zij informeert en adviseert de personeelsleden over hun verplichtingen als gegevensverwerker. Binnen de school is een aanspreekpunt informatieveiligheid dat in contact staat met de functionaris gegevensbescherming van het schoolbestuur en betrokken wordt in de informatieveiligheid van het schoolbestuur wat onderwijs betreft.
Art 161Het personeelslid dat uit hoofde van zijn taak toegang heeft tot persoonsgegevens, hetzij van personeelsleden, hetzij van leerlingen, ziet erop toe dat deze gegevens worden bijgewerkt en dat onjuiste, onvolledige of niet ter zake dienende gegevens worden verbeterd of verwijderd.
Het personeelslid respecteert de genomen beschermings- en beveiligingsmaatregelen zowel op organisatorisch als technisch vlak ter bescherming van de persoonsgegevens zoals het beleid inzake toegangsrechten en paswoorden.
Het personeelslid zorgt ervoor dat de toegang tot de verwerking beperkt blijft tot personen die uit hoofde van hun taak of voor de behoeften van de dienst rechtstreeks toegang hebben tot de geregistreerde informatie.
Het personeelslid zorgt ervoor dat de persoonsgegevens alleen worden meegedeeld aan de personen die wettelijk gerechtigd zijn toegang te hebben.
Art 162§1 Het is het personeelslid verboden feiten bekend te maken die het kent uit hoofde van zijn ambt of die hem zijn toevertrouwd, uitgezonderd de feiten die het personeelslid om deontologische of wettelijke redenen kan of moet melden aan het CLB, een externe begeleider, een vertrouwensarts, het jeugdbeschermingscomité of de gerechtelijke instanties.
§ 2 Indien het personeelslid niet onder het ambtsgeheim valt, ondertekent het een
vertrouwelijkheidsverklaring.
Art 163Het is verboden om privacygegevens van leerlingen en/of personeelsleden kenbaar te maken en/of door te geven aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling.
Het personeelslid dat kennis neemt van een datalek, zoals een identiteitsdiefstal of schending van een geheimhoudingsplicht, meldt dit onmiddellijk aan het aanspreekpunt informatieveiligheid binnen de school (zie bijlage 3).
Art 164Besluiten en adviezen die via de klassenraad en/of multidisciplinair overleg (MDO) genomen zijn, worden meegedeeld aan de ouders. De personeelsleden rapporteren hierover aan de ouders conform deze besluiten en adviezen.
Art 165§1 De school kan foto’s waar personeelsleden herkenbaar en centraal op afgebeeld zijn, slechts publiceren na ondubbelzinnige toestemming van het personeelslid. Het personeelslid ondertekent hiervoor het document toestemming digitaal beeldmateriaal. Het personeelslid is op de hoogte dat hij/zij deze toestemming altijd kan inzien, intrekken of wijzigen.
§ 2Het schoolbestuur informeert de personeelsleden over hoe het met hun
persoonsgegevens omgaat via de privacyverklaring voor personeelsleden.
Art 166Het personeelslid heeft de privacyverklaring van het schoolbestuur gelezen en kent zijn rechten en plichten op het vlak van informatieveiligheid en privacy. De privacyverklaring van het schoolbestuur is raadpleegbaar op de website www.houthalen-helchteren.be/privacy.
12.2 Zorgvuldig bestuur
Art 167Het personeelslid mag geen giften, geschenken, beloningen of andere voordelen die zijn integriteit kunnen aantasten, vragen, eisen of aannemen.
Art 168Het personeelslid mag zijn gezag niet aanwenden voor politieke of commerciële doeleinden.
Art 169Het personeelslid geeft blijk van respect voor de religieuze, filosofische of politieke overtuiging van de leerlingen en hun ouders.
Art 170De verkoop van goederen is slechts mogelijk mits schriftelijke goedkeuring door het schoolbestuur.
Art 171Mededelingen waarvan derden vragen ze te verspreiden onder of via de leerlingen worden alleen verdeeld met toestemming van de directeur, zonder dat hierbij afbreuk wordt gedaan aan het syndicaal statuut. De mededelingen mogen niet in strijd zijn met de bepalingen opgenomen in het schoolreglement. De directeur respecteert het reglement inzake de folderbedelingen in de gemeentelijke scholen en wint indien nodig het advies in van het schoolbestuur.
Art 172Geldinzamelingen zijn slechts toegestaan indien ze in overeenstemming zijn met de bepalingen in de bijdrageregelingen, voorzien in het schoolreglement en het tariefreglement.
12.3Initiatieven van personeelsleden
Art 173Alle teksten die het personeelslid wil verspreiden in de school, moeten vooraf ter goedkeuring aan de directeur worden voorgelegd.
Art 174Een geldomhaling in de school door het personeelslid kan slechts gebeuren na schriftelijke goedkeuring door het schoolbestuur.
Art 175§ 1 Het personeelslid mag geen machines, toestellen, grondstoffen en dienstvoertuigen van de school gebruiken voor privédoeleinden, behalve mits uitdrukkelijke toestemming van het schoolbestuur.
§ 2 Het personeelslid mag geen persoonlijke machines of toestellen gebruiken in de school, behoudens uitdrukkelijke toestemming van de directeur.
12.4 Verzekering
Art 176Het schoolbestuur onderschrijft een verzekeringspolis burgerlijke aansprakelijkheid en rechtsbijstand voor haar personeelsleden en dit volgens de normale gangbare voorwaarden van dergelijke verzekeringspolis.
Hierdoor is het personeelslid in het kader van de uitoefening van zijn opdracht verzekerd als zijn professionele burgerlijke aansprakelijkheid, op basis van de artikelen 1382 tot en met 1386 van het Burgerlijk Wetboek, in het gedrang komt of als het personeelslid gevat wordt door een juridische procedure. Als het personeelslid zelf, ten laste van een derde die niet het schoolbestuur is of een van haar leden, een vordering tot schadevergoeding instelt voor fysieke of materiële schade of de daaruit voortvloeiende morele schade opgelopen in of ten gevolge van de uitoefening van zijn ambt, dan staat het schoolbestuur in voor de juridische bijstand.
Op eenvoudig verzoek van het personeelslid kan de polis worden ingekeken.
Het schoolbestuur neemt de kosten die normaal voortvloeien uit deze verplichtingen, voor zijn rekening.
Art 177Het personeelslid laat zijn persoonlijke bezittingen niet onbeheerd achter.
Art 178Het schoolbestuur is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke diefstallen.
12.5 Schoolreglement
Art 179Het personeelslid doet, binnen zijn verantwoordelijkheid, het schoolreglement door de leerlingen naleven en zorgt voor orde en tucht op een manier die verenigbaar is met de menselijke waardigheid.
Art 180Het personeelslid beoordeelt objectief de laakbare daden of houdingen van de leerlingen. Sancties worden opgelegd conform het schoolreglement en moeten pedagogisch verantwoord zijn.
Art 181Het personeelslid verwittigt de directeur ingeval ernstige inbreuken op het schoolreglement die hij/zij vaststelt bij de leerlingen en hun ouders.
12.6 Gebruik van communicatie- en informaticatoepassingen
Art 182Het personeelslid kan gebruik maken van alle communicatie – en informaticatoepassingen van de school voor zover dit nodig is voor de goede uitoefening van zijn / haar taak.
Art 183§ 1 Het personeelslid maakt van deze toepassingen gebruik overeenkomstig de richtlijnen van het schoolbestuur (cf. gedragscode inzake internetpolicy).
§ 2 Deze richtlijnen zijn opgenomen in bijlage 5 bij dit arbeidsreglement en bevatten de controlemaatregelen en de sancties die verbonden zijn aan eventuele overtredingen.
12.7 Bestellingen, andere extra onkosten en schoolfinanciën
Art 184De keuze en de aankoop van leerboeken, cursussen, didactisch materiaal, speelgoed en andere arbeidsmiddelen gebeuren door het schoolbestuur op voorstel van de directeur, na overleg met het betrokken personeelslid en in voorkomend geval in overeenstemming met de toepasselijke reglementering en/of advies van de preventieadviseur.
Art 185Het personeelslid dat een bestelling of andere extra onkosten wenselijk acht, legt een aanvraag voor aan de directeur. De eventuele bestelling of terugbetaling van extra onkosten gebeurt overeenkomstig de interne richtlijnen van het schoolbestuur (o.a. na ontvangst van de bestelbon van de financiële dienst) en betreffende regelgeving (o.a. wet op de overheidsopdrachten). De middelen waarvoor het schoolbestuur de kosten draagt, blijven iteraard eigendom van het schoolbestuur.
Art 186De financieel directeur is verantwoordelijk voor de girale inning van de gelden die door de ouders worden betaald. De algemeen directeur of zijn gemachtigde is verantwoordelijk voor de chartale inning van de gelden die door de ouders worden betaald. De directeur of een ander personeelslid kan, na delegatie en conform de regels van het organisatiebeheersingssyteem, worden belast met deze inningsbevoegdheden.
Hoofdstuk 13Auteurswet
Art 187 Het schoolbestuur respecteert te allen tijde de geldende auteursrechten, naburige rechten en reprografierechten.
13.1 Auteursrechten (werken)
Art 188§ 1 Voor het publiek gebruik van beschermde werken moet een vergoeding worden betaald aan de beheersvennootschap van de rechten.
§ 2 De aanvraag voor het gebruik gebeurt via het schoolbestuur of na delegatie door de directeur. De betaling gebeurt via het schoolbestuur.
§ 3 Er is geen vergoeding verschuldigd voor het gebruik in het kader van de kosteloze privé-uitvoering in het kader van schoolactiviteiten.
Art 189§ 1 Bij alle werken die de leerlingen maken, worden zij als auteur beschouwd. Het personeelslid kan hierop geen enkele afbreuk doen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de leerling.
§ 2 De leerlingen worden uitgenodigd om alle werken die in de loop van het schooljaar op de school werken gemaakt, vrij ter beschikking te stellen van de school. Deze werken kunnen enkel worden gebruikt voor didactisch-pedagogische doeleinden (voorbeeldfunctie) of activiteiten die de school naar buiten uit moeten vertegenwoordigen (tentoonstellingen, opendeurdagen, drukwerk, …).
13.2 Naburige rechten (prestaties)
Art 190§ 1 Voor het publiek gebruik van opgenomen muziekuitvoeringen moet een billijke vergoeding worden betaald aan de beheersvennootschap van de rechten belast met de inning van de billijke vergoeding.
§ 2 Er is geen vergoeding verschuldigd voor het gebruik in het kader van de kosteloze uitvoering in het kader van schoolactiviteiten (bv. muziek die wordt gebruikt tijdens de lessen).
§ 3 De billijke vergoeding is niet van toepassing op muziek die wordt gebruikt als begeleiding van een optreden van leerlingen bij schoolvoorstellingen. Bij dit gebruik van muziek is het exclusief recht van toepassing, dat wil zeggen dat de uitdrukkelijke toestemming vereist is van de auteur, de artiest en de producent.
§ 4 De aanvraag voor het gebruik gebeurt via het schoolbestuur of na delegatie door de directeur. De betaling gebeurt via het schoolbestuur.
13.3 Reprografierechten (werken, databanken en prestaties)
Art 191§1 Het personeelslid mag werken, databanken en prestaties kopiëren en meedelen voor onderwijsdoeleinden en leeft hierbij de richtlijnen van de desbetreffende dienstnota’s na.
§2 Bij het kopiëren van volledige boeken, liedjesteksten, audiovisuele werken en elektronische bestanden is de uitdrukkelijke toelating van de auteur of een andere rechthebbende vereist. Hiertoe moet het personeelslid een toelating vragen via het schoolbestuur of na delegatie via de directeur.
§3 Het personeelslid mag de vermelde werken, databanken en prestaties enkel reproduceren, voor zover dit verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling en wanneer er geen afbreuk wordt gedaan aan de uitgave van het oorspronkelijke werk.
Het personeelslid mag de vermelde werken, databanken en prestaties enkel meedelen, voor zover dit verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling, plaatsvindt in het kader van de normale activiteiten van de instelling, beveiligd wordt door passende maatregelen en geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk.
§ 4 Voor het kopiëren van volledige partituren is altijd de toestemming vereist van de auteur, zijn uitgever of een ander rechthebbende.
13.4 Overdracht van vermogensrechten
Art 192§1 Het personeelslid dat in uitvoering van zijn aanstelling werken tot stand brengt die vallen binnen het toepassingsgebied van zijn ambt of opdracht, behoudt alle morele rechten op die werken en draagt zijn vermogensrechten over aan de inrichtende macht.
§2 De vermogensrechten worden zonder specifieke vergoeding overgedragen, in hun meest volledige wettelijke omvang, voor alle gekende exploitatievormen en voor de volledige beschermingsduur van de werken.
§3 De inrichtende macht kan deze werken vrij naar eigen inzichten exploiteren en is niet verplicht tot exploitatie over te gaan.
§4 Indien het werk in de toekomst geëxploiteerd wordt volgens exploitatievormen die momenteel onbekend zijn, zal het winstaandeel van het personeelslid gelijk zijn aan het winstaandeel dat volgens de marktvoorwaarden die gelden op het ogenblik van exploitatie, toegekend wordt aan auteurs die hun werk volgens dezelfde exploitatievormen in het gewone commerciële circuit uitgeven.
Hoofdstuk 14Veiligheid, gezondheid en welzijn
14.1 Algemeen
Art 193Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de personeelsleden en stagiairs in de school en werkt hiervoor een beleid uit.
Art 194Het schoolbestuur heeft een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk met ten minsten één preventieadviseur. De namen van de leden van de gemeentelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk zijn opgenomen in bijlage 1 bij dit arbeidsreglement.
Art 195Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het uitwerken van een dynamisch risicobeheersingssysteem in samenwerking met de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk en de leden van de hiërarchische lijn. Het personeelslid volgt de richtlijnen op die hieruit voortvloeien.
Art 196De directeur houdt, als lid van de hiërarchische lijn en in overleg met de gemeentelijke interne dienst voor preventie en bescherming, toezicht op de toepassing van het beleid en reglementering inzake veiligheid, gezondheid en welzijn in de school.
Art 197Het personeelslid draagt naar best vermogen zorg voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van anderen. Daartoe moet het op de juiste wijze gebruik maken van arbeidsmiddelen en veiligheidsvoorzieningen, verwittigt het de directeur onmiddellijk van elke situatie die een gevaar kan betekenen en verleent het bijstand aan het schoolbestuur, de directeur en de gemeentelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Art 198Het personeelslid neemt deel aan de vormingen die het schoolbestuur organiseert over de risico’s en preventiemaatregelen die van toepassing zijn in de school.
Art 199Het schoolbestuur is aangesloten bij een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. De contactmogelijkheden van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk en de namen van de preventieadviseur-arbeidsarts en van de preventie-adviseur psychosociale aspecten zijn opgenomen in bijlage 1 bij dit arbeidsreglement.
Art 200Het personeelslid aanvaardt de bevoegdheid van de leden van de gemeentelijke interne en externe dienst voor preventie en bescherming op het werk en van andere personen die van het schoolbestuur een opdracht hebben gekregen in het kader van de welzijnswet, de codex met uitvoeringsbesluiten en het ARAB (algemeen reglement voor arbeidsbescherming).
Art 201Het schoolbestuur duidt per vestigingsplaats een of meerdere hulpverleners aan. De namen van deze hulpverleners per vestigingsplaats en de plaats van het basismateriaal en de verbanddoos zijn opgenomen in bijlage 1 bij dit arbeidsreglement.
Art 202Een personeelslid of leerling dat een letsel in dienstverband oploopt, kan zich wenden tot de hulpverlener inzake eerste hulp bij ongevallen.
14.2 Gezondheid
Art 203Het personeelslid dat door het schoolbestuur als onderworpen is opgegeven, is verplicht in te gaan op het verzoek zich te melden voor het gezondheidstoezicht.
Art 204 Het personeelslid, of mits zijn toestemming de behandelende arts, mag rechtstreeks een spontane raadpleging bij de preventieadviseur-arbeidsarts aanvragen naar aanleiding van gezondheidsklachten toe te schrijven aan zijn arbeidssituatie.
Art 205Het personeelslid volgt de richtlijnen van het schoolbestuur
§ 1 inzake het voeren van een gezondheidsbeleid op school
• het is verboden te roken op het schooldomein,
• het personeel houdt zich aan de bepalingen opgenomen in het schoolreglement in het bijzijn van de leerlingen.
§ 2 inzake het toedienen van medicatie (conform bepalingen schoolreglement)
De school (alle personeelsleden, middagtoezichters, … op school die verantwoordelijk zijn voor de kinderen) dient uit eigen beweging geen medicatie toe. Bij ziekte zal ze in de eerste plaats een ouder of een door de ouder opgegeven contactpersoon trachten te bereiken. Indien dit niet lukt en afhankelijk van de hoogdringendheid, zal de school de eigen huisarts, een andere arts of eventueel zelfs de hulpdiensten contacteren.
De ouders kunnen de school verzoeken om medicatie toe te dienen.
De school kan weigeren om medicatie toe te dienen, tenzij:
• die is voorgeschreven door een arts én
• die omwille van medische redenen tijdens de schooluren dient te worden toegediend.
Zij doen dit schriftelijk met vermelding van:
• de naam van het kind
• de datum
• de naam van het geneesmiddel
• de dosering
• de wijze van bewaren
• de wijze van toediening
• de frequentie
• de duur van de behandeling.
In overleg met de CLB arts kan het personeelslid van de school alsnog weigeren medicatie toe te dienen. In onderling overleg tussen de school, het CLB en de ouders wordt naar een passende oplossing gezocht.
Art 206Het personeelslid deelt elk gebruik van geneesmiddelen en elke wijziging in hun lichamelijke en/of geestelijke gezondheidstoestand onmiddellijk aan de directeur mee als die een gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid van de leerlingen en/of derden.
Art 207De werkgever is verplicht de preventieadviseur-arbeidsarts te verwittigen wanneer:
◦ een personeelslid klaagt over ongemakken of tekenen van aandoening die kunnen worden toegeschreven aan zijn arbeidsomstandigheden;
◦ de werkgever vaststelt dat de lichamelijke of geestelijke toestand van het personeelslid de risico’s verbonden aan de werkpost onmiskenbaar verhoogt.
Art 208Het personeelslid leeft de bij dienstnota meegedeelde verplichtingen van het schoolbestuur na, met betrekking tot het milieubeleid ondermeer recyclage, zuinig energie- en waterverbruik, scheiding van afval, gebruik van giftige of gevaarlijke stoffen.
14.3 Genotsmiddelen
Art 209Binnen de volledige school, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen en andere open ruimten is het verboden:
◦ te roken,
◦ alcohol te gebruiken,
◦ drugs en/of roesopwekkende middelen te gebruiken.
Sancties in geval van overtreding van het rookverbod kunnen zijn:
◦ mondelinge opmerking door de directeur/de algemeen directeur/ coördinator gemeentelijk onderwijs
◦ schriftelijke neerslag van de overtreding opnemen in het personeelsdossier van het betrokken personeelslid,
◦ schriftelijke melding van de overtreding(en) aan het schoolbestuur
◦ het schoolbestuur hoort de overtreder.
Art 210Het rookverbod is eveneens van kracht buiten de openingsuren van de school en tijdens de vakantieperioden.
Art 211Het personeelslid mag zich niet aanbieden in de school indien hij onder invloed verkeert van alcohol, drugs of roesopwekkende middelen.
Art 212Het personeelslid moet handelen conform de richtlijnen van het schoolbestuur inzake druk- en alcoholbeleid. Deze richtlijnen worden meegedeeld bij dienstnota en zijn opgenomen in bijlage 8.
14.4 Veiligheid
Art 213Het personeelslid neemt de nodige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de leerlingen bij activiteiten waaraan een gevaar of een risico verbonden is.
Art 214Het personeelslid leeft de richtlijnen van het schoolbestuur na in verband met de risico’s en preventiemaatregelen die van toepassing zijn in de school.
Art 215In geval van activiteiten buiten de schoolgebouwen moet het personeelslid dit voorafgaandelijk meedelen aan de directeur. In voorkomend geval worden afspraken gemaakt inzake voldoende begeleiding van de leerlingen, de bereikbaarheid van het personeelslid en de verplaatsing van en naar de activiteit.
Art 216Het personeelslid leeft de bepalingen in verband met brandveiligheid na en neemt deel aan alle initiatieven die het schoolbestuur neemt om het personeel vertrouwd te maken met evacuatie en het gebruik van blusmiddelen.
14.5 Arbeidsongeval, ongeval op weg naar of van het werk
Art 217Het personeelslid dat slachtoffer is van elk arbeidsongeval of ongeval op weg naar en van het werk, al dan niet met arbeidsongeschiktheid tot gevolg, brengt onmiddellijk de directeur op de hoogte. Het personeelslid geeft een volledige beschrijving van de omstandigheden waarin het ongeval zich heeft voorgedaan.
Art 218 Bij een ongeval op het werk kan het personeelslid zich wenden tot de preventieadviseur-geneesheer of tot een geneesheer naar keuze.
Art 219De naam van de arbeidsongevallenverzekeraar is opgenomen in bijlage 1 bij dit arbeidsreglement.
Hoofdstuk 15Bescherming psychosociale risico’s op het werk, met inbegrip van stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
Art 220Preventie van psychosociale risico’s op het werk, met inbegrip van stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
GEDRAGSCODE BETREFFENDE BESCHERMING TEGEN PSYCHOSOCIALE RISICO’S OP HET WERK, MET INBEGRIP VAN STRESS, GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK
Toepassingsgebied
Werkgevers en werknemers (met inbegrip van personen die een beroepsopleiding volgen, leerlingen en studenten-stagiairs) moeten zich onthouden van iedere daad die een psychosociaal risico inhoudt, met inbegrip van daden van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. Deze verplichting geldt ook voor derden die in contact komen met de werknemers bij de uitvoering van hun werk (bijvoorbeeld klanten, patiënten, leveranciers).
Beleidsverklaring psychosociale risico’s
Het gemeentebestuur Houthalen-Helchteren tolereert pertinent geen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag binnen de organisatie en zal tot sancties overgaan wanneer iemand zich hieraan schuldig maakt. Hiertoe zal het gemeentebestuur van Houthalen-Helchteren een actief preventiebeleid rond geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk uitbouwen.
Definities
Onder "Psychosociale risico’s op het Werk" wordt verstaan: de kans dat een of meerdere werknemers psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop een werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden.
Onder “Geweld op het Werk” dient verstaan te worden elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een andere persoon psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van zijn of haar werk.
Onder “Pesterijen op het Werk” dient verstaan te worden: een onrechtmatig geheel van meerdere gelijkaardige of uiteenlopende gedragingen, buiten of binnen de onderneming of organisatie, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of een andere persoon waarop deze afdeling van toepassing is bij de uitvoering van zijn werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende vijandige, beledigende de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of een andere persoon waarop deze afdeling van toepassing is bij de uitvoering van zijn werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd en die zich inzonderheid uiten in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Deze gedragingen kunnen inzonderheid verband houden met leeftijd, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap, sociale afkomst, nationaliteit, zogenaamd ras, huiskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, geslacht, seksuele geaardheid, genderidentiteit en genderexpressie.
Onder “Ongewenst Seksueel Gedrag op het Werk” dient verstaan te worden elke vorm van verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard, waarvan degene die zich er schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten, dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en mannen op het werk.
Preventiemaatregelen
Het gemeentebestuur van Houthalen-Helchteren bepaalt de maatregelen die getroffen worden om medewerkers te beschermen tegen psychosociale risico’s op het werk, met inbegrip van stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Deze maatregelen kunnen gericht zijn op:
• De materiële inrichting van de arbeidsplaatsen opdat geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk voorkomen worden;
• De bepalingen van middelen waarover de slachtoffers beschikken om hulp te krijgen en de wijze om zich tot de vertrouwenspersoon en de preventieadviseur psychosociale aspecten, aangeduid voor de feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, te richten;
• Snel en volledig onpartijdig onderzoek van de feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag;
• Het onthaal van, de hulp aan en de vereiste ondersteuning van de slachtoffers;
• De maatregelen van opvang en van de wedertewerkstelling van de slachtoffers;
• De verplichting van de hiërarchische lijn in de voorkoming van feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag;
• De voorlichting en de opleiding van de medewerkers;
• Het personeelslid heeft een meldingsplicht, via de aangestelde personeelsleden, wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat een leerling of een personeelslid slachtoffer is van grensoverschrijdend gedrag;
• De voorlichting van het comité PBW;
Bij wie kan men terecht in geval van klacht i.v.m. pesten, geweld en/of OSGW?
Iedere werknemer die meent psychische schade te ondervinden, al dan niet gepaard met lichamelijke schade ten gevolge van psychosociale risico’s op het werk, waaronder geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan in eerste instantie de werkgever of zijn hiërarchische meerdere aanspreken. Zij waken over de tijdige behandeling en helpen bij het begrijpen en oplossen van het probleem. Zij luisteren naar de werknemers en informeren over alternatieve oplossingen.
De werknemer kan zich in de zoektocht naar een oplossing ook wenden tot een lid van het comité voor bescherming en preventie op het werk of tot een vakbondsafgevaardigde.
Heeft deze tussenkomst niet tot het gewenste resultaat geleid of wenst de werknemer geen beroep te doen op de gewone sociale verhoudingen binnen de onderneming of organisatie, dan kan hij gebruik maken van een specifieke interne procedure. In dat geval wendt de werknemer zich tot de preventieadviseur psychosociale aspecten (Mensura) of tot de vertrouwenspersonen binnen de onderneming of organisatie.
Het schoolbestuur stelt een preventieadviseur psychosociale aspecten aan. Hij is bevoegd om de bij wet voorziene opdrachten te vervullen met betrekking tot de preventie van geweld, pesterijen en/of ongewenst seksueel gedrag op het werk. Zo werkt hij op aanvraag mee aan het opstellen van de algemene preventiemaatregelen en moet hij de met redenen omklede klachten die hij in ontvangst neemt, onderzoeken.
Het schoolbestuur kan ook een vertrouwenspersoon aanduiden binnen de school die binnen de informele procedure bevoegd is voor het ontvangen en opvolgen van klachten over grensoverschrijdend gedrag vanwege personeelsleden en/of leerlingen. De vertrouwenspersoon wordt aangesteld om volledig onafhankelijk op te treden als vertrouwenspersoon. Hij dient het slachtoffer op te vangen, te helpen, te steunen en bij te staan in het zoeken naar een oplossing
De contactgegevens van de vertrouwenspersonen/preventieadviseur psychosociale aspecteten zijn opgenomen in bijlage I van het arbeidsreglement.
Klachtenbehandeling
De werknemer die zich tot de preventieadviseur psychosociale aspecten of tot de vertrouwenspersoon wendt, dient binnen de 10 kalenderdagen na het eerste contact gehoord te worden. Tijdens dit onderhoud ontvangt hij de eerste informatie over de verschillende interventiemogelijkheden.
De werknemer kiest het type interventie waarvan hij gebruik wenst te maken:
I.Een informele psychosociale interventie
En/of
II.Een formele psychosociale interventie
I. Verzoek tot informele psychosociale interventie
De werknemer kan streven naar een informele oplossing door een interventie te vragen van de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur. Deze interventie kan bestaan uit:
-gesprekken die het onthaal, het actief luisteren en/of een advies omvatten;
-een interventie bij een andere persoon in de onderneming of organisatie, in eerste instantie bij een lid van de hiërarchische lijn;
-het opstarten van een verzoeningsprocedure indien de betrokken personen hiermee instemmen.
II. Verzoek tot formele psychosociale interventie
Wanneer de informele psychosociale interventie niet tot een oplossing heeft geleid of wanneer de werknemer ervoor kiest geen gebruik te maken van de informele interventie, kan hij bij de preventieadviseur psychosociale aspecten een verzoek tot formele psychosociale interventie indienen.
A.Fase van de indiening van het verzoek tot formele psychosociale interventie en de aanvaarding of weigering
Zodra de werknemer zijn wil geuit heeft aan de preventieadviseur om een verzoek tot formele psychosociale interventie in te dienen, dient hij binnen de tien dagen een individueel gesprek te krijgen met de preventieadviseur psychosociale aspecten. De werknemer ontvangt na afloop een kopie van de bevestiging dat het gesprek heeft plaatsgevonden.
1. Indiening van verzoek tot formele psychosociale interventie
Ten vroegste tijdens het persoonlijk onderhoud met de preventieadviseur psychosociale aspecten kan de werknemer het verzoek tot formele psychosociale interventie indienen. De inhoud van het verzoek en de wijze waarop de werknemer dit verzoek bezorgt aan de preventieadviseur psychosociale aspecten of aan de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarvoor de preventieadviseur psychosociale aspecten zijn opdrachten vervult, verschilt enigszins naargelang de aard van de feiten die aanleiding hebben gegeven tot het indienen van het verzoek tot een formele interventie al dan niet betrekking hebben op feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk.
Vormelijk dient de brief waarmee de werknemer verzoekt tot formele interventie de datum en zijn handtekening te bevatten. Inhoudelijk neemt de werknemer in de brief een beschrijving op van de problematische arbeidssituatie en verzoekt hij de werkgever passende maatregelen te treffen.
Wanneer het verzoek tot formele psychosociale interventie betrekking heeft op feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk neemt de werknemer verder volgende gegevens op in zijn verzoek:
• een nauwkeurige beschrijving van de feiten,
• het ogenblik en de plaats waarop elk van de feiten zich hebben voorgedaan,
• de identiteit van de aangeklaagde,
• het verzoek aan de werkgever om geschikte maatregelen te nemen om een einde te maken aan de feiten.
De werknemer bezorgt de brief per aangetekende zending of door persoonlijke overhandiging aan de preventieadviseur psychosociale aspecten of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Hebben de vermeende feiten die voor de werknemer aanleiding zijn geweest om een verzoek in te dienen tot formele psychosociale interventie geen betrekking op feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk dan kan de werknemer er ook voor kiezen de brief per gewone post te versturen.
Ontvangt de preventieadviseur psychosociale aspecten of preventiedienst de brief door overhandiging of per gewone post, dan bezorgt hij de werknemer een ondertekend kopie van het verzoek tot formele interventie als ontvangstbewijs.
2. Aanvaarding of weigering van het verzoek tot formele psychosociale interventie
Binnen een termijn van tien dagen na ontvangst van het verzoek tot formele psychosociale interventie aanvaardt of weigert de preventieadviseur psychosociale aspecten of de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk het verzoek van de werknemer tot formele psychosociale interventie.
De preventieadviseur psychosociale aspecten of de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk weigert het verzoek wanneer de situatie zoals de werknemer ze in het verzoek omschrijft kennelijk geen psychosociale risico’s op het werk inhoudt.
Binnen dezelfde termijn stelt de preventieadviseur psychosociale aspecten of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk de werknemer in kennis van zijn beslissing het verzoek te aanvaarden of te weigeren.
Indien er na de tiende dag geen kennisgeving is van aanvaarding of weigering van het verzoek tot formele psychosociale interventie mag de werknemer zijn verzoek als aanvaard beschouwen.
B.Fase van onderzoek, advies en maatregelen inzake het verzoek tot formele psychosociale interventie
Zodra de preventieadviseur psychosociale aspecten of de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk het verzoek tot formele interventie aanvaard heeft, beoordeelt hij of het verzoek betrekking heeft op individuele risico’s, dan wel dat de risico’s impact hebben op meerdere werknemers. De procedure verschilt naargelang het individueel dan wel het hoofdzakelijk collectief karakter van het verzoek.
1. Onderzoek, advies en maatregelen inzake verzoek tot psychosociale interventie met hoofdzakelijk individueel karakter
1.1. Onderzoek van het verzoek tot formele psychosociale interventie met individueel karakter
1.1.1. Onderzoek van het verzoek tot formele psychosociale interventie met betrekking tot feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk
Vanaf het ogenblik dat het verzoek tot formele interventie wegens vermeende feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk aanvaard is, geniet de werknemer een bijzondere rechtsbescherming. De preventieadviseur psychosociale aspecten informeert de werkgever over de identiteit van de verzoeker en over het feit dat hij bescherming geniet.
Daarnaast deelt de preventieadviseur psychosociale aspecten ook zo snel mogelijk de ten laste gelegde feiten mee aan de aangeklaagde.
De preventieadviseur psychosociale aspecten onderzoekt het verzoek. Indien dit gepaard gaat met getuigenverklaringen brengt hij de werkgever op de hoogte van de identiteit van deze personen en de bijzondere rechtsbescherming die zij genieten.
Indien de ernst van de feiten het vereist, stelt de preventieadviseur psychosociale aspecten bewarende maatregelen voor aan de werkgever.
1.1.2. Onderzoek van het verzoek tot formele psychosociale interventie met individueel karakter met uitzondering van feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk
De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt de werkgever schriftelijk op de hoogte van de identiteit van de verzoeker en van het individueel karakter van het verzoek. Hij onderzoekt de specifieke arbeidssituatie, zo nodig aan de hand van informatie van andere personen.
Binnen de drie maanden vanaf de aanvaarding van het verzoek, onder bepaalde voorwaarden binnen de zes maanden, deelt de preventieadviseur psychosociale aspecten zijn advies mee aan de werkgever conform de bepalingen van art. 26 t.e.m. 29 van het koninklijk besluit van 10 april 2014. Desgevallend brengt hij het advies ook over aan de vertrouwenspersoon en/of andere instanties. De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt de verzoeker schriftelijk op de hoogte van deze kennisgeving aan de werkgever en eventuele anderen alsook van de voorstellen van preventiemaatregelen en de verantwoording ervan.
1.2. Advies inzake verzoek tot formele psychosociale interventie met individueel karakter voor alle psychosociale risico’s
Binnen de drie maanden vanaf de aanvaarding van het verzoek, onder bepaalde voorwaarden binnen de zes maanden, deelt de preventieadviseur psychosociale aspecten zijn advies mee aan de werkgever conform de bepalingen van art. 26 t.e.m. 29 van het koninklijk besluit van 10 april 2014. Desgevallend brengt hij het advies ook over aan de vertrouwenspersoon en/of andere instanties. De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt de verzoeker schriftelijk op de hoogte van deze kennisgeving aan de werkgever en eventuele anderen alsook van de voorstellen van preventiemaatregelen en de verantwoording ervan.
1.3. Maatregelen ingevolge het verzoek tot formele psychosociale interventie met individueel karakter voor alle psychosociale risico’s (Met inbegrip van feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk )
1.3.1. De werkgever treft maatregelen ingevolge advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten tot bewarende maatregelen
De werkgever die een advies tot bewarende maatregelen ontvangt van de preventieadviseur psychosociale aspecten deelt het gevolg dat hij hieraan zal verlenen schriftelijk en gemotiveerd mee aan de preventieadviseur.
1.3.2. De werkgever treft maatregelen ingevolge advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten tot maatregelen zonder bewarend karakter
Wanneer de werkgever naar aanleiding van het ontvangen advies overweegt om individuele maatregelen te treffen ten aanzien van een werknemer, dient hij deze werknemer hiervan binnen de maand schriftelijk op de hoogte te brengen. Zodra deze maatregelen een wijziging inhouden van de arbeidsvoorwaarden van de werknemer, ontvangt de betrokken werknemer een afschrift van het advies dat de werkgever van de preventieadviseur psychosociale aspecten mocht ontvangen en heeft hij een individueel gesprek met de werkgever. De werknemer kan zich gedurende dit gesprek laten bijstaan door een persoon naar zijn keuze.
Binnen de twee maanden na ontvangst van het advies ontvangen de verzoeker en andere rechtstreeks betrokken personen, de preventieadviseur psychosociale aspecten en eventueel de preventieadviseur van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarvoor de preventieadviseur zijn opdrachten vervult een schriftelijke en gemotiveerde beslissing van de werkgever over de gevolgen die hij aan het formele psychosociale verzoek geeft.
1.3.3. De werkgever treft geen maatregelen
Indien de werkgever geen gevolg heeft verleend aan het verzoek van de preventieadviseur psychosociale aspecten om bewarende maatregelen te treffen, schakelt deze de ambtenaar van het Toezicht op het Welzijn op het Werk in. Eveneens wordt een beroep gedaan op deze ambtenaar wanneer de werkgever na ontvangst van het advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten geen maatregelen heeft getroffen en de preventieadviseur psychosociale aspecten vaststelt dat de werknemer ernstig en onmiddellijk gevaar loopt of wanneer de aangeklaagde de werkgever zelf is of deel uitmaakt van het leidinggevend personeel.
2. Onderzoek, advies en maatregelen inzake verzoek tot psychosociale interventie met hoofdzakelijk collectief karakter
2.1. Onderzoek van het verzoek tot formele psychosociale interventie met hoofdzakelijk collectief karakter
De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt de werknemer en de werkgever schriftelijk op de hoogte van het ingediend en aanvaard verzoek tot psychosociale interventie en van het hoofdzakelijk collectief karakter ervan. Aan de werkgever wordt hierbij de identiteit van de verzoeker niet meegedeeld. Dezelfde kennisgeving vermeldt eveneens tegen wanneer de werkgever een beslissing dient te nemen over de gevolgen die hij aan het verzoek geeft.
Binnen een termijn van drie maanden vanaf de kennisgeving aan de werkgever onderzoekt de preventieadviseur psychosociale aspecten of hij beschermende maatregelen dient voor te stellen aan de werkgever ter preventie van een ernstige aantasting van de gezondheid van de werknemer.
2.2. Advies inzake verzoek tot formele psychosociale interventie met hoofdzakelijk collectief karakter
In het geval beschermende maatregelen ter preventie van een ernstige aantasting van de gezondheid van de werknemer zich opdringen, stelt de preventieadviseur psychosociale aspecten maatregelen voor aan de werkgever binnen de termijn van drie maanden vanaf de kennisgeving aan de werkgever.
2.3. Maatregelen inzake het verzoek tot formele psychosociale interventie met hoofdzakelijk collectief karakter
2.3.1. De werkgever treft maatregelen ingevolge een advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten tot beschermende maatregelen
De werkgever geeft zo snel mogelijk gevolg aan het advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten tot beschermende maatregelen ter preventie van een ernstige aantasting van de gezondheid van de werknemer.
De werkgever die met het oog op te treffen preventiemaatregelen een risicoanalyse uitvoert, doet dit met naleving van de bepalingen van artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 10 april 2014.
2.3.2De werkgever treft maatregelen
De werkgever die met het oog op te treffen preventiemaatregelen ingevolge het formele verzoek tot psychosociale interventie een risicoanalyse uitvoert, doet dit met naleving van de bepalingen van artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 10 april 2014.
Bij aanwezigheid van een comité of vakbondsafvaardiging in de onderneming licht de werkgever deze in over het verzoek tot psychosociale interventie met hoofdzakelijk collectief karakter en de naar aanleiding hiervan eventuele ingestelde risicoanalyse. Het comité of de vakbondsafvaardiging adviseert de werkgever in de aanpak van het verzoek en in de gevolgverlening van de werkgever aan het verzoek. Binnen de drie maanden -of zes maanden indien de werkgever een risicoanalyse heeft ingesteld -, deelt hij zijn gemotiveerde beslissing schriftelijk mee aan de preventieadviseur psychosociale aspecten en desgevallend aan het comité of de vakbondsafvaardiging. Hij voert deze aangekondigde beslissing zo snel mogelijk uit.
2.3.3De werkgever treft geen maatregelen of treft deze niet tijdig of de verzoeker acht de maatregelen ontoereikend
Bij het niet of niet tijdig meedelen van preventiemaatregelen of bij beoordeling ervan door de verzoeker als ‘niet aangepast aan zijn individuele situatie’ en de werkgever bovendien geen risicoanalyse heeft ingesteld of de preventieadviseur psychosociale aspecten hierbij niet betrokken heeft, zal de preventieadviseur psychosociale aspecten een onderzoek opstarten volgens de bepalingen van artikel 25 tot 32 van het Koninklijk Besluit van 10 april 2014 over het formeel verzoek met een hoofdzakelijk individueel karakter zoals hoger beschreven.
Werknemer van buitenaf
Een werknemer van een onderneming of organisatie van buitenaf die meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk vanwege een werknemer in de onderneming of organisatie waar hij werkzaamheden uitvoert kan een beroep doen op de interne procedure van de werkgever bij wie de werkzaamheden worden uitgevoerd. Indien individuele preventiemaatregelen zich opdringen, legt de werkgever in wiens onderneming of organisatie de werknemer van buitenaf werkzaamheden uitvoert de nodige contacten met de werkgever van deze laatste opdat de maatregelen daadwerkelijk kunnen getroffen worden.
Werknemers die in contact komen met het publiek kunnen, indien zij menen dat zij het slachtoffer zijn van een daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk een verklaring afleggen bij de werkgever. De werkgever is ertoe gehouden systematisch de verklaring van de werknemer te noteren in een register over feiten van geweld op het werk. De werkgever waakt erover dat de verklaringen meegedeeld worden aan de bevoegde preventieadviseur psychosociale aspecten.
Externe procedures
De werknemer die meent psychische schade te ondervinden, al dan niet gepaard met lichamelijke schade ten gevolge van psychosociale risico’s op het werk, waaronder geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan zich wenden tot de Inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk, het arbeidsauditoraat of de Arbeidsrechtbank.
Discrete omgang met klacht
Wanneer de werkgever, de preventieadviseur en/of de vertrouwenspersoon in kennis worden gesteld van de psychosociale risico’s met inbegrip van daden van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, verbinden zij zich ertoe absolute discretie in acht te nemen betreffende de persoon van het slachtoffer, de feiten en de omstandigheden waarin de feiten zich hebben voorgedaan, tenzij de wetgeving ter zake hen de mogelijkheid biedt om onder bepaalde voorwaarden de informatie kenbaar te maken.
Psychologische ondersteuning
De werkgever waakt er over dat de werknemers en de daarmee gelijkgestelde personen die het slachtoffer zijn van een daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, een passende psychologische ondersteuning krijgen van gespecialiseerde diensten of instellingen.
De betrokken werknemer kan bij gespecialiseerde diensten of instellingen een passende psychologische ondersteuning krijgen.
Sancties
De dader die vastgestelde inbreuken heeft gepleegd, wordt behandeld en gesanctioneerd overeenkomstig de bepalingen omtrent tucht (vast benoemde en TADD’er) en ontslag (gewone tijdelijke) zoals beschreven in het Decreet Rechtspositie.
Zie bijlage 4 van het arbeidsreglement : schema procedure inzake verzoek tot psycho-sociale interventie door het personeelslid
Hoofdstuk 16Onthaal van nieuwe personeelsleden
Art 221De indiensttreding van het personeelslid is het gevolg van een aanstellingsbesluit.
Het personeelslid kan onderstaande documenten raadplegen op het intern netwerk van de school of ontvangt bij de indiensttreding een afschrift van:
◦ het aanstellingsbesluit;
◦ het pedagogisch project;
◦ het arbeids- en evaluatiereglement, met inbegrip van de aanvullende verplichtingen en onverenigbaarheden;
◦ het schoolreglement en de infobrochure;
◦ de algemene veiligheidsrichtlijnen;
◦ de richtlijnen in geval van evacuatie;
◦ desgevallend de geïndividualiseerde functiebeschrijving.
Het schoolwerkplan en de goedgekeurde leerplannen die worden bijgehouden op het schoolsecretariaat, zijn ter beschikking van de personeelsleden.
Het personeelslid wordt geacht deze documenten te kennen, te aanvaarden en ze na te leven.
Art 222De directeur organiseert het onthaal van nieuwe personeelsleden, geeft hen de nodige inlichtingen en instructies met het oog op de bescherming van het welzijn op het werk bij de uitvoering van hun werk en het voorkomen van ongevallen en vergewist zich ervan dat deze nieuwe personeelsleden deze inlichtingen goed hebben begrepen en in de praktijk brengen. De directeur of een ervaren personeelslid dat de directeur aanduidt, begeleidt het beginnende personeelslid hierbij.
Art 223Elk personeelslid ontvangt een badge waarmee hij/zij toegang krijgt tot de schoolgebouwen (indien van toepassing) en gebruik kan maken van de printers/kopieerapparaten in de school.
Bij verlies van de badge zal het personeelslid, mits voorafgaandelijke betaling van de kosten van 11 euro aan de financieel directeur, een nieuwe badge toegewezen krijgen.
Bij beschadiging van de badge ontvangt het personeelslid, mits inlevering van de oude badge, zonder bijkomende kosten een nieuwe badge.
Hoofdstuk 17Bevoegde inspectiediensten
Art 224De adressen van de bevoegde inspectiediensten zijn opgenomen in bijlage 2 bij dit arbeidsreglement:
◦ het Toezicht op de Sociale Wetten,
◦ het Toezicht op het Welzijn op het werk,
◦ Sociale Inspectie.
Bijlage 1 MEDEDELINGEN INZAKE WELZIJN
Contactgegevens zijn gewijzigd.
Bijlage 1 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 2 ADRESSEN VAN DE BEVOEGDE INSPECTIEDIENSTEN
Contactgegevens zijn gewijzigd.
Bijlage 2 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 3 MEDEDELINGEN INZAKE INFORMATIEVEILIGHEID EN PRIVACY
Geen wijzigingen
Bijlage 3 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 4 SCHEMA PROCEDURE INZAKE VERZOEK TOT PSYCHO-SOCIALE INTERVENTIE DOOR HET PERSONEELSLID
Geen wijzigingen
Bijlage 4 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 5 GEDRAGSCODE E-POLICY
Geen wijzigingen
Bijlage 5 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 6 DEONTOLOGISCHE CODE VOOR DE PERSONEELSLEDEN VAN DE GEMEENTE HOUTHALEN-HELCHTEREN
Geen wijzigingen
Bijlage 6 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 7 REGLEMENT INZAKE MODALITEITEN VAN AANVRAAG EN TOEKENNING VAN VERLOFSTELSELS
Geen wijzigingen
Bijlage 7 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 8 BELEID INZAKE ALCOHOL- EN DRUGS voor het PERSONEEL van het GEMEENTEBESTUUR HOUTHALEN-HELCHTEREN
Geen wijzigingen
Bijlage 8 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 9 AGRESSIEPROTOCOL voor het PERSONEEL van het GEMEENTEBESTUUR HOUTHALEN-HELCHTEREN
Geen wijzigingen
Bijlage 9 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 10 REGLEMENT FIETSVERGOEDING + TENLASTENEMING VERVOERSKOSTEN OPENBAAR VERVOER GEMEENTELIJK ONDERWIJS
Geen wijzigingen
Bijlage 10 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 11 REGLEMENT VERGOEDING DIENSTVERPLAATSINGEN GEMEENTELIJK ONDERWIJS
Geen wijzigingen
Bijlage 11 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 12 REGLEMENT: MAALTIJDVERGOEDING AAN PERSONEELSLEDEN VAN DE GEMEENTE VOOR DIENSTREIZEN VAN EEN DAG
Geen wijzigingen
Bijlage 12 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 13 REGLEMENT TOEKENNING EN GEBRUIK GSM
Geen wijzigingen
Bijlage 13 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 14 REGLEMENT MET BETREKKING TOT DE TOEKENNING VAN GESCHENKCHEQUES AAN PERSONEELSLEDEN VAN HET GEMEENTEBESTUUR BIJ 25 JAAR DIENST EN PENSIONERING
Geen wijzigingen
Bijlage 14 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 15 STANDAARD BEOORDELINGSVERSLAGEN TIJDELIJKE PERSONEELSLEDEN
Nieuwe bijlage. Naar aanleiding van de invoering van de procedure 'beoordelingen' is het nodig om standaard beoordelingsverslagen op te stellen.
Bijlage 15 is opgenomen in bijlage.
Bijlage 16 PROTOCOL VAN AKKOORD ABOC 22 januari 2020
Bijlage 16 is opgenomen in bijlage.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Verlenging van de huidige scholengemeenschap 'De Viersprong' voor de periode van 1 september 2020 tot en met 31 augustus 2026 - goedkeuring.
Wetgeving
• Het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, de artikelen 125bis tot en met 125quaterdecies, zoals gewijzigd door het decreet van 5 april 2019 betreffende het onderwijs XXIX.
• Het gemeenteraadsbesluit van 27 februari 2014 over de vorming van de huidige scholengemeenschap.
• Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, de artikelen 40 en 41, na wijziging.
Feiten en context
Een schoolbestuur kan in kader van de organisatie van zijn basisonderwijs een scholengemeenschap vormen.
Een scholengemeenschap:
• moet zowel kleuter- als lager onderwijs bevatten,
• moet op de eerste schooldag van februari 2020 minstens 900 gewogen leerlingen tellen,
• mag zich hoogstens over vijf aangrenzende onderwijszones uitstrekken.
De huidige scholengemeenschap 'De Viersprong' (bestaande uit de vier gemeentelijke scholen van Houthalen-Helchteren) loopt af na een periode van zes schooljaren op 31 augustus 2020.
Er heeft geen fundamentele wijziging van de scholengemeenschappen plaatsgevonden en het is aangewezen om de huidige samenwerking te verlengen voor de in de regelgeving voorziene periode van zes jaar, van 1 september 2020 tot en met 31 augustus 2026.
Adviezen
• het overleg van de schoolhoofdenvergadering van 15 oktober 2019: de directeurs stellen voor om de huidige scholengemeenschap te verlengen,
• het overleg van de schoolraad van 21 januari 2020: akkoord met het voorstel,
• het overleg van het hoog overlegcomité (HOC) van 22 januari 2020: er zijn geen opmerkingen binnengekomen,
• het gunstig advies team gemeentelijk onderwijs van 22 januari 2020.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 februari 2020 om dit punt te verwijzen naar de eerstvolgende zitting van de gemeenteraad.
Besluit:
De werking van de huidige scholengemeenschap 'De Viersprong', bestaande uit de vier gemeentelijke scholen van Houthalen-Helchteren, met zes schooljaren te verlengen vanaf 1 september 2020.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Schenking van 20 iPads door het oudercomité 'De Brug' aan de gemeentelijke basisschool 't Centrum - goedkeuring.
Wetgeving
• het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, na wijziging, artikel 41.
Feiten en context
Het oudercomité "De Brug" van de gemeentelijke basisschool 't Centrum wil aan het schoolbestuur van de gemeentelijke basisschool 't Centrum 20 iPads met Otterbox Defender met volgende kenmerken: Apple 10.2-inch iPad Wi-Fi 32GB - Space Grey (7th Generations) schenken ter waarde van 9183,90 euro (495,195 euro/stuk).
De iPads werden aangekocht met de opbrengsten van de schoolfeesten van de afgelopen jaren die door het oudercomité werden georganiseerd.
De aankoop van deze iPads werd besproken met de ICT-coördinator van het gemeentelijk onderwijs zodat de aankoop in overeenstemming is met het gevoerde ICT-beleid van de scholengemeenschap.
Deze iPads worden opgenomen in de polis alle risico's voor het ICT-materiaal van de gemeentelijke scholen na aanvaarding van de schenking door de gemeenteraad. De materialen opgenomen in deze polis wordt jaarlijks geactualiseerd.
Adviezen
Gunstig advies van team gemeentelijk onderwijs van 8 januari 2020.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 27 januari 2020 om dit punt te verwijzen naar de eerstvolgende zitting van de gemeenteraad.
Financieel advies
Dit is een beleidsbevoegdheid.
Besluit:
De schenking van 20 iPads met Otterbox Defender aan het schoolbestuur van de gemeentelijke basisschool 't Centrum door het oudercomité "De Brug" te aanvaarden.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Zorgraad van vzw EersteLijnszone MidWestLim: participatie, afvaardigingen en beleidsplan 2020-2021 - goedkeuring.
Wetgeving
• Wet van 29 juli 1991: alle bestuurshandelingen moeten uitdrukkelijk gemotiveerd worden
• Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, inzonderheid Deel 3 – Titel 4 – Hoofdstuk 2 De welzijnsvereniging (artikelen 475 t.e.m 495)
• De algemene beginselen van behoorlijk bestuur
• Het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders;
• Het besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning en subsidiëring van de zorgraden en houdende inwerkingtreding van het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders dat op 17 mei 2019 definitief werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering;
• Het besluit van de Raad van Bestuur van Zorg Houthalen-Helchteren van 18 september 2019 waarbij afgevaardigden aangeduid werden in de voorlopige Zorgraad, en het Charter voor de Eerstelijnszone MidWestLim onderschreven werd.
Feiten en context
Een grote stap in de reorganisatie van de eerste lijn was de oprichting van de eerstelijnszones (ELZ), waarbij onze gemeente deel uitmaakt van ELZ MidWestLim (Halen, Lummen, Houthalen-Helchteren en Heusden-Zolder).
Tijdens de opstartfase, vanaf midden 2018, stuurde het veranderteam deze ontwikkelingen in onze eerstelijnszone aan. Zij werkte onder andere een missie en visie uit voor de eerstelijnszone. Tegen eind oktober 2019 werd een voorlopige Zorgraad samengesteld die het beleidsplan voorbereid heeft, en de oprichting van een vzw uitwerkt. Vanaf 1 juli 2020 gaat de voorlopige Zorgraad over in het bestuursorgaan van de vzw. Voor de samenstelling van de (voorlopige) Zorgraad werd gehandeld conform de richtlijnen van de Vlaamse overheid, waarbij de lokale besturen onderling afspraken dienden te maken over wie in welke clusters binnen de Zorgraad afgevaardigd wordt. Daarbij is geopteerd om als lokaal bestuur lid te worden, en vanuit elke gemeente in het bestuursorgaan van de vzw een schepen af te vaardigen. Bijkomend zijn enkele ambtenaren afgevaardigd.
Over deze afvaardigingen in de voorlopige Zorgraad werd reeds beslist door de verschillende raden in 2019. Het betreft een schepen uit elke gemeente, afgevaardigd in de cluster lokale besturen: Elke Boogaerts (Halen), Heidi Lamotte (Lummen), Göksal Kanli (Houthalen-Helchteren), Funda Oru (Heusden-Zolder); en de ambtenaren: Wendy Coemans (namens de sociale diensten van de OCMW’s, in de cluster lokale besturen), Rob Geurts (namens de woonzorgcentra, in de cluster welzijn), Evelien Vaes (namens de lokale dienstencentra, in de cluster welzijn), Hilde Muësen (namens de Huizen van het Kind, in de cluster lokale besturen) en Koen Clijsters (namens de openbare diensten gezinszorg, in de cluster welzijn).
Het is voorzien dat de voorlopige Zorgraad van onze Eerstelijnszone MidWestLim vanaf 1 juli overgaat in een vzw-structuur. De Vlaamse overheid vraagt om bij het erkenningsdossier, bij deze overgang, vertegenwoordigingsmandaten te voegen, omdat verwacht wordt dat afgevaardigden niet louter namens hun organisatie, maar tevens namens hun sector of cluster afgevaardigd zijn in de Zorgraad.
De Raden van de andere lokale besturen leveren een vertegenwoordigingsmandaat af aan Zorg Houthalen-Helchteren, voor de vertegenwoordiging in de vzw Eerstelijnszone MidWestLim namens het lokale dienstencentrum in de cluster welzijn en een vertegenwoordigingsmandaat aan het gemeentebestuur Houthalen-Helchteren, voor de vertegenwoordiging in de vzw Eerstelijnszone MidWestLim namens de sociale dienst van het OCMW in de cluster lokale besturen.
De deelname vanuit ons lokaal bestuur aan een privaatrechtelijke vereniging moet goedgekeurd worden door de gemeenteraad, de OCMW-raad en de Raad van Bestuur Zorg Houthalen-Helchteren.
Binnen elke eerstelijnszone zijn 6 zetels in te vullen vanuit de lokale besturen in het kader van hun regiefunctie binnen de cluster lokale besturen. De lokale besturen kunnen deelnemen aan de cluster welzijn vanuit hun actorrol.
De voorlopige Zorgraad heeft reeds een beleidsplan 2020-2021 van de ELZ MidWestLim voorbereid.
In het kader van het verkrijgen van een erkenning van ELZ MidWestLim, is het noodzakelijk dat twee derde van de lokale besturen en van de eerstelijnszorgaanbieders die de Vlaamse Gemeenschap als voorziening of samenwerkingsverband heeft erkend in het werkgebied, vertegenwoordigd zijn in de ELZ. Het lidmaatschap van de organisatie geldt als bewijs van vertegenwoordiging. Als die norm niet gehaald wordt, wordt aan de lokale besturen en de zorgaanbieders die geen lid van de organisatie zijn, gevraagd of ze akkoord gaan met de missie, de visie en het beleidsplan.
Om die reden wordt er aan alle lokale besturen gevraagd om akkoord te gaan met het beleidsplan 2020-2021 van ELZ MidWestLim.
Toelichting van schepen Kanli.
Tussenkomst door raadslid Stijn Van Dingenen en het antwoord van schepen Kanli.
Besluit:
Artikel 1
De Raad besluit om te participeren in vzw Eerstelijnszone MidWestLim in oprichting.
Artikel 2
De Raad neemt kennis van het besluit van de Raad van Bestuur van Zorg Houthalen-Helchteren van 18 september 2019, om volgende personen af te vaardigen in de algemene vergadering en het bestuursorgaan van de vzw Eerstelijnszone MidWestLim, rekening houdend met de vertegenwoordigingsmandaten:
- Göksal Kanli als vertegenwoordiger van ons lokaal bestuur binnen de cluster lokale besturen
- Rob Geurts als vertegenwoordiger van de woonzorgcentra binnen de cluster welzijn
- Evelien Vaes als vertegenwoordiger van de lokale dienstencentra binnen de cluster welzijn
Artikel 3
De Raad levert een vertegenwoordigingsmandaat af aan Zorg Houthalen-Helchteren voor de vertegenwoordiging in de vzw Eerstelijnszone MidWestLim namens het lokale dienstencentrum in de cluster welzijn.
Artikel 4
De Raad besluit met 31 ja-stemmen om de coördinator Sociaal Huis Houthalen-Helchteren af te vaardigen in de Algemene Vergadering van de vzw, als vertegenwoordiger van de sociale dienst van het OCMW in de cluster lokale besturen.
Artikel 5
De Raad levert een vertegenwoordigingsmandaat af aan het OCMW van Lummen voor de vertegenwoordiging in de vzw Eerstelijnszone MidWestLim namens de sociale dienst van het OCMW in de cluster lokale besturen.
Artikel 6
De Raad levert een vertegenwoordigingsmandaat af aan het OCMW van Heusden-Zolder voor de vertegenwoordiging in de vzw Eerstelijnszone MidWestLim namens de openbare dienst voor gezinszorg in de cluster welzijn.
Artikel 7
De Raad levert een vertegenwoordigingsmandaat af aan het gemeentebestuur van Heusden-Zolder voor de vertegenwoordiging in de vzw Eerstelijnszone MidWestLim namens het Huis van het Kind in de cluster lokale besturen.
Artikel 8
De Raad keurt het beleidsplan 2020-2021 van de eerstelijnszone MidWestLim goed (zie bijlage).
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Overeenkomst 2020-2025 Verankering Regioclub Toestelturnen Jongens (TTJ) - goedkeuring.
Feiten en context
De kredieten voor uitvoering van de voorgelegde overeenkomst zijn opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025. Dit meerjarenplan werd door de gemeenteraad vastgelegd op 19 december 2019.
De overeenkomst 2020-2025 werd in overleg met Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw, AGB Sport, Turn- en danskring Olympia Houthalen en het gemeentebestuur Houthalen-Helchteren opgemaakt.
De kredieten voor uitvoering van deze overeenkomst werden opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 onder
MJP 000327 toelage aan turn- en danskring Olympia voor topsportgymproject
beleidsveld 0740
ARK 64900000
Financieel advies
Op 04/12/2019: budgetten zijn financieel opgenomen in meerjarenplan 2020-2025 en worden uitvoerbaar zodra de raad het dossier heeft behandeld.
stand van zaken: 05/02/2020
De kredieten voor uitvoering van de voorgelegde overeenkomst zijn opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025. Dit meerjarenplan werd door de gemeenteraad vastgelegd op 19 december 2019.
De kredieten voor uitvoering van deze overeenkomst werden opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 onder
MJP 000327 toelage aan turn- en danskring Olympia voor topsportgymproject
beleidsveld 0740
ARK 64900000
Besluit:
Artikel 1
de overeenkomst 2020-2025 'Verankering Regioclub Toestelturnen Jongens' in Houthalen-Helchteren goed te keuren:
OVEREENKOMST 2020-2025
VERANKERING REGIOCLUB TOESTELTURNEN JONGENS (TTJ) IN HOUTHALEN-HELCHTEREN
Deze overeenkomst wordt afgesloten tussen volgende partijen
Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw, vertegenwoordigd door Lode Grossen, Zuiderlaan 13, 9000 Gent
En
Gemeentebestuur Houthalen-Helchteren, vertegenwoordigd door Alain Yzermans, burgemeester en Wim Haest, algemeen directeur, Pastorijstraat 30, 3530 Houthalen-Helchteren
En
AGB Sport, vertegenwoordigd door Alain Yzermans, voorzitter en Wim Haest, algemeen directeur, Pastorijstraat 30, 3530 Houthalen-Helchteren
En
Turn- en danskring Olympia Houthalen, vertegenwoordigd door Wouter Delbroek, Aardeweg 69, 3582 Beringen-Koersel
Doel van de overeenkomst
1.Het doel van de overeenkomst is de verankering van de regioclub Toestelturnen Jongens (TTJ) in Houthalen-Helchteren.
Locatie: Sportpark Lakerveld (turnhal), Guldensporenlaan 16A, 3530 Houthalen-Helchteren.
2.Daardoor hebben turners tot 12 jaar de gelegenheid om hun basisopleiding te volgen in Houthalen-Helchteren.
3.De overeenkomst geeft eveneens garantie voor de financiering van de loonkost en het fulltime inzetten van Ruben Van den Bergh enerzijds als trainer voor de regioclub TTJ Houthalen en anderzijds voor de uitbouw van de club en zijn regionale werking.
4.Daarnaast beschrijft de overeenkomst de return van de Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw en Turn- en danskring Olympia Houthalen aan het gemeentebestuur Houthalen-Helchteren.
Looptijd van de overeenkomst
Deze overeenkomst gaat in per 1 januari 2020 en eindigt op 31 december 2025. Er is geen stilzwijgende verlenging mogelijk.
Bijdragen van de partners
Het gemeentebestuur Houthalen-Helchteren en Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw staan in voor de financiering van de loonkost van de trainer. De afspraken tussen Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw en Turn- en danskring Olympia Houthalen worden verder geregeld in een eigen convenant.
Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw engageert zich voor een tussenkomst a rato van 22.000 euro op jaarbasis.
Het gemeentebestuur Houthalen-Helchteren engageert zich voor een tussenkomst in de loonkost van de trainer voor het resterende bedrag (loonkost – bijdrage Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw) a rato van 15.000 euro per jaar.
De trainer wordt via een contract bij Sportwerk Vlaanderen tewerkgesteld.
Turn- en danskring Olympia Houthalen kan in het kader van het gemeentelijke reglement (subsidies voor sportverenigingen) geen bijkomende aanspraak maken op subsidies voor deze trainer.
Het gemeentebestuur Houthalen-Helchteren zorgt ervoor dat de deelnemers aan het topsportproject de mogelijkheid hebben om naar school te gaan in Gemeentelijke Basisschool ’t Centrum, Guldensporenlaan 13, 3530 Houthalen-Helchteren.
Het AGB Sport stelt volgende sportaccommodatie ter beschikking :
-De turnhal wordt ter beschikking gesteld in de ochtend- én tijdens de schooluren (te bepalen in onderling overleg met het beleidsdomein patrimonium) tegen betaling van het gemeentelijke jeugdtarief.
-Overige uren naschools voor het basisopleidingscentrum worden gehuurd aan het gemeentelijk zijlokalentarief.
Turn- en danskring Olympia:
-sluit een contract af met Sportwerk Vlaanderen i.v.m. de tewerkstelling van Ruben Van den Bergh
-staat in voor de betalingen aan Sportwerk Vlaanderen.
Hiervoor ontvangt Turn- en danskring Olympia een tussenkomst van Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw aangevuld met een toelage van het gemeentebestuur Houthalen-Helchteren, zoals hoger beschreven.
Return aan het gemeentebestuur Houthalen-Helchteren
In ruil voor de bijdrage in de loonkost van de trainer worden volgende tegemoetkomingen toegekend:
Door Turn-en Danskring Olympia
-Mogelijkheid tot gratis gebruik van de AIR-TRACK door de scholen van Houthalen-Helchteren en het gemeentebestuur (team sportpromotie) wordt uitgewerkt ism het gemeentebestuur.
-Het ondersteunen van gemeentelijke evenementen door het aanbieden van bijvoorbeeld:
odemonstraties (acro, dans, qym, …)
olesgever ikv initiatie ropeskipping
oinzetten van een lesgever kleuterballet tijdens het vakantie-aanbod van het team sportpromotie
-Het meewerken aan de visibiliteit van het topsportproject binnen de gemeente, bijvoorbeeld door:
odeelname aan de campagne ‘SportersBelevenMeer’
odeelname aan de ‘Maand van de Sportclub’
ocommunicatie via social media (concrete afspraken vast te leggen)
oaandacht voor het topsportproject ikv een beleidsartikel in het gemeentelijke infoblad
ohet plaatsen van de gemeentelijke eventflags bij events van de vereniging
ode realisatie van een creatief/artistiek project (bijvoorbeeld een tentoonstelling) waarbij de werking van de vereniging in beeld gebracht wordt
Door Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw:
-Houthalen-Helchteren wordt gecontacteerd als pilootgemeente bij het uitrollen van nieuwe methodieken en innovaties vanuit de federatie.
-De federatie stelt eenmalig een lesgever (10 x 1,5u) ter beschikking voor het uitrollen van een initiatietraject freerunning. Deze initiatie richt zich in eerste instantie tot jongeren uit de doelgroep van de jeugdwelzijnswerkingen, maar staat open voor een ruim publiek. Dit initiatietraject beoogt de lancering van een freerunning community.
-Een pakket van 4 lesuren per schooljaar freerunning als aanbod naar de scholen in Houthalen-Helchteren.
-De organisatie van een promotioneel freerunning event én een opleidingsmoment voor lesgevers Vlaamse clubs en communities in Houthalen-Helchteren gedurende de periode van de overeenkomst (timing nog te bepalen).
-Gratis tickets voor het jaarlijkse GYMGALA (5 x 2 VIP-kaarten).
-10 gratis tickets bij de organisatie van internationale ontmoetingen (testwedstrijden, interlands, …) in Vlaanderen bij deelname van gymnasten uit Olympia Houthalen.
-1 opleidingssessie per jaar (‘Gymstars’, ‘Kidies (kleutergym)’ en ‘MultiSkillzforGym’ voor de lesgevers van de basis- en secundaire scholen in Houthalen-Helchteren. Gymfed staat in voor de organisatie van de sessies en stelt de lesgever ter beschikking. Het gemeentebestuur staat in voor de communicatie naar de scholen en toeleiding van de leerkrachten.
-Daarnaast zorgt de federatie voor een grote visibiliteit van het topsportproject Houthalen-Helchteren in hun eigen communicatiekanalen:
oVermelding clubnaam/gemeente bij alle online communicatie (persberichten, websiteartikelen, social media, online nieuwsbrieven,…) rond de topatleten (vb. Jonathan Vrolix, lid van Olympia Houthalen).
oInterview met logovermelding van een Topsporter (voorstel: Jonathan Vrolix) in ‘More than Gym’, het E-magazine van Gymfed. Uitgave: nog te bepalen.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Statuten gemeentelijke inspraakstructuren Samenleving - goedkeuring.
Wetgeving
• Alle adviesraden en overlegstructuren die in een gemeente worden opgericht moeten voldoen aan de bepalingen uit het Decreet Lokaal Bestuur. Deze bepalingen gingen in voege bij de start van de gemeentelijke legislatuur in 2019.
• De samenvatting van het wetgevend kader wordt toegevoegd als bijlage.
Feiten en context
INSPRAAKSTRUCTUREN SAMENLEVING
De inspraakstructuren samenleving hebben als bedoeling de bewoners van de gemeente Houthalen-Helchteren maximaal te informeren over de beleidsthema’s vrije tijd en welzijn en bieden de bewoners de gelegenheid over diezelfde thema’s advies te geven aan het beleid.
Met de inspraakstructuren samenleving worden volgende structuren bedoeld:
• cultuurraad
• sportraad
• jeugdraad
• seniorenraad
• diversiteitsraad
• beheerscommissie bibliotheek
• beheerscommissie culturele centra (casino, Kerkje van Laak en Ontmoetingscentrum Het Park)
Daarnaast organiseert en ondersteunt het gemeentebestuur 3 werkgroepen:
• het gemeentelijke armoedeplatform
• de gemeentelijke werkgroep personen met een beperking
• de werkgroep ontwikkelingssamenwerking/duurzaamheid
Adviezen
• Bespreking op het managementteam : gunstig.
Tussenkomst door raadslid Stijn Van Dingenen en antwoord door schepen Hanne Kellens.
Besluit:
Artikel 1
de statuten van de inspraakstructuren samenleving goed te keuren:
STATUTEN GEMEENTELIJKE INSPRAAKSTRUCTUREN SAMENLEVING
Artikel 1. structuren per deelbeleidsthema
Het gemeentebestuur gaat over tot de oprichting van één gemeentelijke cultuurraad, één gemeentelijke sportraad, één gemeentelijke jeugdraad, één gemeentelijke seniorenraad, één gemeentelijke diversiteitsraad, één beheerscommissie bibliotheek en één beheerscommissie culturele centra.
Artikel 2. samenstelling
Per raad of beheerscommissie wordt er gezocht naar maximum 20 inwoners van Houthalen-Helchteren die zich inhoudelijk willen engageren, rekening houdend met de uitgangspunten uit de cultuurpactwetgeving.
In functie van de agenda (thematisch) kunnen deskundigen of afgevaardigden van professionele instellingen of doelgroepen uitgenodigd worden.
Artikel 3. opdracht
De opdracht van de raden en beheerscommissies bestaat erin het gemeentebestuur te adviseren over het respectievelijke lokale en intergemeentelijke cultuur-, sport-, jeugd-, senioren- , diversiteits-, bibliotheek- of beleid culturele centra.
Het is de opdracht van iedere raad of beheerscommissie om bijzondere aandacht te hebben voor integrale beleidsthema’s als duurzaamheid, armoede en verdraagzaam samenleven.
Adviezen worden geformuleerd vanuit een consensus ; op vraag kunnen minderheidsstandpunten toegevoegd worden.
Artikel 3. dagelijks bestuur
De leden van de raden en beheerscommissies kiezen uit hun midden een voorzitter en een ondervoorzitter.
Bij de verkiezing van de voorzitter en van de ondervoorzitter worden de volgende modaliteiten in acht genomen:
a)De kandidaturen kunnen zowel voorafgaandelijk als tijdens de vergadering worden ingediend.
b)De voorzitter en de ondervoorzitter moeten steeds met de meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen verkozen worden, onthoudingen niet meegerekend.
c)Indien in de eerste stemronde geen enkele kandidaat de gewone meerderheid* bereikt, wordt in een tweede stemronde gestemd over de twee eerst geplaatste kandidaten.
d)De stemming is geheim.
(* helft+1 van de aanwezigen)
Artikel 4. secretaris
De functie van secretaris wordt waargenomen door de begeleidende ambtenaar.
Artikel 5. organisatie van de samenstelling
De administratie staat in voor de organisatie van de samenstelling van raden en beheerscommissies. Zij verzamelt de kandidaturen via een open oproep aan alle geïnteresseerde inwoners van Houthalen-Helchteren en legt deze lijst voor aan de gemeenteraad.
Artikel 7. zitpenningen
Aan de leden van de raden en beheerscommissies worden geen zitpenningen uitgekeerd.
Artikel 8. vergaderfrekwentie
De raden en beheerscommissies komen minimaal 2 x per jaar samen. De bevoegde schepen wordt uitgenodigd op deze vergaderingen.
De vergaderingen worden voorbereid door de voorzitter , ondervoorzitter en de secretaris.
Artikel 9. ondersteuning
Het gemeentebestuur zal de raden en beheercommissies ondersteunen door:
•In het gemeentelijke meerjarenplan middelen voor de financiering van de werking op te nemen.
•Het ter beschikking stellen van infrastructuur voor de vergaderingen van de raden, de beheerscommissies en de vergaderingen van eventuele werkgroepen.
•Het ter beschikking stellen van een medewerker voor administratieve en logistieke ondersteuning van de vergaderingen.
•Ter dekking van de risico's 'burgerlijke aansprakelijkheid' en 'lichamelijke ongevallen' de nodige verzekeringspolissen af te sluiten voor de leden van de raden, de beheerscommissies en de leden van eventuele werkgroepen.
Artikel 10. verbreding en verdieping van de inspraak
Naast de inrichting van hogergenoemde raden en beheerscommissies heeft het gemeentebestuur de ambitie de mogelijkheid tot duiding en adviesverlening bij haar beleid (samenleving) extra te verbreden en te verdiepen .
Dit zal gebeuren door het inrichten van
(1)Open adviesmomenten (overkoepelende thema’s)
(2)Sectormomenten (bijeenkomsten van bijvoorbeeld alle sportverenigingen, verenigingen per wijk, …)
(3)Vormingsmomenten over beleidsthema’s
Het college van burgemeester en schepenen neemt hier initiatief in samenspraak met de administratie.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Samenwerkingsovereenkomst Agentschap Integratie en Inburgering
(AGII) - goedkeuring.
Wetgeving
Het meerjarenplan 2020-2025 werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019.
Feiten en context
Reeds jaren werkt het gemeentebestuur in het kader van haar integratiebeleid samen met het Agentschap Integratie en Inburgering.
Om de samenwerking nog meer af te stemmen op maat van het lokaal bestuur worden de wederzijdse engagementen voor de beleidsperiode 2020-2025 verankerd in een samenwerkingsovereenkomst (zie bijlage).
De samenwerkingsovereenkomst brengt geen financiële engagementen met zich mee.
Advies beleidscoördinator Sociaal beleid : 10/01/2020 - akkoord met de overeenkomst.
Tussenkomst door raadslid Stijn Van Dingenen en antwoord door schepen Mustafa Aytar.
Besluit:
Artikel 1
de samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Integratie en Inburgering zoals opgenomen als bijlage voor de periode 2020-2025 goed te keuren.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Voorstel voor het toekennen van een nieuwe straatnaam
Wetgeving
• Rekening houdend met de procedure bij benaming van een straatnaam:
a) Vaststellen van noodzaak van naam van een straat
b) Advies vragen aan de cultuurraad
c) Het college van burgemeester en schepenen beslist over een voorlopige naam
d) De gemeenteraad neemt daarna een definitief besluit
e) Informeren van de bevoegde diensten (bv. de Post, belastingen, kadaster, hulpdiensten, nutsmaatschappijen,…).
• Het decreet van 28.01.1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen, waarin bepaald word dat de gemeenteraad bevoegd is om de naam van een openbare weg of plein vast te stellen of te wijzigen.
Feiten en context
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om aan het project "Zijstraat Herebaan-Oost", gelegen aan de Herebaan-Oost, een nieuwe straatnaam te geven, namelijk Kapiteinstraat.
Het gebied kent 11 loten waarvan 3 reeds verkaveld voor open bebouwing en 3 voor half-open
bebouwing.(VK nr. 56V17-3/1)
De Dienst Burgerzaken (administratief verantwoordelijke van dergelijke dossiers) heeft de noodzaak vastgesteld om aan het volgende project "Zijstraat Herebaan-Oost" een nieuwe straatnaam toe te kennen.
Het college van burgemeester en schepenen op 27.01.2020 beslist heeft deze dossiers door te verwijzen naar de gemeenteraad, zodat de procedure correct kan toegepast worden.
Project "Zijstraat Herebaan-Oost".
Het woonproject is gelegen in "Zijstraat Herebaan-Oost"
Het woonproject heeft een toegang vanaf de "Herebaan-Oost"
Infrax gaat starten met het aanleggen van de nutsvoorzieningen.
Adviezen
Rekening houdend met de beslissing van de cultuurraad dd. 25 november 2015:
Voorstel beslissingsboom:
• Cluster: rekening houden met de keuze in het verleden voor een bepaald "thema" bij de
naamgeving.
• Losse straat: naam van een verdienstelijk persoon
• Nieuwe cluster => in rangorde van voorkeur:
◦ Naam die verwijst naar kadaster of geografie
◦ Thema of gebeurtenis
Het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 27.01.2020 om te kiezen voor de volgende straatnaam omdat het gebied op het kadaster bekend staat als 'Capiteinsbosch':
Kapiteinstraat.
Tussenkomst door raadsleden Liesbeth Maris en Maarten Houben en het antwoord van voorzitter Timmers en burgemeester Yzermans.
Besluit:
Akkoord te gaan met de voorgestelde benaming voor het project zijstraat Herebaan-Oost:
-Kapiteinstraat.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Gemeentelijk klimaatactieplan 2030 - goedkeuring.
Wetgeving
• Het meerjarenplan 2020-2025 werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 19 december 2019.
• Besluit van de gemeenteraad van 22 februari 2018 waar de gemeenteraad besluit toe te treden tot het burgemeestersconvenant voor klimaat en energie en hierbij kennis neemt van de bijhorende engagementen.
Feiten en context
Het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change)-rapport van oktober 2018 stelt dat om onder 1,5°C opwarming te blijven, de netto uitstoten van CO2 op mondiaal niveau nul moeten zijn tegen 2050. Dat betekent dat de ontwikkelde landen, die het meeste middelen en kennis hebben om de omslag te maken, koolstofneutraliteit moeten bereiken rond 2040.
Nog volgens het IPCC moeten er zo snel mogelijk ingrijpende veranderingen plaatsgrijpen in alle sectoren: energie, mobiliteit, ruimtelijke ordening, landbouw en voeding, industrie, natuurbeleid, … Enkel met een ambitieuzer, doorgedreven klimaatbeleid kunnen we het tij keren en vermijden dat we afstevenen op een klimaatopwarming van 3,5°C of meer. Dit zou immers een onomkeerbare impact tot gevolg hebben: verlies van biodiversiteit, gedwongen migratie van miljoenen mensen, snel smeltende poolkappen en stijgende zeespiegels.
In Limburg nemen we deze aanbevelingen van het IPCC ter harte. Samen met bijna al de Limburgse gemeenten ondertekende gemeente Houthalen-Helchteren op 22 februari 2018 het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie 2030. Via dit convenant engageert de gemeente zich tot concrete maatregelen om de CO2-uitstoot op haar grondgebied tegen 2030 met minstens 40% te doen dalen en haar veerkracht te verhogen.
Hiervoor moet binnen de twee jaar na ondertekening van het convenant een Actieplan voor Duurzame Energie en Klimaat (SECAP) opgesteld worden. In dit plan moeten naast maatregelen rond vermindering van de CO2-uitstoot nu ook maatregelen om de klimaatverandering te temperen, worden opgenomen.
Adviezen
Een modelklimaatplan werd opgesteld door de provincie Limburg. Dit werd door team milieu & duurzaamheid aangepast naar de eigen gemeente.
Besluit:
Artikel 1
Het gemeentelijk klimaatactieplan 2030 (in bijlage) goed te keuren.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Strategisch Veiligheids- en Preventieplan 2020 - goedkeuring.
Wetgeving
• Het KB van 3 juli 2019 betreffende de verlenging 2020 van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2018-2019; Hoofdstuk 2, artikel 2. 'De strategische veiligheids- en preventieplannen 2018-2019 worden vanaf 1 januari 2020 voor een periode van één jaar verlengd.'
• Het MB van 5 december 2019 tot bepaling van de indienings-, opvolgings- en evaluatievoorwaarden en tot bepaling van de toekennnings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2020; Titel II, Hoofdstuk I, artikel 2. 'De plannen worden afgesloten van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 en de periode tot indiening is vastgelegd tot en met 31 maart 2020; en artikel 3. 'Als de doelstellingen in de strategische veiligheids- en preventieplannen van het jaar 2019 in overeenstemming zijn met de voorwaarden van artikel 7, en behoudens uitdrukkelijke vraag van de begunstigde gemeente, zijn de bedoelde doelstellingen verlengd tot en met 31 december 2020.'
• e-mail van 'info SLIV' van 17 januari 2020 met als onderwerp 'Praktische richtlijnen voor de indiening van de SVPP 2020.
Feiten en context
Al vele jaren heeft het gemeentebestuur een Strategisch Veiligheids- en Preventieplan (SVPP). Dit plan is een overeenkomst tussen het gemeentebestuur en de FOD Binnenlandse Zaken ter uitvoering van preventieve maatregelen die in het plan zijn opgenomen.
Het laatste plan betreft het SVPP 2018-2019 dat door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 2018 goedgekeurd werd.
Voor het verlengen van het SVPP 2018-2019 dient FOD Binnenlandse Zaken de draftversie van het SVPP 2020, evenals de beslissing van de Gemeenteraad met de goedkeuring van het SVPP 2020, te ontvangen uiterlijk op 31 maart 2020. Wijzigingen in het plan kunnen aangebracht worden.
Binnen het fenomeen 'Geweld in het openbaar vervoer' wensen we de operationele doelstelling 'Overleg opstarten met De Lijn om na te gaan welke bijdrage de gemeente kan leveren in het kader van een veilig en proper openbaar vervoer op haar grondgebied' te verwijderen. Een wijzigingsformulier met rechtvaardiging van deze aanvraag werd opgesteld, en zal ter ondertekening voorgelegd worden na goedkeuring van het plan.
De kredieten voor het jaar 2020 zijn opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025. Dit meerjarenplan werd door de gemeenteraad vastgesteld op 19 december 2019.
Tussenkomst door raadslid Stijn Van Dingenen en antwoord van schepen Mustafa Aytar.
Besluit:
Artikel 1
Het wijzigingsformulier en het Strategisch Veiligheids- en Preventieplan 2020 goed te keuren.
Zitting van 20 feb 2020
Openbare zitting
Vragen door de raadsleden.
Besluit:
Er zijn vragen van:
1) Raadslid Maarten Houben in verband met het recyclagepark.
2) Raadslid Joël D'Oultremont in verband met jeugdhuis 'The Bassement'.
3) Raadslid Stijn Van Dingenen in verband met het bomenbeleid.
4) Raadslid Michiel Lenssen in verband met de asbestophaling door Limburg.net.
5) Raadslid Maarten Houben in verband met de werkzaamheden op de hoek van de Guldensporenlaan en de Lakerweg.
6) Raadslid Maarten Houben in verband met de snelheidsbeperking in de Herebaan-West.
7) Raadslid Stijn Van Dingenen in verband met de verkeerssituatie aan de school in Helchteren.
8) Raadslid Luciane Costa in verband met de Abdijhoeve.
9) Mededeling door voorzitter Katrien Timmers in verband met de lancering van de app Realim.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.