GEMEENTE HOUTHALEN-HELCHTEREN

Zitting van 19 december 2019

van 20.10 tot 23.29uur

 

Aanwezig:

Katrien Timmers, voorzitter

Alain Yzermans, burgemeester

Jef Verpoorten, Luc Melotte, Muhammet Oktay, Hanne Kellens, Mustafa Aytar, Myriam Bellio, Göksal Kanli, schepenen

Eefje Van Wortswinkel, Bert Cuppens, Carine Achten, Stijn Van Dingenen, Hakim Ahkim, Filip Gielen, Michiel Lenssen, Maarten Houben, Liesbeth Maris, Burak Dogan, Myrthe Van Roey, Godelieve Wouters, Mathijs Knevels, Tom Vanstraelen, Hafize Ulupinar, Ismail Ayed, Alex Jansen, Marc Coenen, raadsleden

Wim Haest, algemeen directeur

Verontschuldigd:

Guy Lucas, Luciana Costa, Melissa Bosmans, Joël D'Oultremont, raadsleden

 

Vanaf punt 2 verlaat raadslid Filip Gielen de zitting.

Vanaf punt 2 treedt raadslid Godelieve Wouters de vergaderzaal binnen en neemt deel aan de besprekingen.

Vanaf punt 2 verlaat raadslid Alex Jansen de zitting.

Vanaf punt 44 verlaat schepen Myriam Bellio de zitting.

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Verslag van de gemeenteraadszitting van 28 november 2019 - goedkeuring.

 

Besluit:

De notulen van de vorige vergadering van de gemeenteraad van 28 november 2019 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Meerjarenplan 2020-2025: gemeente, OCMW en AGB's - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

Het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld goed te keuren.

 

Artikel 2

Het meerjarenplan van het AGB Masterplan goed te keuren.

 

Artikel 3

Het meerjarenplan van het AGB Sport goed te keuren.

 

Artikel 4

Het deel van het meerjarenplan met betrekking tot de gemeente vast te stellen.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Punt bijlagen/links AGB_Masterplan_documentatie_meerjarenplan_2020_2025.pdf Download
AGB_Masterplan_meerjarenplan_2020_2025.pdf Download
AGB_Sport_Documentatie_Meerjarenplan_2020_2025.pdf Download
AGB_Sport_Meerjarenplan_2020_2025.pdf Download
Gemeente_OCMW_Documentatie_Meerjarenplan_2020_2025.pdf Download
Gemeente_OCMW_Meerjarenplan_2020_2025.pdf Download
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Nominatieve lijst investeringen - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

De plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor bovenstaande nominatieve overheidsopdrachten toe te vertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Kerkfabrieken: meerjarenplan 2020-2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

De meerjarenplannen 2020-2025 van de kerkbesturen goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Evangelische Christengemeente Houthalen: budget 2020 en meerjarenplan 2020-2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

Het meerjarenplan 2020-2025 en het budget 2020 van de Evangelische Christengemeente Houthalen goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Borgstelling lening AGB Sport bij ING - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

Gemeente Houthalen-Helchteren, hierna genoemd “de borg”, verklaart zich onherroepelijk en onvoorwaardelijk hoofdelijk borg te stellen voor de terugbetaling aan ING België nv, hierna “de bank” genoemd, van alle bedragen die door Autonoom Gemeentebedrijf Sport Houthalen-Helchteren, hierna “de kredietnemer” genoemd, verschuldigd zouden zijn ten gevolge van volgende kredieten:

- 200.000,00 EUR op 10 jaar voor de financiering van diverse investeringen

die lening werd aangegaan op basis van de kredietbrief van 27/11/2019 met referentie 380/CLT INSTIT/DAL/EDE/ITV 02359533-08, en dit zowel wat betreft het kapitaal, de intresten (verwijlintresten inbegrepen), verzakings- of uittredingsvergoeding, onkosten en bijhorigheden”.

 

Artikel 2

De borg machtigt de bank op het debet van haar rekening-courant, met waarde van hun vervaldag,

om het even welke bedragen te boeken, verschuldigd door de lener en die door deze mochten

onbetaald blijven na een tijdsverloop van 30 dagen, berekend vanaf de vervaldag. De borg zal hiervan op de hoogte gehouden worden door middel van een afschrift van de correspondentie aan de kredietnemer.

 

Artikel 3

De borg kan zich niet beroepen noch op de bepalingen van eventuele overeenkomsten tussen zichzelf en de kredietnemer, noch op om het even welke beschikking om haar verplichtingen uit hoofde van deze borgstelling niet uit te voeren. De borg ziet af van het voorrecht van uitwinning en van elke indeplaatsstelling in de rechten van de bank en van elk verhaal tegen de kredietnemer, tegen elke medeschuldenaar of medeborg, zolang de bank niet volledig is terugbetaald in kapitaal, interesten, kosten en bijhorigheden. De borg staat aan de bank het recht toe om aan de kredietnemer alle uitstel, voordelen en schikkingen toe te kennen die de bank geschikt acht. De borg verklaart uitdrukkelijk dat de borgtocht gehandhaafd blijft, tot beloop van de hierboven vermelde bedragen, welke wijzigingen de bank en/of de kredietnemer ook mogen aanbrengen aan de bedragen en/of modaliteiten van het aan de kredietnemer toegekende krediet. De Bank wordt uitdrukkelijk ontslagen van de verplichting de borg kennis te geven van de wijzigingen waarvan hierboven sprake. Er wordt ten overvloede bepaald dat de borg eveneens verzaakt aan het voordeel van artikel 2037 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek, volgens hetwelk de borg ontslagen is wanneer door toedoen van de schuldeiser, de indeplaatsstelling ten gunste van de borg niet meer tot stand kan komen.

 

Artikel 4

Aangezien de kredietnemer ingeval van ontbinding, vereffening, … gehouden is onmiddellijk het totaal bedrag van zijn schuld, aan de bank terug te betalen, bevestigt de borg de hierboven aangegane verbintenissen, in verband met de betaling van de bedragen, die door de bank uit dien hoofde zullen gevorderd worden.

 

Artikel 5

De borg verklaart dat onderhavige borgstelling behouden blijft zonder dat de fusie van de kredietnemer met een andere rechtspersoon, zijn splitsing, de inbreng of overdracht van een bedrijfstak of algemeenheid door of in de kredietnemer, of iedere verrichting waarvan de gevolgen gelijkgesteld zijn met of gelijkaardig zijn aan zodanige verrichting, hieraan een einde kan maken.

 

Artikel 6

De borg verklaart kennis te hebben genomen van de modaliteiten van bovenvermeld krediet en er de bepalingen van te aanvaarden.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Kerkfabriek Sint-Martinus : toekenning investeringstoelage - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

De gevraagde investeringstoelage ten bedrage van € 5.503,33 wordt toegekend aan Kerkfabriek Sint-Martinus.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Kerkfabriek Sint-Trudo: toekenning investeringstoelage - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

De gevraagde investeringstoelage ten bedrage van € 67.279,03 toe te kennen aan Kerkfabriek Sint-Trudo.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Aanvullende gemeentebelasting op de milieuheffing van de Vlaamse Gemeenschap - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een aanvullende belasting op de heffing van de Vlaamse Gemeenschap in toepassing van art. 48 tot en met 50 van het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

Artikel 2 - Tarief

Deze belasting wordt berekend à rato van 20 opcentiemen op alle categorieën van afvalstoffen zoals omschreven in het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en latere wijzigingen.

 

Artikel 3 - Wijze van inning

De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen op basis van de aangifte van de belastingplichtige en het aanslagbiljet van OVAM. De belastingplichtige moet dit indienen voor de 15e van elk kwartaal.

Het kohier wordt bezorgd aan de financieel directeur die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 4 - Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte of onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige een aangetekende brief. Hierin staan de motieven van de ambtshalve vaststelling (de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting).

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van het belastingreglement met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

Artikel 5 - Belastingverhoging

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een verhoging die gelijk is aan het ontdoken bedrag en in geval van herhaling binnen het jaar is ze gelijk aan het dubbele daarvan. Het bedrag van de verhoging wordt ingekohierd.

 

Artikel 6 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 7 - Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8

De belastingplichtige is onderworpen aan dezelfde regels zoals vastgesteld bij het Decreet van de Vlaamse Gemeenschap, van 20 december 1989, houdende bepalingen tot uitvoering van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en volgens het besluit van 14 februari 1990 van de Vlaamse Executieve houdende nadere regelen betreffende de milieuheffingen op vaste afvalstoffen.

 

Artikel 9 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Reglement betreffende de gemeentebelasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen - aanslagjaar 2020 tot en met 2021 - goedkeuring.

 

Besluit:

Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen

__________________________________________________________________________________

 

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEGRIPPEN VAN DE BELASTING

 

Artikel 1 - Algemene bepalingen

 

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn van 2 jaar, eindigend op 31 december 2021, wordt in de gemeente volgens de bepaling van dit reglement een belasting gevestigd op het inzamelen en verwerken van diverse fracties huishoudelijke afvalstoffen.

 

Dit reglement stelt twee verschillende belastingen vast:

Een kohierbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de basisdienst. Deze belasting wordt hierna kohierbelasting genoemd.

 

Een contantbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de inzameling en verwerking door LIMBURG.NET van de huishoudelijke afvalstoffen, waarvan de inzameling en verwerking niet begrepen is in de basisdienst. Deze belasting wordt hierna contantbelasting genoemd.

 

De tarieven die verschuldigd zijn voor de afgifte van afval op het recyclagepark van de gemeente worden door de raad van bestuur van LIMBURG.NET vastgelegd in een afzonderlijk tarievenreglement. Deze tarieven maken geen deel uit van het belastingreglement.

 

Artikel 2 - Bepalingen eigen aan de uniformiteit van de belasting voor het inzamelen en ver-werken van huishoudelijke afvalstoffen in het bedieningsgebied

 

In alle gemeenten in het bedieningsgebied van LIMBURG.NET waar een gelijk reglement als dit reglement is goedgekeurd, geldt als beginsel voor de toepassing van dit reglement, dat de in-zameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen ingericht door LIMBURG.NET uniform verloopt en inwisselbaar is voor alle belastingplichtigen van deze gemeenten.

 

Dit houdt in:

dat de belastingplichtigen van de gemeente gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in het hele bedieningsgebied overeenkomstig het afvalreglement van de andere gemeenten waar de basisdienst wordt uitgeoefend en die een gelijkaardig reglement hebben goedgekeurd.

dat de belastingplichtigen van de andere gemeenten in het bedieningsgebied met een gelijkaardig reglement gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in de gemeente overeenkomstig het in de gemeente geldende afvalreglement.

 

Artikel 3 - Definities

 

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

huishoudelijke afvalstoffen: de afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 3, 17° van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

huisvuil: alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en de gelijkgestelde afvalstoffen die ongesorteerd en conform het afvalreglement in de voorgeschreven recipiënten voor huisvuilophaling worden aangeboden, met uitzondering van de selectief ingezamelde afvalstoffen zoals papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval of groenafval, plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons.

 

LIMBURG.NET: de opdrachthoudende vereniging met maatschappelijke zetel te 3500 Hasselt, Gouverneur Verwilghensingel nr. 32, ingeschreven in de kruispuntenbank der ondernemingen onder het nummer 0214.533.712 en waarvan de gemeente aandeelhouder is.

LIMBURG.NET heeft als opdrachthoudende vereniging tot doel de bevoegdheden van de gemeente uit te oefenen die betrekking hebben op het afvalbeheer, de afvalverwijdering en afvalverwerking in de gemeente met uitsluiting van de bevoegdheid tot het vaststellen van retributies of het uitvaardigen van fiscale en politionele maatregelen. LIMBURG.NET treedt in deze bevoegdheden op in plaats van de gemeente.

LIMBURG.NET wordt in dit reglement belast met de inning en de invordering van de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting en contantbelastingen.

 

het bedieningsgebied: het geografische gebied van de gemeentes die hun bevoegdheden inzake afvalbeheer, afvalverwijdering en afvalverwerking aan LIMBURG.NET hebben overgedragen.

 

afvalreglement: de gemeentelijke politieverordening waarin het beheer en de inzamelwijze van de diverse fracties aan huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente wordt gereglementeerd.

 

gezin: voor de toepassing van dit reglement worden beschouwd als een gezin:

-hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft in een woongelegenheid

-hetzij de leefgemeenschap van twee of meer personen die, al dan niet door familie-banden gebonden, gewoonlijk éénzelfde woongelegenheid betrekken en er samenleven.

-hetzij de leefgemeenschap van meerdere personen die gewoonlijk in eenzelfde collectieve woongelegenheid verblijven en er samenleven en waarvan de leden volgens het rijkregister in het bevolkings- of vreemdelingenregister aangeduid staan als lid van een gemeenschap (dit zijn de leden van een kloostergemeenschap, militairen die gewoonlijk in een kazerne verblijven of bewoners die gewoonlijk verblijven in een verzorgingsinstelling voor bejaarden of mindervaliden). 

 

Deze collectieve leefgemeenschappen worden voor de toepassing van dit reglement niet als een gezin beschouwd wanneer hun afval voor een belangrijk deel bestaat uit ander afval dan huisvuil.

 

onderneming: elke afzonderlijke activiteitskern of bedrijfsvestiging op het grondgebied van de gemeente van enige natuurlijke persoon, rechtspersoon, feitelijke vereniging of inrichting, die als hoofd en/of bijkomende activiteit een zelfstandig of een vrij beroep uitoefent of een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent dan wel een gemeenschapstaak vervult.

 

ophaalpunt: elk gebouw met een huisnummer of een busnummer waar een gezin of een onderneming is gevestigd of een bijkomend verblijf heeft en waar in opdracht van LIM-BURG.NET huishoudelijke afvalstoffen huis-aan-huis worden opgehaald voor zover ze worden aangeboden op de in het afvalreglement gereglementeerde wijze.

 

basisdienst: het geheel van diensten verleend door LIMBURG.NET waarop de gezinnen gevestigd in de gemeente recht hebben in het bedieningsgebied. De basisdienst omvat:

-voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil:

wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak:

De huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van het huisvuil in plastic zakken en waar per gezin een jaarlijks quotum huisvuil is inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):

o1 persoonsgezin: 440 liter, zijnde 2 rollen kleine zakken (of equivalent)

o2 persoonsgezin: 880 liter, zijnde 1 rol grote zakken + 2 rollen kleine zakken (of equivalent)

o3 persoonsgezin: 1100 liter, zijnde  2 rollen grote zakken + 1 rol kleine zakken (of equivalent)

o4 persoonsgezin en meer: 1320 liter, zijnde 3 rollen grote zakken (of equivalent)

De start van de bedelingsperiode van de plastic zak wordt door Limburg.net via meerdere communicatiekanalen ter kennis gebracht aan de gezinnen en de afhaling dient te gebeuren uiterlijk 31 december van het dienstjaar, rekeninghoudend met de openingsdata van de verdeelpunten.

 

-voor de huis-aan-huisophaling van de volgens het afvalreglement te sorteren fracties van huishoudelijke afvalstoffen, die gescheiden huis-aan-huis worden ingezameld:

De huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van deze afzonderlijke fracties huishoudelijke afvalstoffen voor zover ze worden aangeboden in het aangepaste recipiënt en ongeacht of er voor het bekomen van dit recipiënt een contantbelasting verschuldigd is. Wanneer het recipiënt uitgerust is met een gegevens-chip, dan wordt deze gebruikt voor de registratie van de DIFTAR-gegevens vermeld in Artikel 3 - 11°. De gegevens worden gelezen bij de lediging.

 

-Voor het aan huis ophalen op afroep :

De op afroep ophaling aan het ophaalpunt van het gezin van herbruikbare goederen, die conform het afvalreglement ter ophaling worden aangeboden. Onder herbruikbare goederen wordt verstaan de afgedankte huishoudelijke goederen, maar met uitzondering van enig elektrisch of elektronisch apparaat, die op zichzelf geen afvalstof zijn en waarvan de staat voldoende is om ze, eventueel na schoonmaken en een kleine herstelling, te hergebruiken voor hetzelfde doel als dat waarvoor ze waren bedoeld.

 

-Voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar de door LIMBURG.NET beheerde inzamelpunten:

*Voor de recyclageparken:

°De toegang tot de recyclageparken in de gemeenten van het bedieningsgebied waar het recyclagepark door LIMBURG.NET wordt uitgebaat, voor de gezinnen die toegang nemen tot het recyclagepark met hun E-Identiteitskaart en voor zover het reglement betreffende de tarieven op aanvoer van afvalstoffen aan de geautomatiseerde recyclageparken van LIMBURG.NET wordt gerespecteerd.

°Het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op de recyclageparken in de gemeenten van het bedieningsgebied waar het recyclagepark door LIMBURG.NET wordt uitgebaat, tot de maximumquota van specifieke fracties van huishoudelijke afvalstoffen volgens het door de raad van bestuur van LIMBURG.NET goedgekeurde reglement betreffende de tarieven op aanvoer van afvalstoffen aan de geautomatiseerde recyclageparken van LIMBURG.NET en voor zover dit reglement wordt gerespecteerd. Ondernemingen genieten deze quota niet, met uitzondering van het afval waarvoor het 0-tarief geldt, waar zij eveneens gerechtigd zijn gratis aan te leveren.

°De pmd-fractie (of p+md, zodra van toepassing) wordt steeds aangeleverd in de voorgeschreven blauwe plastic zak.

 

De vermelde basisdiensten omvatten telkens de inzameling en de verwerking van de vermelde huishoudelijke afvalstoffen.

 

10°tarieven: LIMBURG.NET legt in een afzonderlijk reglement de vergoedingen (tarieven) vast die door LIMBURG.NET zullen aangerekend worden voor het aanbrengen van fracties huishoudelijke afvalstoffen op de recyclageparken die door LIMBURG.NET worden uitge-baat. Het tarievenreglement wordt vastgelegd door de raad van bestuur van LIM-BURG.NET die de indeling per prijzencategorie bepaalt, evenals de quota en de tarieven bij overschrijding van de quota.

 

In de basisdienst conform punt 9° zijn m.b.t. het aanbieden van huishoudelijke afvalstof-fen op de recyclageparken uitgebaat door LIMBURG.NET enkel die fracties begrepen die onder de hierna vastgelegde quota liggen:

 

 

In het tarievenreglement legt de raad van bestuur van LIMBURG.NET tevens het tarief vast van de toegangsbadge en de goederen die op het recyclagepark te koop worden aangeboden.

 

Het tarievenreglement maakt geen voorwerp uit van het belastingreglement.

 

11°CARDS: de databank waarin LIMBURG.NET per gezin of per onderneming registreert:

-de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentie-persoon van het betrokken gezin of onderneming, zoals vermeld in Artikel 4 -.

-de relevante DIFTAR-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aan-geboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

-alle andere geregistreerde gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen die nuttig zijn voor de toepassing van het belastingsreglement en het tarievenreglement van LIMBURG.NET.

-de rekenstaat van het gezin of de onderneming.

-de identificatiegegevens van de ophaalrecipiënten die verbonden zijn aan het ophaal-punt van het gezin of de onderneming.

-indien van toepassing, de verantwoordelijke persoon op wiens naam de gezamenlijke container met een gesolidariseerd quotum in een wooncomplex van 8 wooneenheden of meer geregistreerd wordt (bv. syndicus).

 

12°referentiepersoon: de meerderjarige persoon die in de CARDS-databank als referentie-persoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt:

-voor een gezin wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als de referentiepersoon in CARDS.

-voor een onderneming kan de onderneming de referentiepersoon zijn; zo niet is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming te vertegenwoordigen.

 

13°rekenstaat: de rekenstaat is de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de CARDS-databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:

-de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting

-de volgens dit reglement verschuldigde contantbelastingen

-de volgens het tarievenreglement van LIMBURG.NET verschuldigde tarieven op de recyclageparken evenals de reeds betaalde bedragen of voorschotten

Op de rekenstaat worden de verschuldigde bedragen ingevolge bezoeken aan het recyclagepark (tarieven) of diensten op basis van huidig belastingreglement (contantbelastingen) afzonderlijk vermeld.

De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld/het voorschot en/of het quotum is van het gezin of de onderneming.

 

Artikel 4 - Bepalingen inzake de CARDS-databank

 

Om gebruik te kunnen maken van de dienstverlening voor de inzameling en verwijdering van de aangeboden huishoudelijke afvalstoffen en/of om toegang te krijgen tot de recyclageparken, moeten de gezinnen of de ondernemingen op het grondgebied van de gemeente zich la-ten registreren in de LIMBURG.NET CARDS-databank. De registratie kan gebeuren bij de bevoegde gemeentedienst. Voor zover de gegevens van het gezin zijn opgenomen in het rijksregister (via het bevolkings- of vreemdelingenregister) is er geen afzonderlijke registratie vereist, maar voert LIMBURG.NET de registratie uit op basis van deze gegevens .

 

Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is er maximaal één registratie mogelijk.

 

Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt er in de databank een CARDS-formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan gemaakt worden, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer, het nummer van de E-identiteitskaart en het LIMBURG.NET-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het CARDS-formulier wordt aangemaakt voor een gezin of voor een onderneming. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

 

In de CARDS databank worden tevens geregistreerd:

-het type en het aantal van de ter beschikking gestelde containers per ophaalpunt.

-de (extra) toegangsbadges voor het recyclagepark die werden verleend.

 

Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de CARDS-databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of er aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening in-zake ophaling, inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen te ontvangen.

 

De gegevens van de CARDS-databank kunnen door LIMBURG.NET worden aangewend voor het versturen van de betalingsuitnodigingen op grond van het tarievenreglement voor de aan LIMBURG.NET verschuldigde tarieven op de recyclageparken.

 

Wanneer er niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake huishoudelijke afvalstoffen en dit gemeld wordt aan LIMBURG.NET sluit LIMBURG.NET de CARDS-registratie voor het gezin of de onderneming. LIMBURG.NET vereffent de rekenstaat van het gezin of de onderneming door invordering van de nog openstaande schulden aan belastingen en / of tarieven of door betaling van het onbestede quotum op het rekeningnummer van de referentie-persoon. De aansluiting van de referentiepersoon wordt afgesloten en de toegangsbadges tot het recyclagepark worden automatisch geblokkeerd.

 

Artikel 5 - Het ter beschikking stellen van (gezamenlijke) huisvuilcontainers of toegangspassen voor een ondergronds inzamelsysteem van Limburg.net

 

Op specifieke adressen met meerdere woongelegenheden worden aangepaste inzamelrecipiënten voorzien:

­Aan wooncomplexen vanaf acht wooneenheden wordt, na aanvraag bij Limburg.net, een gezamenlijke container met gesolidariseerd quotum geplaatst.

 

Indien gewenst kan een hangslot worden worden voorzien op de container. Hiervoor wordt een bedrag aangerekend van € 36,25 per slot.

 

Een container (met slot) wordt toegekend aan een adres en kan niet worden meegenomen ingeval van verhuis.

 

Artikel 6 - Toegangsbadges voor recyclageparken

 

De leden van het gezin die beschikken over een elektronische identiteitskaart (E-id) krijgen hiermee toegang tot het recyclagepark.

 

Gezinnen en ondernemingen kunnen bij LIMBURG.NET extra toegangsbadges bekomen, na betaling van het tarief zoals vastgelegd in het tarievenreglement. Er bestaan 2 types van toegangsbadges:

         Een recyclagepark-toegangsbadge type ‘gezin’

         Een recyclagepark-toegangsbadge type ‘onderneming’

 

HOOFDSTUK 2 - DE KOHIERBELASTING

 

Artikel 7 - Algemene beginselen

 

De verschuldigde kohierbelasting omvat, verrekend per belastingplichtige, alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de huishoudelijke afvalstoffen die aangeboden worden in het kader van de basisdienst, voor zover de afvalstoffen worden aangeboden volgens de bepalingen van het afvalreglement. Deze kosten worden berekend door LIMBURG.NET. LIM-BURG.NET brengt deze kostenberekening ter kennis aan de gemeente.

 

 

Zonder afbreuk te doen aan onderhavig reglement en de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek, van toepassing op de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting, voor zover deze bepalingen niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 8 - De belastingplichtige

 

De kohierbelasting is verschuldigd door elk gezin dat op 1 januari van het belastingjaar volgens de opgave van het rijksregister is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente of dat zonder in een register te zijn ingeschreven op 1 januari van het belastingjaar effectief en duurzaam verblijft op het grondgebied van de gemeente, daaronder niet begrepen het gezin dat op het grondgebied van de gemeente een tweede verblijfplaats heeft. De kohierbelasting wordt geheven per gezin en is hoofdelijk verschuldigd door alle meerderjarige leden van het gezin.

 

Artikel 9 - Het bedrag van de kohierbelasting

 

Het bedrag van de kohierbelasting wordt berekend in functie van het aantal personen die deel uitmaken van het gezin op 1 januari:

 

         € 104,59 voor een eenpersoonsgezin

         € 117,09 voor een tweepersoonsgezin

         € 123,34 voor een driepersoonsgezin

         € 129,59 voor een vierpersoonsgezin en meer

 

 

Artikel 10 - Vrijstellingen, verminderingen en toeslagen

 

Volgende categorieën van personen genieten een vermindering op de kohierbelasting:

         rechthebbenden op een "verhoogde tegemoetkoming" (toestand 1 januari van het belastingjaar): € 40 per gezin

         personen wonende in een onroerend goed waarvan de eigen perceelsgrens gelegen is op ten minste 100 m van die openbare weg waar de dienst voor het ophalen van huisvuil passeert: € 35 per gezin

 

Volgende categorieën van personen genieten een vrijstelling op de kohierbelasting:

         personen ingeschreven op een referentie-adres (toestand 1 januari van het belastingjaar)

         personen ingeschreven in het wachtregister (toestand 1 januari van het belastingjaar)

         personen ingeschreven in een collectieve leefgemeenschap (toestand 1 januari van het belastingjaar)

 

Artikel 11 - Sancties bij niet-betaling

 

Wanneer de kohierbelasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toe-gepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.

 

Artikel 12 - Ondeelbaarheid

 

De kohierbelasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. Met uitzondering van de hieronder uitdrukkelijk voorziene situaties zal het overlijden of het verhuizen uit de gemeente in de loop van het belastingjaar geen aanleiding geven tot enige belastingvermindering of -teruggave.

 

Volgende verhuissituaties worden uitdrukkelijk geregeld:

Ingeval van een verhuizing van het gehele gezin binnen het bedieningsgebied, zal er geen nieuwe kohierbelasting verschuldigd zijn voor het jaar waarin de verhuizing plaatsvindt.

Daarbij zal gelden:

         dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven plastic zak naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer, de overeenkomstige waarde van de niet afgehaalde volledige verpakkingen plastic zakken die bij de GEMEENTE worden ingeruild, zal worden omgezet in een waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer onder de vorm van een quotum in kilogram.

         dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak, de nog niet gebruikte waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer per schijf van 30 kilogram zal worden omgezet in een quotum voor de belastingplichtige waarmee hij plastic zakken kan verwerven.

Ingeval individuele personen uit een gezin verhuizen, blijft de basisdienst behouden voor het gedeelte van het gezin dat op het oorspronkelijk adres gevestigd blijft.

De quota op het recyclagepark zijn berekend onafhankelijk van de gezinsgrootte en bijgevolg wordt het quotum recyclagepark niet overgedragen ingevolge een gedeeltelijke verhuizing van een gezin.

 

Indien het gezin op 1 januari woonachtig was op een adres waar de inzameling gebeurde met een gezamenlijke container met gesolidariseerd quotum, kan het individueel verbruik niet meer achterhaald worden en zijn de bijzondere verhuissituaties niet van toepassing.

 

Artikel 13 - De inkohiering en de inning

 

De kohierbelasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier, dat jaarlijks wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aangeslagen jaar. Het kohier bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

De ingekohierde belasting wordt in naam en voor rekening van de gemeente geïnd door LIMBURG.NET, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

Daartoe maakt de gemeentelijke financieel directeur het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan LIMBURG.NET, die onverwijld instaat voor het opmaken en het versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Het aanslagbiljet wordt nauwkeurig in overeenstemming met het vastgestelde kohier opgesteld en bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 3 van het decreet van 30 mei 2008 betreffen-de de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

De kohierbelasting is betaalbaar binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet door LIMBURG.NET.

 

Artikel 14 - De mogelijkheid van bezwaar

 

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingtoeslag of een administratieve geldboete een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn wordt vermeld.

Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.

Het bezwaar heeft geen schorsende werking voor het verschuldigd zijn van de ingekohierde belasting.

Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding aan de belastingplichtige en verwittigt onmiddellijk LIMBURG.NET via de CARDS databank.

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 15 - Aanvangsmoment van het reglement wat de kohierbelasting betreft

 

Dit reglement is van toepassing vanaf 1 januari 2020.

 

HOOFDSTUK 3 - DE CONTANTBELASTING

 

AFDELING I - BEGINSELEN

 

Artikel 16 - Algemene beginselen

 

In de gemeente is een contantbelasting verschuldigd op het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de huis-aan-huisinzameling georganiseerd door LIMBURG.NET of het aankopen van recipiënten om deze huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden, voor zover het inzamelen van deze afvalstoffen niet begrepen is in de basisdienst.

 

De contantbelasting wordt vastgelegd rekening houdend met het principe ‘de vervuiler betaalt’. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld rekening houdende met volgende beginselen:

De minimum- en maximumbedragen zoals vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), bijlage 5.1.4.

Er wordt geen contantbelasting geheven op de afvalstromen waarvoor een aanvaardingsplicht bestaat zoals gedefinieerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van ma-teriaalkringlopen en afvalstoffen.

De contantbelasting voor het selectief ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval waarvoor een terugnameplicht bestaat (papier/karton, holglas en pmd (of p+md, van zodra van toepassing) wordt vastgesteld rekening houdende met de richtlijnen zoals verstrekt door FOST Plus, erkend organisme voor de selectieve inzameling en financiering van het huishoudelijk verpakkingsafval.

Voor alle bedragen van de contantbelasting wordt rekening gehouden met de richtlijnen van LIMBURG.NET, die streeft naar een uniforme prijs voor gelijke dienstverlening binnen het bedieningsgebied.

De verschuldigde contantbelasting omvat alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de fractie aan huishoudelijke afvalstoffen die worden aangeboden buiten het ka-der van de basisdienst en die werden omgeslagen naar een relevante hoeveelheidsparameter per fractie. Deze kosten worden berekend door LIMBURG.NET en weergegeven in een overzicht op te geven aan de gemeente.

Het bedrag van de contantbelasting wordt bepaald ervan uitgaande dat de aangeboden afvalstoffen worden aangeboden conform de bepalingen van het afvalreglement.

De vergoedingen die op de LIMBURG.NET recyclageparken worden aangerekend betreffen geen contantbelastingen. Zij worden vastgelegd in een tarievenreglement goedgekeurd door de raad van bestuur van LIMBURG.NET en bekrachtigd door de betrokken gemeenteraad.

 

Artikel 17 - Afvalstoffen onderworpen aan de contantbelasting

 

Voor zover de aangeboden fractie huishoudelijke afvalstoffen niet valt onder de toepassing van de basisdienst, noch onder het tarievenreglement van toepassing op de recyclageparken, is er een contantbelasting verschuldigd door elk gezin of onderneming die in de gemeente één van de volgende fracties huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt:

in te zamelen volgens de haalmethode (huis-aan-huisophaling) :

         huisvuil  (voor zover dit niet begrepen is in de basisdienst) en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval;

         pmd of p+md, van zodra van toepassing

         tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval voor zover dit niet begrepen is in de basisdienst.

 

in te zamelen volgens de haalmethode (op afroep):

         grofvuil

 

AFDELING II - DE BEDRAGEN VAN DE CONTANTBELASTING

 

Artikel 18 - De bedragen voor de aan huis inzameling

 

Voor de inzameling en verwerking van de aan huis opgehaalde huishoudelijk afvalstoffen, die aan het ophaalpunt worden aangeboden volgens het afvalreglement in het aangepaste recipiënt en voor zover ze niet vallen onder de basisdienst, is de volgende contantbelasting verschuldigd:

Contantbelasting: huisvuil

o1 rol van 10 huisvuilzakken van 44 liter/stuk: € 12,50 /rol

o1 rol van 10 huisvuilzakken van 22 liter/stuk: €   6,25 /rol

 

 

Indien gebruik gemaakt wordt van specifieke inzamelsystemen:

 

 

Contantbelasting: groenafval

o1 rol van 10 composteerbare tuinafvalzakken: € 2,50/rol

 

Contantbelasting: pmd (of p+md, van zodra van toepassing)), textiel en lederwaren, papier en karton, hol glas en metaal

De contantbelasting bedraagt:

 

 

Artikel 19 - De bedragen voor de inzameling op afroep

 

Voor het ophalen van het grofvuil op afroep wordt de contantbelasting vastgesteld op € 20,00 per ophaalbeurt.           

 

AFDELING III - DE HEFFING

 

Artikel 20 - De heffing van de contantbelasting

 

Wanneer het afval wordt aangeboden in een daartoe bestemde zak of met de daartoe bestemde sticker, dan is de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop van de afvalzak of de sticker.

Wanneer het grofvuil op afroep wordt opgehaald zonder sticker is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat LIMBURG.NET de lijst definitief opstelt van de ophaalronde waarin het betrokken ophaalpunt wordt aangedaan.

 

Artikel 21 - Belastingplichtige

 

Indien het afval wordt aangeboden voor een gezin dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

Indien het afval wordt aangeboden voor een onderneming of vereniging dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

 

Artikel 22 - Voorschotaanrekening

 

§ 1 De contantbelasting voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, wordt aangerekend bij wijze van voorschotten volgens de in dit artikel opgenomen bepalingen.

De voorschotten worden aangerekend met betalingsuitnodigingen verstuurd aan de in de CARDS-databank geregistreerde referentiepersoon. De betalingen van de aangerekende voorschotten worden opgenomen in de rekenstaat.

De contantbelasting verschuldigd voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, worden op de rekenstaat in mindering gebracht op de betaalde voorschotten.

De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat. De kohierbelasting uit HOOFDSTUK 2 wordt nooit op de voorschotten aangerekend of vermengd met de verschuldigde contantbelastingen.

De voorschotten worden uitsluitend aangerekend in volgorde van de afname van de dienst. De rekenstaat vermeldt uitdrukkelijk op welke datum en voor welke dienstverlening de aanrekening gebeurt.

De eerste betalingsuitnodiging kan verstuurd worden naar aanleiding van de opname van het gezin of de onderneming in de CARDS-databank.

Voor zover het saldo van de rekenstaat positief is, zullen de betalingsuitnodigingen geen aanleiding kunnen geven tot herinneringen aan de betalingsuitnodigingen waarvoor kosten worden aangerekend. Evenmin kunnen zij gedwongen worden ingevorderd.

 

§ 2 Voor elk wooncomplex met gesolidariseerd quotum wordt een voorschot aangerekend op basis van de aantallen en type containers die ter beschikking zijn gesteld:

­per gezamenlijke container van 1.100 liter of 770 liter:€ 180,00

 

§ 3 Wanneer het beschikbare saldo op de rekenstaat lager is dan een positief bedrag op de rekenstaat, drempelbedrag genoemd, wordt een betalingsuitnodiging voor een nieuw voorschot verstuurd. Het drempelbedrag wordt als volgt vastgesteld:

­een container van 1.100 /770 liter:€ 40,00

 

Wanneer een wooncomplex meerdere gezamenlijke containers ter beschikking heeft, is het drempelbedrag de opstelsom van alle containers die ter beschikking zijn.

 

Het bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging zal gelijk zijn aan het voorschot uit § 2 behalve wanneer het saldo van de rekenstaat negatief is. In dit laatste geval zal het bedrag van de betalingsuitnodiging gelijk zijn met het voorschot uit § 2 vermeerderd met het bedrag nodig om het negatief saldo aan te zuiveren.

 

§ 4 Voor betalingsuitnodigingen van de voorschotten geldt een betalingstermijn van 21 dagen.

 

§ 5 Een voor de huis-aan-huisinzameling aangeboden afvalcontainer zal enkel geledigd worden, voor zover het op de rekenstaat beschikbare voorschot niet lager is dan onderstaande bedragen:

­een container van 1.100/770 liter:€ 20,00

 

Het aanrekenen van de dienstverlening op de beschikbare voorschotten verloopt uitsluitend in volgorde van de datum van de afname van de dienst. Onder de datum van afname van de dienst wordt begrepen:

de datum van ophaling van de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker

indien op het containerpark automatisch afgerekend wordt, de datum van het bezoek, met vermelding van de aangeboden fracties boven de quota

 

§ 6 De afname van de dienst, de aard en de datum ervan worden geregistreerd en vermeld in de rekenstaat. De rekenstaat vermeldt het bedrag dat voor de dienst werd aangerekend op het voorschot.

 

§ 7  Door de betaling van een voorschot verklaart de belastingplichtige zich akkoord met de aanwending van de voorschotten conform dit reglement.

 

Artikel 23 -  Overzicht van de stand van de rekenstaat

 

Op elke nieuwe voorschotbetalingsuitnodiging zal een overzicht gegeven worden voor de periode verstreken sedert de laatste betalingsuitnodiging, van de betaalde voorschotten en de bij het bezoek van het containerpark of voor de huis-aan-huisinzameling aangerekende contant-belasting (via containers aan huis of via een ondergronds inzamelsysteem).

 

Indien de inzameling gebeurt op een adres met een gezamenlijke container met een gesolidariseerd quotum worden de betalingsuitnodigingen voor de huis aan huis inzameling gestuurd aan de verantwoordelijke die hiervoor in CARDS geregistreerd werd (bv. een syndicus).

 

De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat.

 

 

AFDELING IV - DIVERSE BEPALINGEN INZAKE DE CONTANTBELASTING

 

Artikel 24 - Sociale correcties

 

Voor gezinsleden jonger dan 3 jaar op 1 januari van het aanslagjaar wordt een vermeerdering van gratis zakken per betreffend gezinslid toegepast.

Kinderen die geboren worden in de loop van het aanslagjaar hebben eveneens recht op gratis huisvuilzakken.

Eveneens wordt een vermeerdering van het aantal gratis huisvuilzakken per betreffende inwoner van de gemeente toegestaan aan personen die omwille van medische redenen meer afval produceren en zulks mits voorlegging van een doktersattest waarin uitdrukkelijk wordt vermeld dat de betrokkene om medische redenen beantwoordt aan het criterium voor het bekomen van een vermeerdering van het aantal gratis huisvuilzakken. Dit doktersattest dient overhandigd te worden aan een vertrouwenspersoon die in elke gemeente hiertoe is aangesteld.

Voor ieder aanslagjaar wordt dit vastgesteld op maximaal 40 grote huisvuilzakken of 4 rollen grote huisvuilzakken.

Uitzonderlijk kan het schepencollege aan sociale instellingen jaarlijks maximaal 12 gratis rollen grote huisvuilzakken toestaan mits de nodige motivatie (voor sociale redenen).

De kosten van deze sociale correcties worden gedragen door het gemeentebestuur.

 

Artikel 25 - De verkoop van afvalzakken

 

De afvalzakken waarvoor een contantbelasting verschuldigd is kunnen aangekocht worden op het gemeentehuis of op andere door de gemeente en/of door LIMBURG.NET gecommuniceerde plaatsen.

LIMBURG.NET wordt gemachtigd om een verkoopnet te organiseren voor afvalzakken via de kleinhandelaars. De verplichte verkoopprijs voor de afvalzak is gelijk aan de contantbelasting.

 

Artikel 26 - De inning

 

De eventuele voorschotten op de contantbelasting en de contantbelastingen kunnen in naam en voor rekening van de gemeente geïnd worden door LIMBURG.NET, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

Artikel 27 - De mogelijkheid van bezwaar

 

De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de aangerekende contantbelasting een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag vanaf de kennisgeving van een afrekening van een geheven contantbelasting.

Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.

Het college van burgemeester en schepenen, of een personeelslid van het gemeentepersoneel dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds aan de referentiepersoon of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds aan LIMBURG.NET.

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Een afschrift van de beslissing zal meegedeeld worden aan LIMBURG.NET.

 

Artikel 28 - Omzetting in een kohierbelasting

 

Wanneer de rekenstaat een negatief saldo aan contantbelasting(en) vertoont wordt het volledige negatief saldo van contantbelasting(en) op de rekenstaat conform artikel 4, §7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.

 

Artikel 29 - Het aanvangsmoment van het reglement wat de contantbelasting betreft

 

De contantbelasting krachtens dit reglement is van toepassing voor het afval dat buiten de basisdienst wordt aangeboden vanaf 1 januari 2020.

 

 

HOOFDSTUK 4 - DE WIJZE WAAROP LIMBURG.NET DE GEREGLEMENTEERDE BELASTINGEN INT

 

Artikel 30 - De aanrekening van de belastingen

 

LIMBURG.NET is verantwoordelijk en staat in voor:

de correcte en tijdige aanrekening aan de belastingplichtigen van de belastingen die in dit reglement worden vastgesteld;

het correct bijhouden van de rekenstaten;

de correcte en tijdige aanrekening van de inningskosten waarmee de belastingen krachtens dit reglement kunnen worden verhoogd bij niet tijdige betaling van de verschuldigde belastingen.

 

Behoudens afwijkende bepalingen in de eerdere hoofdstukken, gebeurt de aanrekening van de belastingen volgens de bepalingen van dit hoofdstuk:

         De belastingen worden aan de belastingplichtige aangerekend door het verzenden van het aanslagbiljet wat de kohierbelasting betreft en het kennisgeven van het betalingsdocument wat de contantbelasting betreft (indien van toepassing). Het aanslagbiljet van de kohierbelasting en het betalingsdocument van de contantbelasting kunnen in een enkele verzending aan de belastingplichtige worden overgemaakt.

         De kennisgeving van het betalingsdocument voor een contantbelasting gebeurt in de regel op papier onder gesloten omslag verzonden per gewone post op het adres van de belastingplichtige. De aanrekening van de contantbelasting kan verzonden worden op het e-mailadres van de belastingplichtige indien hij zijn e-mailadres opgaf aan de CARDS databank. De kennisgeving mag vervangen worden door een overhandiging van het betalingsdocument aan de belastingplichtige.

         De tarieven aangerekend door LIMBURG.NET volgens haar tarievenreglement voor het gebruik van het recyclagepark worden aan de gebruiker van het recyclagepark aangerekend op een daartoe geëigend document volgens het tarievenreglement. De aldus aangerekend tarieven mogen door LIMBURG.NET vermeld worden op betalingsdocumenten waarop de contantbelastingen worden aangerekend of op de betalingsuitnodigingen waarmee de voorschotten aangerekend worden. De aangerekende tarieven moeten op deze documenten duidelijk onderscheiden zijn van de aangerekende contantbelasting.

Voor zover het saldo van de rekenstaat positief is, zullen de betalingsuitnodigingen geen aanleiding kunnen geven tot herinneringen aan de betalingsuitnodigingen waarvoor kosten worden aangerekend. Evenmin kunnen zij gedwongen worden ingevorderd.

 

Artikel 31 - De vermeldingen op de betaaldocumenten

 

§ 1 Alle betaaldocumenten bevatten minstens volgende vermeldingen: de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, het bedrag dat moet worden betaald, de rekening waarop kan worden betaald, de referte die bij de betaling moet worden vermeld, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.

 

Als bijlage aan de betalingsdocumenten voor belastingen wordt een beknopte samenvatting van het belastingreglement toegevoegd.

 

§ 2 Alle betaaldocumenten m.b.t. de kohierbelasting vermelden op de achterzijde de volgende tekst:

 

‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’

De aangerekende belasting is betaalbaar binnen een termijn van twee maanden na de verzending van dit document. Klachten of bezwaren moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen op het adres vermeld op de voor-zijde van dit document, met vermelding van het kohiernummer en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document. Het bezwaar heeft geen opschortende werking.

 

 

‘Herinnering’

Wanneer een aangerekende belasting niet binnen de vastgestelde termijn van twee maanden is betaald, zal LIMBURG.NET per gewone brief de belastingplichtige aan de betaling herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de verzending van de herinnering.

 

‘Aangetekende herinneringsbrief’

Wanneer de aangerekende belasting niet volledig betaald is binnen de vastgestelde ter-mijn van de eerste herinnering, verstuurt LIMBURG.NET een aangetekende herinneringsbrief aan de belastingplichtige. De kostprijs van de aangetekende zending wordt aangerekend. De aangetekende herinneringsbrief verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingplichtige. Indien de belasting en de kostprijs van de aangetekende zending niet volledig binnen de betalingstermijn worden voldaan, wordt de belastingplichtige ge-acht de aangerekende belasting met inbegrip van de kostprijs van de aangetekende zen-ding niet te betwisten en zullen de belasting en de inningskosten met een dwangbevel ingevorderd worden.

 

§ 3 De betaaldocumenten m.b.t. de contantbelasting waarmee aan de belastingplichtige een negatief saldo van de rekenstaat wordt meegedeeld, vermelden op de achterzijde volgende tekst:

 

‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’

Het op de voorzijde vermelde negatief saldo is betaalbaar binnen een termijn van 21 dagen na de kennisgeving van dit document. Klachten of bezwaren omtrent de aangerekende belastingen moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het nummer van dit document en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document.

 

‘Herinnering’

Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig binnen de vastgestelde termijn van 21 dagen is betaald, zal LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail de belastingplichtige aan de betaling van het negatief saldo herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de verzending van de herinnering.

 

‘Aangetekende herinneringsbrief’

Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig betaald is binnen de vastgestelde termijn van de herinnering, verstuurt LIMBURG.NET een aangetekende herinneringsbrief aan de belastingplichtige. De kostprijs van de aangetekende zending wordt aangerekend. De aangetekende herinneringsbrief verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingplichtige. Indien het negatief saldo en de kostprijs van de aangetekende zending niet volledig binnen de betalingstermijn worden voldaan, wordt de belastingplichtige ge-acht de aangerekende belasting en de toeslagen niet te betwisten en zullen het negatief saldo en de kostprijs van de aangetekende zending met een dwangbevel ingevorderd worden.

 

Artikel 32 - De herinneringen

 

§ 1 Indien het aanslagbiljet van de kohierbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald binnen 2 maanden na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of e-mail een herinnering voor het nog openstaande bedrag. De herinnering kent een betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de verzending van de herinnering.

Indien na de termijn van de eerste herinnering het openstaande bedrag niet tijdig en volledig betaald wordt, verzendt LIMBURG.NET per aangetekend schrijven een aangetekende herinneringsbrief met een betaaltermijn van 31 dagen.

Bijkomend vermeldt de aangetekende herinneringsbrief dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen voormelde termijn.

 

LIMBURG.NET kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) herinneringen te sturen.

 

 

§ 2 Indien de contantbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald of wanneer de rekenstaat meer dan 21 opeenvolgende dagen na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument een negatief saldo vertoont, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail een herinnering voor het nog openstaande bedrag. De herinnering kent een betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de verzending van de herinnering.

Indien na de termijn van de eerste herinnering het openstaande bedrag niet tijdig en volledig wordt betaald, verzendt LIMBURG.NET per aangetekend schrijven een aangetekende herinneringsbrief met een betaaltermijn van 31 dagen.

Bijkomend vermeldt de aangetekende herinneringsbrief dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen de voormelde termijn.

 

LIMBURG.NET kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) herinneringen te sturen.

 

Artikel 33 - De kostenaanrekening van de aangetekende herinneringsbrief en dwangbevelen

 

De portkosten van de aangetekende herinneringsbrief en de kosten verbonden aan het dwangbevel worden aan de belastingplichtige aangerekend.

 

De kosten van het dwangbevel worden bepaald volgens opgave van de betekenende gerechtsdeurwaarder.

 

Artikel 34 - De betaling

 

De betalingen gebeuren op de rekening van LIMBURG.NET onder vermelding van de referte vermeld in het betalingsdocument. De betalingen worden ingeval van openstaande kosten, ingevolge het verzenden van een aangetekende herinneringsbrief, eerst op de kosten aangerekend.

Bij afwezigheid van een correcte referte tracht LIMBURG.NET op basis van de identiteit of het bedrag  te achterhalen op welke belastingschuld de betaling betrekking heeft.

Gedeeltelijke betalingen waarvan redelijkerwijze niet kan worden achterhaald op welke openstaand saldo ze betrekking hebben, worden, voor zover van toepassing, eerst toegerekend op de openstaande kosten, daarna op een openstaande kohierbelasting, vervolgens op een negatief saldo van de contantbelastingen of tarieven, in functie van de ouderdom van de schuld en tenslotte op aangerekende voorschotten. Een eventuele rest wordt op de rekenstaat geboekt als een voorschot op de contantbelasting / tarieven.

Betalingen waarvan duidelijk is dat ze betrekking hebben op een niet verschuldigde belasting, worden teruggestort aan de betaler.

Betalingen die geboekt werden als voorschot, kunnen worden teruggevorderd.

 

Artikel 35 - De aanrekening van intresten

 

De intresten over de niet-betaalde kohierbelasting of de intresten over een openstaand negatief saldo van de contantbelasting kunnen aangerekend worden vanaf de datum van de aangetekende herinneringsbrief tot de datum van daadwerkelijke betaling.

 

Artikel 36 - Uitzondering op de inningsbevoegdheid

 

§ 1  Van zodra LIMBURG.NET of door de gemeente of door de belastingplichtige of door diens schuldbemiddelaar in kennis wordt gesteld dat de belastingplichtige een collectieve schuldenregeling is toegestaan teneinde zijn financiële toestand als schuldenaar te herstellen overeenkomstig de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen en de belastingplichtige een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, draagt LIMBURG.NET het inningsdossier van de belastingplichtige terug over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.

 

§ 2  De belastingplichtige die niet voldoet aan de voorwaarden van §1 en die desondanks een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, richt zijn vraag tot de gemeente. Indien de gemeente instemt met de afbetaling in verschillende termijnen stelt de gemeente LIMBURG.NET onverwijld in kennis van die beslissing. LIMBURG.NET draagt het inningsdossier met onmiddellijke ingang over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.

 

 

HOOFDSTUK 5 - SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

 

 

Artikel 37 - Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Artikel 38 - Opheffing

 

Dit reglement vervangt alle vorige reglementen betreffende deze inhoud.

 

Artikel 39 - Bekendmaking

 

Dit raadsbesluit zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Een eensluidend gewaarmerkt afschrift van dit reglement zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan:

LIMBURG.NET;

de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij;

het Departement LNE, Afdeling Milieu-inspectie en/of de Vlaamse Minister van Leefmilieu;

de technische dienst (milieudienst, verantwoordelijke recyclagepark).

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op de afgifte van administratieve stukken - aanslagjaar 2020 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor het aanslagjaar 2020 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een contante belasting op het afleveren van allerhande administratieve stukken.

 

Artikel 2 - Tarief

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 15 euro, boven op de eventuele kostprijs, voor volgende stukken:

         Huwelijken

         Wettelijke samenwoningen

 

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 14 euro, boven op de eventuele kostprijs, voor volgende stukken:

         Reispaspoorten volwassenen

 

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 9 euro, boven op de eventuele kostprijs, voor volgende stukken:

         Reispaspoorten minderjarigen

 

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 5 euro, boven op de eventuele kostprijs, voor volgende stukken:

         Identiteitskaarten voor Belgen, in uitvoering van het K.B. van 29.07.1985 en de besluiten die dit hebben aangevuld of gewijzigd

         Identiteitskaarten vreemdelingen

         Rijbewijzen

         Voorlopige rijbewijzen

 

Volgende stukken worden gratis afgeleverd:

         De kinderidentiteitsstukken voor kinderen jonger dan 12 jaar, afgeleverd in uitvoering van het K.B. van 10 december 1996 en van de besluiten die dit hebben aangevuld of gewijzigd

         Kartonnen kinderidentiteitsbewijzen (vreemdelingen)

         Elektronische kinderidentiteitsbewijzen

 

Het bedrag van de belasting voor een Conformiteitattest wordt vastgesteld als volgt:

         Woning 62 euro.

         Kamerwoning 62 euro verhoogd met 13 euro per kamer vanaf de zesde kamer met een maximum van 1240 euro.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen aan wie het stuk wordt afgeleverd.

 

Artikel 4

De contante belasting moet bij voorkeur aan de betaalterminals aan de balies of contant betaald worden.

Wanneer de gevraagde stukken met de post worden verstuurd, worden de verzendingskosten aan de belasting toegevoegd. Die kosten dienen bij de aanvraag te worden betaald.

 

Artikel 5

Bij gebreke van vrijwillige betaling zullen de verschuldigde sommen ingekohierd worden.

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt bezorgd aan de financieel beheerder die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 6 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 7 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op de zandgroeven  - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een belasting ten laste van de exploitaties van open zandgroeven, gelegen in de gemeente, welke tot doel hebben de winning van zand.

 

Artikel 2 - Tarief

De belasting bedraagt 0,60 euro per ton opgehaald zand.

 

Artikel 3 - Aangifteplicht

De belastingplichtige ontvangt jaarlijks vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór 1 mei moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen is echter niet ontheven van de verplichting om spontaan aangifte te doen. Hij dient vóór 1 april van het aanslagjaar een aangifteformulier bij het gemeentebestuur aan te vragen en dit ingevuld en ondertekend terug te sturen vóór 1 mei. De belastingplichtige die na de inzameling van de aangifteformulieren belastingplichtig wordt terzake dient evenwel spontaan de elementen te verstrekken die nodig zijn om de belasting te berekenen.

 

Artikel 4 - Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte vóór 1 mei of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige een aangetekende brief. Hierin staan de motieven van de ambtshalve vaststelling (de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting).

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van het belastingreglement met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

Artikel 5 - Belastingverhoging

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 10 %. Beide bedragen worden gezamenlijk ingekohierd.

 

Artikel 6

Het gebrek aan aangifte of de onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt vastgesteld door de daartoe speciaal door het college van burgemeester en schepenen aangewezen personeelsleden. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 7 - Wijze van inning

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Het kohier wordt bezorgd aan de financieel directeur die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 8 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 9 - Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op de afgifte van omgevingsvergunningen en verstrekken van inlichtingen in notarisbrieven - aanslagjaar 2020 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor het aanslagjaar 2020 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een belasting op:

a) de aanvragen tot of de melding van het exploiteren of veranderen van hinderlijke

    inrichtingen, waarvan de lijst en de indeling het voorwerp uitmaken van bijlage 1 bij

    het besluit van de Vlaamse Executieve houdende vaststelling van het Vlaams

    Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem).

b) de aanvragen van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingvergunningen,

    vergunningen tot wijziging van verkavelingvergunningen en natuurvergunningen.

c) het verstrekken van inlichtingen in notarisbrieven.

 

Artikel 2 - Tarief

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:

a) Voor de aanvragen tot of de melding van het exploiteren of veranderen van

     hinderlijke inrichtingen.

  * voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de eerste klasse en

     onderworpen aan een milieueffectrapport en/of een veiligheidsrapport: 650 euro

* voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in eerste klasse: 650 euro

* voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in tweede klasse: 250 euro

* voor de mededeling kleine verandering van een vergunde inrichting: 100 euro

* voor het wijzigen van de voorwaarden ongeacht de klasse: 100 euro

* voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in derde klasse, met uitzondering van de meldingen van opslagplaatsen voor stookolie en opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in vaste reservoirs, behorende bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt: 50 euro

b) Voor de aanvragen tot het bekomen van stedenbouwkundige vergunningen,

     verkavelingvergunningen, vergunningen tot wijziging van een

     verkavelingvergunning en natuurvergunningen: 25 euro

c) Voor de schriftelijke antwoorden op vragen om stedenbouwkundige inlichtingen

     betreffende onroerende goederen: 65 euro per aanvraagformulier. De notaris kan op 1

     aanvraagformulier maximum 1 perceel of 1 groep aaneengesloten percelen vermelden.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

a) Deze belasting is verschuldigd door de exploitant van de inrichting die gehouden is

    tot het indienen van de aanvraag tot of het melden van het exploiteren of veranderen

    ervan.

b) Deze belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen die gehouden

    zijn tot het indienen van een aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige

    vergunning, een verkavelingvergunning, een vergunning tot wijziging van een

    verkavelingvergunning en een natuurvergunning.

c) Deze belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen aan wie

    inlichtingen worden verstrekt.

 

Artikel 4 - Vrijstellingen

Zijn van de belasting op de aanvragen tot of de melding van het exploiteren of veranderen van hinderlijke inrichtingen vrijgesteld:

- inrichtingen geëxploiteerd door beschutte werkplaatsen;

- inrichtingen bedoeld in artikel 1, 8° van het Vlarem (tijdelijke inrichtingen);

- opvang- en verzorgingscentra voor gekwetste, verdwaalde en verzwakte vogels.

Zijn vrijgesteld voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in derde klasse:

indien de akte van melding noodzakelijk is om gevraagd te worden bij een aanvraagdossier voor het bekomen van een erkenning, wordt de belasting niet geheven indien bedoelde erkenning niet wordt verlengd.

Zijn vrijgesteld voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in eerste, tweede of derde klasse indien het gaat om milieuvriendelijke technieken en investeringen voor particuliere woningen waaronder (met de ontwikkeling van nieuwe technieken kan deze lijst aangevuld worden)

- Geothermische warmtepompen: warmtepompen die de grond of water als

  warmtebron gebruiken

- Kleine waterkracht: installaties waarbij potentiële energie, aanwezig in een

  waterloop, wordt omgezet naar mechanische energie bij een netto vermogen

  minder dan 1MW

- Windturbine

- Warmtekrachtkoppeling (WKK) voor gebouwen

- microwarmtekrachtkoppeling

- Zonne-energie

- Energie verkregen uit biomassa, vergisting, vergassing,…

Zijn vrijgesteld voor de aanvragen tot het bekomen van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen, vergunningen tot wijziging van een verkavelingsvergunning en natuurvergunningen: indien het gaat om milieuvriendelijke technieken en investeringen voor particuliere woningen waaronder (met de ontwikkeling van nieuwe technieken kan deze lijst aangevuld worden)

- Geothermische warmtepompen: warmtepompen die de grond of water als

   warmtebron gebruiken

- Kleine waterkracht: installaties waarbij potentiële energie, aanwezig in een

  waterloop, wordt omgezet naar mechanische energie bij een netto vermogen

  minder dan 1MW

- Windturbine

- Warmtekrachtkoppeling (WKK) voor gebouwen

- microwarmtekrachtkoppeling

- Zonne-energie

- Energie verkregen uit biomassa, vergisting, vergassing,…

 

Artikel 5 - Wijze van inning

De belasting moet betaald worden als volgt:

a)  Voor de milieuvergunningen wordt een factuur afgeleverd, die onmiddellijk moet

     betaald worden.

b)  Voor de aanvragen tot het bekomen van stedenbouwkundige vergunningen,

     verkavelingvergunningen, vergunningen tot wijziging van een

     verkavelingvergunning en natuurvergunningen moet de verschuldigde belasting

     gestort worden op rekeningnummer BE18 0910 0047 8965 binnen acht dagen na

     ontvangst van het ontvangstbewijs van het dossier of na het ontvangen van een factuur.

     Per vergunningsaanvraag wordt een apart ontvangstbewijs afgeleverd. De vergunning kan

     pas afgehaald worden nadat de belasting effectief op de rekening van de gemeente staat.

c)  Voor stedenbouwkundige inlichtingen moet per aanvraagformulier een bedrag van €

     65 betaald worden op rekeningnummer BE18 0910 0047 8965 binnen acht dagen na het

     indienen van het aanvraagformulier of na het ontvangen van een factuur. De gemeente

     verbindt zich ertoe de inlichtingen te verstrekken binnen de 75 kalenderdagen, te rekenen

     vanaf het toekomen van de belasting op haar rekening of vanaf het toekomen van het

     aanvraagformulier op het gemeentehuis. De laatste van beide data is hier van

     toepassing. Het verstrekken van administratieve inlichtingen volgens het

     “modelformulier vastgoedinformatie” ontheft de gemeente van enige

     verantwoordelijkheid aangaande de volledigheid en juistheid van de verstrekte

     gegevens.

De belastingen moeten betaald worden

a)  na afgifte van een factuur.

b)  na afgifte van het ontvangstbewijs van het dossier.

c)  na ontvangst van het aanvraagformulier voor stedenbouwkundige inlichtingen.

 

Artikel 6 - Betaaltermijn

Indien de contante betaling niet gebeurt, wordt ze een kohierbelasting.

De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Het kohier wordt bezorgd aan de financieel directeur die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 7 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feite en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 8 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting  op drankslijterijen  - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een jaarlijkse belasting ten laste van de exploitant van de inrichting waar gegiste of geestrijke dranken geschonken worden.

 

Artikel 2 - Tarief

         Deze jaarlijkse belasting wordt berekend op basis van de oppervlakte van de voor het bedrijf bestemde en voor het publiek toegankelijke lokalen en is vastgesteld op 1,15 euro per m².

         Voor de reizende slijterijen wordt de jaarlijkse gemeentebelasting éénvormig vastgesteld op 13 euro.

         De aanslag bedraagt 25 euro voor kruidenierszaken en kleine detailhandel met uitsluiting van winkels waar uitsluitend drank en genotswaren verkocht worden.

         Voor winkels waar uitsluitend drank en andere genotswaren verkocht worden, bedraagt de aanslag 62 euro.

         Voor grootwarenhuizen en groothandelaars bedraagt de aanslag:

         25 euro indien haar oppervlakte kleiner is of gelijk is aan 400 m²;

         125 euro ingeval de oppervlakte groter is dan 400 m² en kleiner dan of gelijk is aan 750 m²;

         250 euro indien de oppervlakte groter is dan 750 m².

Onder oppervlakte wordt verstaan: verkoopoppervlakte, overdekte opslagruimte en/of overdekte stapelruimte.

Het volledige bedrag van de belasting is verschuldigd voor de drankslijterijen geopend vóór 1 juli, voor degenen die na dit tijdstip geopend worden, moet slechts de helft betaald worden. In geval dat de exploitatie voor het einde van de geldigheidsduur van de belasting wordt stopgezet, wordt geen teruggave op de jaarlijkse belasting verleend.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

Wordt als exploitant beschouwd al wie ter plaatse te gebruiken gegiste dranken verkoopt of al wie als hoofd- of nevenbedrijf geestrijke dranken per hoeveelheden van zes liter of minder verkoopt of levert. Wordt met het verkopen gelijkgesteld, het aanbieden of laten gebruiken van dergelijke dranken in een voor het publiek toegankelijke plaats.

Worden met de voor het publiek toegankelijke plaatsen gelijkgesteld de lokalen, waar de leden van een vereniging of groepering bijeenkomen uitsluitend of hoofdzakelijk om geestrijke of gegiste dranken te gebruiken of om aan hazardspelen te doen.

Worden evenwel niet als drankgelegenheid beschouwd, het hotel, het pension of dergelijke inrichting, waar de geestrijke dranken alleen bij de maaltijden geschonken worden.

Als de drankgelegenheid van een bvba, vzw of andere juridische entiteit door een aangestelde voor rekening van deze juridische entiteit wordt uitgebaat, komt deze belasting ten laste van de bvba, vzw of andere juridische entiteit (is de opdrachtgever).

Iedere opdrachtgever is in geval van verandering van aangestelde ertoe gehouden aangifte bij het college van burgemeester en schepenen te doen vooraleer de nieuwe aangestelde in dienst treedt. Deze aangifte kan ook per mail verstuurd worden naar info@houthalen-helchteren.be.

 

Artikel 4 - Aangifteplicht

De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde datum moet worden teruggestuurd.

Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben zijn niettemin verplicht voor 30 september van het aanslagjaar de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen.

 

Artikel 5 - Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige een aangetekende brief. Hierin staan de motieven van de ambtshalve vaststelling (de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting).

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van het belastingreglement met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

Artikel 6 - Belastingverhoging

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een verhoging die gelijk is aan het ontdoken bedrag, en in geval van herhaling binnen het jaar is ze gelijk aan het dubbele daarvan. Deze verhoging wordt ingekohierd.

 

Artikel 7

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de daartoe door het college aangestelde personeelsleden.

De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 8 - Wijze van inning

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Het kohier wordt bezorgd aan de financieel directeur die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 9 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 10 - Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 11 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op leurhandel - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Belastingplichtige, duurtijd

1)      Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een belasting op de personen die leuren op het grondgebied van de gemeente.

2)      Wordt, voor de toepassing van dit reglement, uitsluitend als leuren beschouwd de verkoop of het te koop aanbieden aan de verbruiker van alle waren of goederen en van allerlei voorwerpen zoals omschreven in de wet van 25.06.1993.

3)      Wordt evenwel niet als leuren beschouwd:

         de verkoop of het te koop stellen van waren of goederen door een gevestigd handelaar op de openbare weg, voor zijn winkel, voor zover het kraam of het schraag kunnen beschouwd worden als de normale voortzetting van de instelling en dat de er tentoongestelde waren van dezelfde aard zijn als die welke binnen verkocht worden;

         de openbare verkopingen die gebeuren met de bijstand van openbare ambtenaren.

 

Artikel 2 - Tarief

De belasting wordt als volgt vastgesteld:

         per dag: 3 euro

         per week :8 euro

         per maand: 19 euro

         per trimester: 38 euro

         per jaar: 75 euro

 

De leurtaks kan slechts betaald worden op vertoon van een vergunning afgeleverd door de burgemeester.

 

Artikel 3 - Vrijstellingen

Worden van de belasting vrijgesteld:

         de leurder in dagbladen, drukwerken en gravures;

         de handelsreizigers die op stalen verkopen;

         de industriëlen en handelaars die geregeld hun goederen aan huis bestellen.

         de verenigingen van Houthalen-Helchteren (sport, cultuur en jeugd) die een occasionele verkoop houden.

 

Artikel 4 - Vergunningsplicht

Iedereen die wil leuren moet vooraf een goedkeuring vragen aan de burgemeester ongeacht het feit of ze al dan niet belastingplichtig zijn. De aanvraag gebeurt via het gemeentesecretariaat (of per mail via info@houthalen-helchteren.be). In de aangifte moet staan:

         het gebruikte vervoermiddel

         de periode waarop de belasting moet toegepast worden

De belasting dient betaald te worden na ontvangst van een factuur.

Bij gebreke van vrijwillige betaling zullen de verschuldigde sommen ingekohierd worden.

 

Artikel 5 - Wijze van inning

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Het kohier wordt bezorgd aan de financieel directeur die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 6 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk (per brief of per mail) ontvangst binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 7 - Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Retributie op het plaatsen van bewegwijzering - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een retributie op het plaatsen van wegwijzers.

 

Artikel 2 - Tarief

De retributie bedraagt:

1)      plaatsing 1 bord125 euro

2)      plaatsing 2 borden op dezelfde steunen 75 euro/bord

3)      bijplaatsing op bestaande richtingssignalisatie50 euro/bord

Deze retributie dekt de kosten van plaatsing, inclusief aankoop palen en montagebeugels alsook toekomstig onderhoud.

De aankoop van de wegwijzers alsook de aankoop ter vervanging van versleten borden zijn ten laste van de aanvrager.

 

Artikel 3 - Aanvraag

De onderneming en/of particulier kan een schrijven richten aan het college van burgemeester en schepenen waarin gevraagd wordt 1 of meerdere wegwijzers te plaatsen, met duidelijke informatie omtrent de aard van de wegwijzer en de plaats van inplanting.

 

Artikel 4 - Wijze van inning

Na toestemming door het college betaalt de aanvrager vooraf de retributie op basis van een factuur. De plaatsing kan slechts gebeuren nadat de factuur betaald is.

 

Artikel 5 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op de tweede verblijven - aanslagjaar 2020 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor het aanslagjaar 2020 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een jaarlijkse belasting op de tweede verblijven, ongeacht het feit of ze al dan niet in de kadastrale legger ingeschreven zijn. 

 

Artikel 2

Onder tweede verblijven moet worden verstaan elke private woongelegenheid waarvan de persoon die er kan wonen, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitenverblijven, optrekjes, chalets, wooncaravans of alle andere vaste woongelegenheden.

Onder wooncaravans moet verstaan worden de caravans die technisch niet gemaakt zijn om voortgetrokken te worden, en waarvan het chassis en het type van wielen het voortslepen niet zouden verdragen.

Als tweede verblijf worden niet beschouwd:

         lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten,

         tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens.

Met verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens worden alle andere soorten van caravans bedoeld, zoals caravans met een enkel stel wielen, de "semi-wooncaravans" met een dubbel stel wielen, de woonwagens en de caravans waarmee de kermisreizigers rondtrekken.

 

Artikel 3 - Tarief

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 150 euro per jaar en per tweede verblijf, indien het tweede verblijf niet verhuurd wordt.

Ingeval van verhuring bedraagt het tarief 44 euro per bed.

Voor het berekenen van de aanslag wordt:

         een tweepersoonsbed beschouwd als 2 bedden

         een stapelbed beschouwd als 2 bedden

Elk verblijf wordt verondersteld te beschikken over minimum 2 bedden en wordt dus ook belast voor tenminste 2 bedden.

 

Artikel 4 - Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door wie op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf; de hoedanigheid van tweede verblijf wordt op diezelfde datum beoordeeld. In geval van mede-eigendom is de mede-eigenaar de belasting verschuldigd voor zijn wettelijk aandeel.

 

Artikel 5 - Vrijstellingen

De belasting is niet verschuldigd door de uitbaters/eigenaars van verblijfsparken/recreatiedomeinen indien zij vallen onder de bedrijfsbelasting.

 

Artikel 6 - Aangifteplicht

De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde datum moet worden teruggestuurd. Zij die geen formulier van aangifte ontvangen hebben, zijn niettemin verplicht spontaan aan het gemeentebestuur de gegevens te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van de belasting, voor 30 september van het aanslagjaar.

 

Artikel 7 - Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige een aangetekende brief. Hierin staan de motieven van de ambtshalve vaststelling (de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting). De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van het belastingreglement met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

Artikel 8 - Belastingverhoging

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een verhoging die gelijk is aan het ontdoken bedrag en in geval van herhaling binnen het jaar is ze gelijk aan het dubbele daarvan. Deze verhoging wordt ingekohierd.

 

Artikel 9

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de daartoe door het college aangestelde personeelsleden. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 10 - Wijze van inning

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Het kohier wordt bezorgd aan de financieel beheerder die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 11 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 12 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op de economische bedrijvigheid - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een belasting op economische bedrijvigheid.

 

Artikel 2 - Tarief

De belasting is per vestiging als volgt vastgesteld:

A. Minimum 100 euro – maximum 12.000 euro

B. Voor ANDERE dan land- en tuinbouwbedrijven:

         0,26 euro/m² bebouwde oppervlakte

         0,26 euro/m² onbebouwde oppervlakte

C. Voor land- en tuinbouwbedrijven:

         forfaitair: 100 euro tot een oppervlakte van 20 ha

         meer dan 20 ha: 100 euro, vermeerderd met 5 euro per bijkomende ha of gedeelte van ha.

D. Voor vrije beroepen:

         0,26 euro/m² bebouwde oppervlakte

         0,26 euro/m² onbebouwde oppervlakte

E. Bijberoepen

tarief halveren, enkel mits het voorleggen van een recent attest waaruit het bijberoep (op 1 januari van het aanslagjaar) blijkt. Dit kan zijn:

         een attest van een sociaal verzekeringsfonds

         een loonfiche met een verklaring van de werkgever van het aantal uren dat men normaal presteert

         een éénmalig attest van pensionering

 

Het tarief wordt ook gehalveerd voor de belastingplichtigen die door de BTW administratie beschouwd worden als een kleine onderneming en van de vrijstellingsregeling van de BTW genieten; mits voorlegging van een recent attest van een sociaal verzekeringsfonds of de BTW administratie.

 

De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. De vermindering van de belastbare oppervlakte in de loop van het jaar, evenals de stopzetting of vermindering van de werkzaamheden in de loop van het aanslagjaar geven geen aanleiding tot enige belastingvermindering.

 

Indien op 1 januari van het aanslagjaar alle activiteiten of bedrijvigheden (opgesomd in artikel 2) met inbegrip van vereffeningsverrichtingen definitief zijn stopgezet, gaat de hoedanigheid van belastingplichtige verloren.

 

Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of zolang de vereffening van de vennootschap niet is afgesloten, blijft de hoedanigheid van belastingplichtige verder bestaan.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de rechtspersonen die op 1 januari van het aanslagjaar als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente:

         Een nijverheids-, landbouw-, veeteelt-, tuinbouw- of handelsbedrijf exploiteren

         Een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefenen

         Een ondernemingsnummer hebben

         Een maatschappelijke zetel hebben

 

De belasting is verschuldigd afzonderlijk per vestiging, hoe dan ook genoemd, gelegen op het grondgebied van de gemeente Houthalen-Helchteren.

De belasting wordt, ongeacht de kadastrale indeling, vastgesteld rekening houdend met de totale bebouwde en/of onbebouwde oppervlakte waarop de vestiging zich bevindt.

Indien op eenzelfde goed meerdere belastingplichtigen een vestiging hebben, dan wordt iedere belastingplichtige belast pro rata van zijn oppervlakte.

Voor de bebouwde oppervlakte worden alle bouwlagen (alle bovengrondse en ondergrondse bouwlagen, oppervlakten van kelders, zolders en daken) samengeteld.

 

Artikel 4 - Vrijstellingen

Zijn vrijgesteld:

a. de openbare besturen

b. de belastingplichtigen die onder toepassing vallen van:

         de aanvullende gemeentebelasting op de milieuheffing van de Vlaamse Gemeenschap,

         de gemeentebelasting op barpersoneel,

         de gemeentebelasting op tweede verblijven,

c. vzw’s

d. de belastingplichtigen die uitsluitend als drankslijterij gevestigd zijn en de gemeentebelasting op drankslijterijen betalen zijn ook vrijgesteld van de gemeentebelasting op bedrijven. Voor de ondernemingen die niet uitsluitend als drankslijterij gevestigd zijn geldt dat de oppervlakte die men aangeeft voor de gemeentebelasting op drankslijterijen vrijgesteld is van de gemeentebelasting op bedrijven maar dat de overige oppervlakte onderhevig is aan de gemeentebelasting op bedrijven.

e. de BTW-eenheden (constructie die opgericht wordt om de belastingaangiften te doen van een aantal ondernemingen die behoren tot de BTW-eenheid).

 

Artikel 5 - Aangifteplicht

De belastingplichtige ontvangt van het gemeentebestuur een aangifteformulier dat behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde datum, moet worden teruggestuurd.

Een belastingplichtige die geen aangifteformulier ontvangen heeft, moet dit zelf aanvragen.

 

Artikel 6 - Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige een aangetekende brief. Hierin staan de motieven van de ambtshalve vaststelling (de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting).

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van het belastingreglement met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

Artikel 7 - Belastingverhoging

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een verhoging die gelijk is aan het ontdoken bedrag, en in geval van herhaling binnen het jaar is ze gelijk aan het dubbele daarvan. Deze verhoging wordt ingekohierd.

 

Artikel 8

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de daartoe door het college aangestelde personeelsleden in een proces-verbaal, die bewijskracht hebben tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 9 - Wijze van inning

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Het kohier wordt bezorgd aan de financieel beheerder die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 10 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 11 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op de plaatsrechten op de markten en verkoopspunten - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een plaats- of standgeld op last van personen, natuurlijke of rechtspersonen, die allerhande waren te koop stellen, hetzij op privé eigendom, hetzij op het openbaar domein van de gemeente.

 

Artikel 2 - Tarief

A. Het bedrag van het plaats- of standrecht wordt als volgt vastgesteld:

1.op de georganiseerde markten: 1 euro de lopende meter en per dag voor kramen, winkels, tafels, planken, voertuigen en andere inrichtingen, evenals de uitstallingen op de grond.

voor wekelijkse markten kan de betaling gebeuren:

         per maand

         per kalenderkwartaal.

2.op de jaar- en feestmarkten: De Provinciale Beroepsvereniging van Marktkramers Limburg (Steenweg 28 te 3590 Diepenbeek) is ons bestuur per markt ( aantal 4) een bedrag verschuldigd ten belope van het aantal kramen x 5 euro per kraam. Het aantal kramen wordt door de marktleider vastgesteld in een pv dat ondertekend wordt door de marktleider en de verantwoordelijke van de Provinciale Beroepsvereniging van Marktkramers Limburg. Op basis van dit pv wordt door het gemeentebestuur dan een factuur opgemaakt.

3.op de verkoopplaatsen, die niet als officieel georganiseerde markt of als toegelaten manifestatie worden aanzien:

         per jaar25 euro/m2 met een minimum van 200 euro

         per half jaar15 euro/m2 met een minimum van 120 euro

         per maand4 euro/m2 met een minimum van 30 euro

         per dag0,25 euro/m 2 met een minimum van 2 euro.

4. op éénmalige evenementen, georganiseerd door het gemeentebestuur: 5 euro per standplaats met een maximum van 2 standplaatsen per standhouder

B. De belasting kan slechts betaald worden op vertoon van een vergunning afgeleverd door de burgemeester.

 

Artikel 3 - Vrijstellingen

Vrijstelling van de belasting wordt verleend voor de onder artikel 2 vernoemde standplaatsen die deel uitmaken van een bestendige handelszaak of van een woning met kadastraal inkomen. De uitbater die leurt van deur tot deur is eveneens vrijgesteld van de onder artikel 2.3 vermelde standplaatsrechten.

 

Artikel 4 - Wijze van inning

De belasting zal op voorhand betaald worden aan de hand van een factuur die opgesteld is op basis van een verklaring van de marktleider. Bij gebreke van vrijwillige betaling zal de belasting worden ingekohierd.

 

Artikel 5

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt bezorgd aan de financieel directeur die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 6 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en  vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 7 - Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op de standplaatsrechten op de kermissen - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

§1 Bij gelegenheid van de plaatselijke kermissen heft de gemeente Houthalen-Helchteren, ten laste van de kermisuitbaters, voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025, een standplaatsrecht op de foorinrichtingen, geplaatst op het openbaar domein en op de gemeente-eigendommen.

 

§2 Voor de inrichtingen geplaatst op een privaat eigendom wordt het standplaatsrecht, zoals vermeld in §1, vervangen door een toezichtsrecht.

 

Artikel 2 - Tarief

§1 Voor de kermissen van Houthalen-Centrum, Helchteren-Centrum en Houthalen-Oost wordt:

a. het standplaatsrecht zoals bepaald in artikel 1 §1 per kermis vastgesteld op 0,50 euro/m².

b. het toezichtsrecht zoals bepaald in artikel 1 §2 per kermis vastgesteld op 0,25 euro/m².

 

De oppervlakte van de foorinrichtingen wordt door de marktleider vastgesteld en berekend als volgt: op de meest inspringende gedeelten, hetzij boven aan de top, hetzij aan de voet, met een minimum van vijf m². Elk gedeelte van een m² wordt afgerond naar een hogere eenheid.

 

§2 Voormelde tarieven worden gehalveerd voor de overige kermissen.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

Belastingplichtig is elke foorinrichting (elk spel, kraam, barak, of eetgelegenheid) uitsluitend ingericht met het oog op winstbejag.

 

Artikel 4

Onmiddellijk na de opening van de kermis en op het eerste verzoek zal de belasting contant betaald worden tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van vrijwillige betaling zullen de verschuldigde sommen ingekohierd worden.

 

Artikel 5 - Wijze van inning

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Het kohier wordt bezorgd aan de financieel directeur die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 6 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 7 - Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Leegstandsreglement en gemeentelijke belasting op de leegstand van gebouwen en woningen in Houthalen-Helchteren - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Het reglement op de inventarisatie van leegstaande gebouwen en woningen en de gemeentelijke belasting op leegstand van gebouwen en woningen

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het artikel 1.2 van het Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, dat in dit reglement ‘het Grond- en Pandendecreet’ wordt genoemd.

In dit reglement wordt verstaan onder:

1.administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister. De gemeente kan hiervoor beroep doen op medewerkers van het intergemeentelijk samenwerkingsverband;

2.beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen;

3.beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

4.gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

5.kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;

6.leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

 

De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning of melding in de zin van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, met latere wijzigingen, of milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

 

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

7.leegstaande woning: woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie;

8.leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.2.6 van het Grond- en Pandendecreet;

9.leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie;

10.registratiedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen;

11.verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt;

12.woning: een goed, vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 31°, van de Vlaamse Wooncode (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande);

13.zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik;

14.renovatienota: is een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota die door het college van Burgemeester en Schepenen wordt goedgekeurd en waarin minstens volgende elementen zijn opgenomen:

a) een overzicht van de voorgenomen werken

b) een gedetailleerd tijdschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 24 maanden de woning bewoonbaar wordt gemaakt.

c) bestekken en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken.

d) fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen.

e) indien van toepassing het akkoord van alle mede-eigenaars.

 

Hoofdstuk 1: Leegstandsregistratie

 

Artikel 2. Leegstandsregister

 

§1. De administratie houdt een leegstandsregister bij. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten:

1° een lijst “leegstaande gebouwen”;

2° een lijst “leegstaande woningen”.

 

Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.

 

§2. In elke lijst worden de volgende gegevens opgenomen:

 

1° het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

2° de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

3° de identiteit, het rijksregisternummer en het (de) adres(sen) van de zakelijk gerechtigde(n);

4° het nummer en de datum van de administratieve akte,

5° de indicatie of indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname.

 

Artikel 3. Registratie van leegstand

 

§1. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§2. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij één of meerdere foto’s en een beschrijvend verslag, met vermelding van de indicaties die de leegstand staven, gevoegd worden. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en geldt als registratiedatum.

 

§3. De leegstand wordt beoordeeld op basis van één of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende lijst:

         het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning;

         het vermoeden van het gebruik van een woonentiteit als domiciliewoning;

         het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als “te huur” of “te koop”;

         het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;

         een volle brievenbus gedurende lange tijd;

         een verwaarloosde tuin (lang gras, onverzorgd, ….);

         rolluiken die langdurig neergelaten zijn;

         de onmogelijkheid om het gebouw of de woning te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang;

         een dermate laag verbruik van de nutsvoorziening dat een gebruik als woning of een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;

         de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;

         aanvraag om vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van leegstand of improductiviteit;

         getuigenissen: verklaringen van omwonende(n), postbode, wijkagent;

         andere relevante indicaties van leegstand.

 

Artikel 4. Kennisgeving van registratie

 

De zakelijk gerechtigde(n) wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De kennisgeving bevat:

         De administratieve akte met inbegrip van het beschrijvend verslag;

         Informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister;

         Informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister;

         Informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister. 

 

Artikel 5. Beroep tegen registratie

 

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 4, kan een zakelijk gerechtigde bij de beroepsinstantie beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

         de identiteit en het adres van de indiener;

         de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;

         de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de leegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

Als datum van het beroepschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

 

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. 

 

§2. Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd.

 

§3. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk:

         als het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1, of;

         als het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde, of;

         als het beroepschrift niet is ondertekend.

 

§4. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt de beroepsinstantie dit onverwijld mee aan de indiener. 

Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

 

§5. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door het met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelslid. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

 

§6. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend aan de indiener ervan.

 

§7. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand.

 

Artikel 6. Schrapping uit het leegstandsregister

 

§1. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de functie, zoals omschreven in art 1, 7°.

De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

 

Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1, 6°, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden.

De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. De administratie stelt deze aanwending vast via administratieve data of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

 

§2. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

1)      de identiteit, het rijksregisternummer en het adres van de indiener;

2)      de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;

3)      de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het leegstandsregister;

Als datum van het verzoek wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

 

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

 

Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.

 

Hoofdstuk 2. De belasting

 

Artikel 7. Belasting op leegstaande woningen en gebouwen

 

§1 Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.

De definities van woningen, gebouwen, leegstaande woning, leegstaand gebouw en leegstandsregister zijn omschreven in artikel 1.

 

§2 De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister, d.w.z. 12 maanden na datum van de administratieve akte.

 

Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Artikel 8. Belastingplichtige

 

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde over het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de opnamedatum.

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

§3. Bij overdracht wordt de verkoper geacht de nieuwe eigenaar op de hoogte te brengen van de opname in het register, en ook de gemeente op de hoogte te brengen van de overdracht met de gegevens van de nieuwe eigenaar.

 

 

Artikel 9. Tarief van de belasting

 

De belasting bedraagt:

 

Op de eerste verjaardag van de opname in het leegstandsregister:

         1.100 Euro per leegstaand gebouw

         1.100 Euro per leegstaande ééngezinswoning

         300 Euro per leegstaande (studenten)kamer

 

Op de tweede verjaardag van de opname in het leegstandsregister

         1.375 Euro per leegstaand gebouw

         1.375 Euro per leegstaande ééngezinswoning

         375 Euro per leegstaande (studenten)kamer

 

Op de derde verjaardag van de opname in het leegstandsregister:

         1.650 Euro per leegstaand gebouw

         1.650 Euro per leegstaande ééngezinswoning

         450 Euro per leegstaande (studenten)kamer

 

Op de vierde verjaardag van de opname in het leegstandsregister:

         1.925 Euro per leegstaand gebouw

         1.925 Euro per leegstaande ééngezinswoning

         525 Euro per leegstaande (studenten)kamer

 

Op de vijfde verjaardag en alle verjaardagen volgend op de vijfde verjaardag van de opname in het leegstandsregister:

         2.200 Euro per leegstaand gebouw

         2.200 Euro per leegstaande ééngezinswoning

         600 Euro per leegstaande (studenten)kamer

 

De belasting is ondeelbaar verschuldigd per opnamejaar.

 

Indien de belastingsplichtige recht heeft op een vrijstelling van de heffing, zoals omschreven in artikel 10, zal hij na afloop van de toegekende vrijstellingstermijn, een heffing betalen die gelijk staat aan de heffing op de eerste verjaardag na de opname in het leegstandsregister.

 

Artikel 10. Vrijstellingen

 

§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij de administratie. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in §5 of §6, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

 

§2. De beroepsinstantie onderzoekt de aanvraag voor vrijstelling. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van leegstaande woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§3. De beroepsinstantie doet uitspraak over het verzoek tot vrijstelling en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van de aanvraag. Indien de aanvraag wordt ingewilligd, wordt de startdatum en de eventuele einddatum of termijn van de vrijstelling vermeld in dit schrijven.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt de aanvraag tot vrijstelling geacht te zijn ingewilligd.

 

§4. Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de beroepsinstantie overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 13.

 

§5. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:

 

1.de belastingsplichtige die mede-eigenaar of volle eigenaar is van de woning of het gebouw en die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of in een zorgwoning, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. Deze vrijstelling van max. 3 jaar gaat in vanaf de inventarisatiedatum wanneer de opname van de belastingsplichtige plaatsvond vóór de inventarisatie of vanaf de datum van opname van de belastingsplichtige. Een attest van verblijf in de ouderenvoorziening of instelling of een melding van zorgwoning moet worden voorgelegd.

 

2.de belastingsplichtige die mede-eigenaar of volle eigenaar is van de woning of het gebouw waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Deze vrijstelling van max. 2 jaar gaat in vanaf de inventarisatiedatum wanneer de beslissing over de handelingsbekwaamheid van de belastingsplichtige plaatsvond vóór de inventarisatie of vanaf de datum van de beslissing over de handelingsbekwaamheid van de belastingsplichtige. Een afschrift van de gerechtelijke beslissing moet worden voorgelegd.

 

3.de belastingsplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. De belastingsplichtige levert hiervoor de nodige bewijzen.

 

4.Indien de belastingplichtige 5 of meer woningen en/of gebouwen bezit die hij of zij tegelijk wil slopen, verbouwen of renoveren om economische efficiëntieredenen, voor zover er een planning kan voorgelegd worden en er jaarlijks over wordt gerapporteerd op het gemeentelijk woonoverleg. Indien hij geen deel uitmaakt van het woonoverleg, wordt hij voor dit punt jaarlijks uitgenodigd. Het woonoverleg formuleert een advies voor het college van burgemeester en schepenen over de vrijstelling voor het betreffende belastingjaar. De geïnventariseerde woning of het geïnventariseerde gebouw maakt deel uit van deze sloop-, verbouw- of renovatieplannen.

 

§6. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning:

 

1.gerenoveerd wordt. Er kunnen twee gevallen van renovatie onderscheiden worden:

         wanneer het gaat over handelingen die een stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning: er kan een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning worden voorgelegd, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning én dat deze vrijstelling maar één keer aan dezelfde houder van het zakelijk recht kan worden toegekend;

         wanneer het gaat over handelingen die geen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning vragen: er kan een renovatienota worden voorgelegd met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van twee jaar volgend op de goedkeuring van de renovatienota door de administratie en dat deze vrijstelling maar één keer aan dezelfde houder van het zakelijk recht kan worden toegekend;

 

2.het gebouw of de woning gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan. De periode van vrijstelling duurt tot twee jaar nadat het onteigeningsplan eventueel ongedaan gemaakt wordt of de onteigening effectief wordt;

 

3.het gebouw of de woning geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. De periode van vrijstelling duurt tot twee jaar nadat het onteigeningsplan eventueel ongedaan gemaakt wordt of de onteigening effectief wordt;

 

4.het gebouw of de woning beschermd is als monument, stads- of dorpsgezicht krachtens het decreet van 3 maart 1976 of opgenomen is in de Inventaris van het bouwkundig erfgoed. De periode van vrijstelling geldt voor een periode van twee jaar.

Voor de beschermde monumenten kan deze periode van vrijstelling worden verlengd indien er een restauratiepremiedossier wordt ingediend. De vrijstelling duurt tot twee jaar na het einde van de termijn van behandeling van het restauratiepremiedossier;

 

5.het gebouw of de woning vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 

6.het gebouw of de woning onmogelijk effectief gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure of omwille van een andere soortgelijke procedure, vb. bij de afhandeling van een verzekeringsonderzoek of geschil.

De vrijstelling gaat in

         vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot twee jaar na het einde van de onmogelijkheid indien de zaak start na registratie in het leegstandsregister;

         twee jaar vanaf de registratiedatum indien de procedure gestart is voor de registratie.

De nodige bewijsstukken van de gerechtelijke procedure moeten hierbij voorgelegd worden en de belastingplichtige moet spontaan de administratie op de hoogte houden over het verloop van de procedure. Gerechtelijke procedures in het kader van huurgeschillen of geschillen waarvoor de bevoegde rechtbank geen verzegeling van de woning en/of gebouw heeft uitgesproken, geven geen aanleiding tot het verlenen van een vrijstelling van de belasting;

 

7.het gebouw of de woning het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, § 2, van de Vlaamse Wooncode;

 

8.het gebouw of de woning het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode;

 

9.de woning verbonden is met een bedrijfsruimte, zoals gedefinieerd in artikel 2, en voldoet aan één van de volgende voorwaarden:

         de woning heeft geen eigen ingang vanaf de openbare weg;

         de houder(s) van het zakelijk recht hebben voldoende aantoonbare inspanningen ondernomen ter bevordering van verhuur/verkoop van het pand. De beoordeling kan vb. geschieden op basis van schriftelijke bewijzen, contracten met immobiliënkantoren, gebruik van de gevelrenovatiepremie, affichering, medewerking aan het project ‘bezetting ter bede’, etc.

Deze vrijstelling van max. 3 jaar gaat in vanaf de inventarisatiedatum;

 

10.het een woning betreft waarbij deze woning zich bevindt boven een ruimte waarin een commerciële activiteit of dienstverlenende functie is gevestigd en waarbij die woning geen aparte toegang heeft of kan hebben vanaf het openbaar domein. Deze vrijstelling wordt enkel toegekend onder voorwaarde dat deze voornoemde ruimte effectief gebruikt wordt voor een commerciële activiteit of dienstverlenende functie. Het louter hebben van een inschrijving in Kruispuntbank Ondernemingen geeft geen recht op deze vrijstelling. Deze voorwaarde kan ter plaatse worden gecontroleerd.  Deze vrijstelling geldt maar zo lang de voornoemde ruimte effectief gebruikt wordt voor deze commerciële of dienstverlenende activiteit;

 

11.het een woning betreft die in gebruik is voor een aan wonen aanverwante functie, zoals de uitoefening van een vrij beroep of een dienstverlenende activiteit. Deze vrijstelling wordt enkel toegekend onder voorwaarde dat er geen structurele wijzigingen aan de woning werden of worden uitgevoerd, zodat de woning meteen terug gebruikt kan worden voor haar eigenlijke functie namelijk wonen, en onder voorwaarde dat de woning effectief gebruikt wordt voor het uitoefenen van een vrij beroep of een beroep in de dienstverlenende sector. Het louter hebben van een inschrijving in Kruispuntbank Ondernemingen geeft geen recht op deze vrijstelling. Deze voorwaarden kunnen ter plaatse worden gecontroleerd.  Deze vrijstelling geldt maar zo lang de woning effectief in gebruik is voor deze aan wonen verwante functie;

 

12.de houder(s) van het zakelijk recht kunnen aantonen dat de leegstand kadert in een beleidsmatig strategisch project. Dit dient gestaafd te worden door middel van een gemotiveerde aanvraag. De bezwaarinstantie beoordeelt de argumenten van de zakelijk gerechtigde en zal bij toekenning van de vrijstelling de duur van de vrijstelling bepalen ;  

 

13.Wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, d.w.z. te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand.

 

 

Artikel 11. Inkohiering

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 12. Betalingstermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 13. Bezwaar

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

 

Artikel 14

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9 bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing, voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 15

 

§1. Het leegstandsreglement en het reglement betreffende de gemeentelijke belasting op de leegstand van gebouwen en woningen in Houthalen-Helchteren, vastgesteld door de gemeenteraad op 23 maart 2017, wordt met ingang van 1 januari 2020 opgeheven.

 

Voor het aanslagjaar 2019, voor zover er nog een inkohiering zou moeten gebeuren voor 30 juni 2020, blijven de bepalingen van het belastingreglement vastgesteld door de gemeenteraad op 23 maart 2017 gelden.

 

§ 2. Woningen, gebouwen en kamers die reeds eerder werden opgenomen in het leegstandsregister, blijven opgenomen in het register met hun oorspronkelijke registratiedatum. Vrijstellingen die reeds eerder werden toegekend volgens de bepalingen van vorige reglement(en), blijven behouden met dezelfde duur en/of einddatum. Na afloop van deze vrijstelling gelden de bepalingen van dit reglement.

 

Artikel 16

 

Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op de huis-aan-huis bedeling van reclamebladen en drukwerken - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een belasting op de huis-aan-huis bedeling van publiciteitsbladen en -kaarten met handelskarakter, van catalogi en kranten welke publiciteit bevatten met een handelskarakter en erop gericht is een potentieel cliënteel ertoe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.

Dit reglement bedoelt uitsluitend het niet-geadresseerd drukwerk, waarvan de bedeling kosteloos en zonder initiatief is van de bestemmeling.

Voor de toepassing van dit reglement wordt beschouwd als “niet-geadresseerd drukwerk” ieder drukwerk dat niet wordt bestemd met de naam en het adres van de bestemmeling en dat niet op onuitwisbare manier de naam en het adres van de bestemmeling vermeldt.

 

Artikel 2 - Tarief

De belasting wordt per verspreid exemplaar vastgesteld op 0,01 euro indien de totale oppervlakte niet groter is dan 1.250 cm². Indien de totale oppervlakte groter is dan 1.250 cm² dan bedraagt de belasting 0,02 euro per verspreid exemplaar. Het al dan niet volledig bedrukt zijn van een bladzijde geeft geen aanleiding tot een vermindering van de belasting.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de uitgever. Wanneer de uitgever niet gekend is, of indien hij in staat van onvermogen verkeert, wordt de belasting in afnemende volgorde gevestigd op de drukker, de verdeler of de genieter onder wiens naam, logo of embleem de reclame gevoerd wordt.

 

Artikel 4

De belasting is verschuldigd telkenmale er een gratis huis-aan-huis verspreiding van reclame-of andere drukwerken plaatsvindt. Een specimen van het drukwerk zal als basis dienen voor de berekening van de aanslag.

Het verschuldigde bedrag wordt bekomen door de vermenigvuldiging van het eenheidstarief met het aantal brievenbussen niet voorzien van een tekst die reclame weert (naar rato van het aantal brievenbussen zoals vastgesteld door B-post op 1 januari van het aanslagjaar). Voor de totaliteit van het verspreide reclamedrukwerk kan rekening gehouden worden met het aantal brievenbussen in één of meerdere gehuchten of in gans de gemeente. Wanneer in één brievenbus van een bepaald gehucht een drukwerk gevonden wordt, wordt het ganse gehucht geacht bedeeld te zijn.

 

Artikel 5 - Aangifteplicht

De belastingplichtige moet uiterlijk binnen de veertien dagen na de verspreiding aangifte doen bij het gemeentebestuur op info@houthalen-helchteren.be. De aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag en een specimen van het verspreide niet-geadresseerd drukwerk of het gelijkgestelde product.

 

Artikel 6 - Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige een aangetekende brief. Hierin staan de motieven van de ambtshalve vaststelling (de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting).

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van het belastingreglement met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

Artikel 7 - Belastingverhoging

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een verhoging die gelijk is aan het ontdoken bedrag, en in geval van herhaling binnen het jaar is ze gelijk aan het dubbele daarvan. Deze verhoging wordt ingekohierd.

 

Artikel 8

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de daartoe door het college aangestelde personeelsleden.

De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 9 - Vrijstellingen

Zijn vrijgesteld:

         Publiciteitsbladen uitgegeven door openbare diensten en onderwijsinstellingen

         Publiciteitsbladen van sociale, caritatieve, culturele en sportverenigingen waarbij geen commercieel voordeel beoogd wordt

         Verkiezingsdrukwerk en drukwerken van politieke partijen

 

Artikel 10 - Wijze van inning

Ter vereffening van de belasting wordt een factuur gezonden aan de belastingschuldigen. Deze dient betaald te worden binnen de 14 dagen.

 

Artikel 11

Wanneer de betaling niet in der minne kan geregeld worden, wordt deze ingevorderd door middel van een kohier. Het kohier wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 12 – Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 13 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op de masten en pylonen - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een belasting op masten en pylonen die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente bevinden.

 

Artikel 2 – Belastbaar feit en grondslag

Dit belastingreglement beschrijft de gemeentebelasting op masten en pylonen die zich op haar grondgebied bevinden in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg.

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

         Mast: een verticale structuur, ongeacht de hoogte, die geplaatst wordt op een dak of een andere bestaande constructie met een hoogte van minimaal 15 meter, verticale structuur inbegrepen.

         Pyloon: een individuele verticale constructie die opgericht wordt op niveau van het maaiveld met een hoogte van minimaal 15 meter.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de masten en pylonen.

 

Artikel 4 - Tarief

De belasting wordt vastgesteld op 2.500 euro per mast of pyloon. De belasting is ondeelbaar. Er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.

 

Artikel 5 - Vrijstellingen

Er is een vrijstelling van de belasting voor:

         Constructies voor de productie van energie op alternatieve wijze (windenergie of andere vormen van groene stroom).

         Masten en pylonen die dienstig zijn voor de verlichting van sport- en recreatievoorzieningen.

 

Artikel 6 - Aangifteplicht

De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde datum moet worden teruggestuurd.

Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben zijn niettemin verplicht voor 30 september van het aanslagjaar de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen.

 

Artikel 7 - Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige een aangetekende brief. Hierin staan de motieven van de ambtshalve vaststelling (de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting).

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van het belastingreglement met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

Artikel 8 - Belastingverhoging

Op de ambtshalve ingekohierde belasting overeenkomstig artikel 7 zal een belastingverhoging van 20% worden toegepast en afzonderlijk in het kohier en op het aanslagbiljet worden vermeld.

 

Artikel 9

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de daartoe door het college aangestelde personeelsleden.

De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 10 - Wijze van inning

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Het kohier wordt bezorgd aan de financieel directeur die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 11 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 12 - Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 13 – Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op het weghalen van sluikgestorte afvalstoffen - aanslagjaar  2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een gemeentebelasting op het weghalen, behandelen en sorteren van allerhande afvalstoffen, gestort of achtergelaten op plaatsen of op een wijze, verboden door of strijdig met wettelijke of reglementaire bepalingen, waarbij ondermeer begrepen is het politiereglement op de inzameling en de beheersing van huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen van 20 februari 1997.

 

Artikel 2 - Tarief

De belasting wordt vastgesteld op:

personeel: 25 euro per werkman per uur

materieel: 25 euro per uur voor het gebruik van een vrachtwagen (met zelflader,…) met een minimum van 75 euro per overtreding, ongeacht of personeel of materieel ingezet dienen te worden.

Bij gestorte hoeveelheden van meer dan 3 m³ wordt deze belasting verhoogd met de totale verwerkingskost van het afval.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de eigenaar van de afvalstoffen en door de persoon die gestort of verbrand heeft.

 

Artikel 4 - Wijze van inning

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van vrijwillige betaling zullen de verschuldigde sommen ingekohierd worden.

 

Artikel 5

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt bezorgd aan de financieel directeur die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 6 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting werd gevestigd.

 

Artikel 7 - Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Retributie op grafconcessies  - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een retributie op de grafconcessies.

 

Artikel 2 - Belastbaar feit

Onder concessie wordt verstaan:

        een concessie voor de begraving van een stoffelijk overschot van een overledene in volle grond.

        een concessie voor de begraving van een stoffelijk overschot van een overledene in een grafkelder.

        een concessie voor de begraving van een asurne.

        een concessie voor de bijzetting van een asurne in een nis van het columbarium.

 

Artikel 3

Een concessie wordt verleend voor het begraven of bijzetten van 2 personen.

 

Artikel 4

De duur van de concessie wordt bepaald op 50 jaar.

 

Artikel 5 - Tarief

Het tarief van een concessie op de gemeentelijke kerkhoven als volgt vast te stellen:

        Begraving in volle grond: 500 euro

        Begraving in grafkelder: 1000 euro

        Bijzetting urne in columbarium: 500 euro

De bijplaatsing van meer dan twee urnen in een concessie is mogelijk. De bijplaatsing vanaf de derde persoon bedraagt dan 250 euro per urne.

Een columbariumnis kan niet meer dan twee urnen bevatten.

 

Artikel 6

Eigen inwoners moeten verplicht kosteloos worden begraven (gewone begraving of begraving asurne), bijgezet in het columbarium of uitgestrooid.

Personen die overlijden in de gemeente moeten verplicht kosteloos worden begraven (gewone begraving of begraving asurne), bijgezet in het columbarium of uitgestrooid.

 

Artikel 7

Is eveneens kosteloos:

        de begraving, bijzetting of uitstrooiing van personen die elders woonachtig zijn doch die geboren zijn of gewoond hebben in de gemeente.

        de personen die wensen begraven te worden bij eventuele partner of naaste familieleden (t.e.m. 2e graad).

Voor alle anderen bedraagt het tarief 1000 euro (eventueel vermeerderd met het bedrag van een concessie).

 

Artikel 8 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op vertoningen, evenementen en vermakelijkheden - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een belasting op vertoningen, evenementen en vermakelijkheden op het volledige grondgebied van de gemeente Houthalen-Helchteren met een geconcentreerde publiekstoeloop van minimaal 10.000 deelnemers/toeschouwers per evenement.

 

Artikel 2 - Tarief

De belasting wordt vastgesteld als volgt:

0,20 euro per ticket

 

Wanneer het evenement of de manifestatie niet doorgaat, dient dit ten laatste drie kalenderdagen voor de geplande activiteit te worden doorgegeven aan het evenementenloket waar de aanvraag werd ingediend.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

De organisator van het evenement is de belastingplichtige.

 

Artikel 4 - Aangifteplicht

De belastingplichtige dient, overeenkomstig de bepalingen van de intergemeentelijke codex van politiereglementen en –verordeningen – deel B, 4 maanden voor het evenement toelating te vragen, en aangifte te doen bij het bestuur van het verwachte aantal deelnemers/toeschouwers.

Uiterlijk twee weken na ieder evenement dient de belastingplichtige het exacte aantal deelnemers/toeschouwers per dag aan het bestuur over te maken.

Het model van aangifteformulier zal door het college van burgemeester en schepenen worden vastgesteld.

Teneinde de nodige vaststellingen te kunnen doen, moet de belastingplichtige de ambtenaren, die door het college met het toezicht zijn belast en van een aanstellingsbewijs zijn voorzien, op hun evenement toelaten.

 

Artikel 5 - Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige een aangetekende brief. Hierin staan de motieven van de ambtshalve vaststelling (de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting).

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van het belastingreglement met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

Artikel 6 - Belastingverhoging

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met

         10 % bij een eerste overtreding,

         100 %, 200 % bij respectievelijk een tweede en derde overtreding, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt.

Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

 

Ingeval van weigering om een fiscale controle te laten uitvoeren of weigering om boeken of bescheiden voor te leggen : een bijkomende administratieve geldboete van 100,00 euro op te leggen.

 

Artikel 7

De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de daartoe door het college aangestelde personeelsleden.

De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 8 - Wijze van inning

De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Het kohier wordt bezorgd aan de financieel directeur die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Op het aanslagbiljet staat:

         de verzendingsdatum

         de uiterste betalingsdatum

         de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend

         de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen

         de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift

         de gegevens vermeld in het kohier

         een beknopte samenvatting van het belastingreglement

 

Artikel 9 - Bezwaarprocedure

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het gemotiveerd bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, per brief naar het college van burgemeester en schepenen of per mail naar info@houthalen-helchteren.be worden gericht.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bevestigt schriftelijk ontvangst (per brief of per mail) binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of indiening van het bezwaarschrift.

Tegen de administratieve beslissing kan beroep ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd.

 

Artikel 10 - Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 11 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Reglement op verwaarloosde gebouwen en woningen en gemeentelijke belasting op verwaarloosde gebouwen en woningen in Houthalen-Helchteren aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Het reglement op de inventarisatie van verwaarloosde gebouwen en woningen en de gemeentelijke belasting op verwaarlozing van gebouwen en woningen

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALING

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

Administratieve akte: de genummerde akte die bestaat uit een fotodossier en een beschrijvend verslag met vermelding van de elementen die de verwaarlozing staven.

Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

         een aangetekend schrijven;

         een afgifte tegen ontvangstbewijs.

         een elektronische aangetekende zending.

Bezwaarinstantie: het college van Burgemeester en Schepenen;

Gebouw: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 2° van het Heffingsdecreet;

Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris, sinds 1 januari 2017 vermeld in artikel 26 van het Heffingsdecreet;

Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen: het register vermeld in artikel 3, §1 van dit reglement;

Heffingsdecreet: het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;

Registerbeheerder: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. De registerbeheerder kan hiervoor worden bijgestaan door medewerkers van het intergemeentelijk samenwerkingsverband, na aanstelling door het college van burgemeester en schepenen;

Registratiedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 4 van dit reglement in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen is opgenomen;

10°Verjaardag: het ogenblik van verstrijken van elke periode van twaalf maanden vanaf de registratiedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen geschrapt is;

11°Woning: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 5° van het Heffingsdecreet;

12°Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

         de volle eigendom;

         het recht van opstal of van erfpacht;

         het vruchtgebruik.

13°Renovatienota: een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota waarin minstens de volgende elementen zijn opgenomen:

         Overzicht van de voorgenomen werken

         Een gedetailleerd tijdsschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 24 maanden de woning bewoonbaar wordt gemaakt of een gebouw gerenoveerd wordt zodat het gebruikt kan worden volgens de bestemming zoals het stedenbouwkundig vergund  is of stedenbouwkundig vergund geacht is,

         Bestekken en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken die maximaal 1 jaar oud zijn

         Fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen

         Indien van toepassing: het akkoord van alle mede-eigenaars

 

 

HOOFDSTUK 2. REGISTRATIE VAN VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN

Artikel 2. Vaststelling van de verwaarlozing

De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden of de door het college van burgemeester en schepenen aangestelde medewerkers van het intergemeentelijk samenwerkingsverband, stellen de verwaarlozing van een woning of een gebouw vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Daarbij geldt een gebrek van categorie I voor één punt, van categorie II voor drie punten, en van categorie III voor negen punten. Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 9 punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd.

 

Artikel 3. Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen

De gemeente houdt een gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen bij.

In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:

1)      het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

2)      de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

3)      de identiteit en het adres van alle zakelijk gerechtigden;

4)      het nummer en de datum van de administratieve akte;

5)      de toestand van verwaarlozing van de woning of het gebouw, inclusief het technisch verslag;

6)      de eventuele ligging binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

7)      de eventuele voorbereiding van een onteigeningsplan waarbinnen het verwaarloosd gebouw zich situeert.

 

Artikel 4. Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. De registerbeheerder neemt een woning of een gebouw, waarvan is vastgesteld dat het verwaarloosd is, op in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn vermeld in artikel 6, §1, tweede lid, 4° of, wanneer een ontvankelijk bezwaar is ingediend, de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is.

§2. Een woning of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Artikel 5. Kennisgeving van de voorgenomen registratie

Alle zakelijk gerechtigden, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van het voornemen om de woning of het gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Deze kennisgeving bevat:

         de genummerde administratieve akte;

         het technisch verslag;

         informatie over de gevolgen van de registratie, inclusief verwijzing naar dit reglement;

         informatie over de bezwaarprocedure tegen de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

         informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is een woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan vindt de betekening plaats aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.

 

Artikel 6. Bezwaar tegen de voorgenomen registratie

§1. Tegen het voornemen, om een woning of een gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, vermeld in artikel 5, kan de zakelijk gerechtigde bezwaar indienen bij de bezwaarinstantie.

Op straffe van nietigheid moet het bezwaarschrift:

         ondertekend en gemotiveerd zijn;

         met een beveiligde zending worden ingediend;

         minimaal de volgende gegevens bevatten:

          de identiteit en het adres van de indiener;

          de vermelding van het nummer van de administratieve akte;

          de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;

         worden betekend binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 5.

§2. Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend bezwaarschrift ingediend worden, waarbij het eerdere bezwaarschrift als ingetrokken wordt beschouwd.

§3. Een laattijdig ingediend bezwaar tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 7.

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het bezwaarschrift.

§4. De vaststelling van de verwaarlozing kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

§5. Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§6. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaarschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

§7. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van orde van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bezwaarschrift.

§8. Wordt het bezwaar ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Artikel 7. Schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. De registerbeheerder schrapt een woning of een gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 2, 9 punten of meer zouden opleveren. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de registerbeheerder.

Op straffe van nietigheid moet dit verzoek:

         ondertekend en gemotiveerd zijn;

         met een beveiligde zending worden ingediend;

         minimaal de volgende gegevens bevatten:

          de identiteit en het adres van de indiener;

          de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft.

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

§3 Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§4. De registerbeheerder stuurt aan de indiener van het verzoek tot schrapping een ontvangstbevestiging.

§5. De registerbeheerder onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

§6. De registerbeheerder doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.

§7. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Artikel 8. Beroep tegen weigering tot schrapping

§1. Tegen de beslissing tot weigering van de schrapping van een woning of gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij de bezwaarinstantie.

Op straffe van nietigheid moet dit beroep:

         ondertekend en gemotiveerd zijn;

         met een beveiligde zending worden ingediend;

         minimaal de volgende gegevens bevatten:

          de identiteit en het adres van de indiener;

          de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft;

          de weigeringsbeslissing;

         worden betekend binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag na de betekening van de weigeringsbeslissing.

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

§3. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§4. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepen. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

§5. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van beroepschrift.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

§6. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

HOOFDSTUK 3. BELASTING OP VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN

Artikel 9. Belastingstermijn en belastbare grondslag

§1. Er wordt voor de jaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

 

Artikel 10. Belastingplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum.

§2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen  in het gemeentelijk register verwaarloosde woningen en gebouwen.

De overdrager van het zakelijk recht stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde.

 

Artikel 11. Tarief van de belasting

§1. De belasting bedraagt:

Op de eerste verjaardag van de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen:

         1.100 euro voor een woning;

         1.100 euro voor een gebouw.

Op de tweede verjaardag van de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen

         1.375 euro voor een gebouw;

         1.375 euro voor een woning.

Op de derde verjaardag van de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen:

         1.650 euro voor een gebouw;

         1.650 euro voor een woning.

Op de vierde verjaardag van de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen:

         1.925 euro voor een gebouw;

         1.925 euro voor een woning.

Op de vijfde en alle volgende verjaardagen van opname in het gemeentelijke register van verwaarloosde woningen en gebouwen:

         2.200 euro voor een gebouw;

         2.200 euro voor een woning.

De belasting is ondeelbaar verschuldigd per opnamejaar.

 

Artikel 12. Vrijstellingen

§1. Een vrijstelling van belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij de bewaarinstantie. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen. Op straffe van nietigheid moet de aanvraag tot vrijstelling

         ondertekend en gemotiveerd zijn;

         met een beveiligde zending worden ingediend;

         minimaal de volgende gegevens bevatten:

          de identiteit en het adres van de indiener;

          de vermelding van het nummer van de administratieve akte;

          de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

§2. Van de belasting op verwaarlozing zijn vrijgesteld:

         De belastingplichtige die de verwaarloosde woning volledig en uitsluitend gebruikt als zijn hoofdverblijfplaats en als die niet over een andere woning beschikt.. Deze vrijstelling van 2 jaar wordt enkel toegekend bij opname in de inventaris en gaat in vanaf de registratiedatum;

         de belastingplichtige die mede-eigenaar of volle eigenaar is van de woning of het gebouw waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Deze vrijstelling van maximaal 2 jaar gaat in vanaf de registratiedatum wanneer de beslissing over de handelingsbekwaamheid van de belastingplichtige plaatsvond vóór de inventarisatie of vanaf de datum van de beslissing over de handelingsbekwaamheid van de belastingplichtige. Een afschrift van de gerechtelijke beslissing moet worden voorgelegd;

         de belastingplichtige die sinds minder dan een jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht;

         Indien de belastingplichtige 5 of meer woningen en/of gebouwen bezit die hij of zij tegelijk wil slopen, verbouwen of renoveren om economische efficiëntieredenen, voor zover er een planning kan voorgelegd worden en er jaarlijks over wordt gerapporteerd op het gemeentelijk woonoverleg. Indien hij geen deel uitmaakt van het woonoverleg, wordt hij voor dit punt jaarlijks uitgenodigd. Het woonoverleg formuleert een advies voor het college van burgemeester en schepenen over de vrijstelling voor het betreffende belastingjaar. De geïnventariseerde woning of het geïnventariseerde gebouw maakt deel uit van deze sloop-, verbouw- of renovatieplannen. Deze vrijstelling moet jaarlijks verlengd worden.

§3. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning

         gerenoveerd wordt. Er kunnen twee gevallen van renovatie onderscheiden worden:

          wanneer het gaat over handelingen die een stedenbouwkundige vergunning vragen: er kan een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning worden voorgelegd, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning én dat deze vrijstelling maar één keer aan dezelfde houder van het zakelijk recht kan worden toegekend;

          wanneer het gaat over handelingen die geen stedenbouwkundige vergunning vragen: er kan een renovatienota worden voorgelegd met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van twee jaar volgend op de goedkeuring van de renovatienota door de administratie en dat deze vrijstelling maar één keer aan dezelfde houder van het zakelijk recht kan worden toegekend;

         het gebouw of de woning gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan. De periode van vrijstelling duurt tot twee jaar nadat het onteigeningsplan eventueel ongedaan gemaakt wordt of de onteigening effectief wordt;

         het gebouw of de woning geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. De periode van vrijstelling duurt tot twee jaar nadat het onteigeningsplan eventueel ongedaan gemaakt wordt of de onteigening effectief wordt;

         het gebouw of de woning geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. De periode van vrijstelling duurt tot twee jaar nadat het onteigeningsplan eventueel ongedaan gemaakt wordt of de onteigening effectief wordt;

         het gebouw of de woning vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

         het gebouw of de woning onmogelijk effectief gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure of omwille van een andere soortgelijke procedure, vb. bij de afhandeling van een verzekeringsonderzoek of geschil.

De vrijstelling gaat in

          vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot twee jaar na het einde van de onmogelijkheid indien de zaak start na registratie in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

          twee jaar vanaf de registratiedatum indien de procedure gestart is voor de registratie.

De nodige bewijsstukken van de gerechtelijke procedure moeten hierbij voorgelegd worden en de belastingplichtige moet spontaan de administratie op de hoogte houden over het verloop van de procedure. Gerechtelijke procedures in het kader van huurgeschillen of geschillen waarvoor de bevoegde rechtbank geen verzegeling van de woning en/of gebouw heeft uitgesproken, geven geen aanleiding tot het verlenen van een vrijstelling van de belasting;

         Indien de houder van het zakelijk recht kan aantonen dat de verwaarlozing kadert in een beleidsmatig strategisch project. De bezwaarinstantie beoordeelt de argumenten van de zakelijke gerechtigde en zal bij toekenning van de vrijstelling de termijn van vrijstelling bepalen. 

         Wanneer de verwaarlozing het gevolg is van overmacht, d.w.z. te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de verwaarlozing.

§5. Een vrijstelling van belasting wordt verleend indien de woning of het gebouw ook is opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen en dit gebouw of deze woning in het zelfde kalenderjaar belastingplichtig is voor een heffing op leegstand. Deze vrijstelling van de heffing op verwaarlozing wordt jaarlijks opnieuw geëvalueerd door de registerbeheerder en wordt ambtshalve toegekend. 

§6. De bezwaarinstantie onderzoekt de aanvraag naar vrijstelling van heffing. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

§7. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het verzoek tot vrijstelling en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van de aanvraag. Indien de aanvraag wordt ingewilligd, wordt de startdatum en de eventuele einddatum vermeld in dit schrijven.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt de aanvraag tot vrijstelling geacht te zijn ingewilligd.

 

Artikel 13. Beroep tegen weigering van vrijstelling

§1.Tegen de beslissing tot weigering van de vrijstelling van heffing kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij de bezwaarinstantie.

Op straffe van nietigheid moet dit beroep:

         ondertekend en gemotiveerd zijn;

         met een beveiligde zending worden ingediend;

         minimaal de volgende gegevens bevatten:

          de identiteit en het adres van de indiener;

          de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft;

          de weigeringsbeslissing;

         worden betekend binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag na de betekening van de weigeringsbeslissing.

§2. De argumenten tegen de beslissingen kunnen aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

§3 Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§4. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van het beroep een ontvangstbevestiging.

§5. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepen. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

§6. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van beroepschrift.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

§7. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de aard en de duur van de vrijstelling vastgelegd.

 

Artikel 14. Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 15. Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 16. Bezwaar

§1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij de bezwaarinstantie.

§2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 17. Toepasselijke regelgeving

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 18. Kennisgeving toezicht

Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Gemeentebelasting op de inname van het openbaar domein bij bouw- of andere werken aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een jaarlijkse belasting op de ingenomen oppervlakte van het openbaar domein bij bouw- en of andere werken.

 

Artikel 2

Onder het innemen van het openbaar domein bij bouw- of andere werken wordt verstaan:

         Het plaatsen of laten plaatsen van materiaal, materieel, evenals voertuigen (die in werkende toestand breder zijn dan 3 meter en die niet geparkeerd worden conform de verkeerswetgeving) nodig voor de uitvoering van geplande werken.

         Het afsluiten of laten afsluiten van een deel van het openbaar domein bij bouw- of andere werken.

         Openbaar domein: percelen, ongeacht de eigendom, ingericht als openbaar domein.

 

Artikel 3 - Tarief

a)Voor de inname van het openbaar domein zoals omschreven in artikel 2

         Voor innames van maximaal 14 dagen

          Gratis indien de inname maximaal 1 dag duurt

          0,10 euro per m² per dag indien de inname maximaal 14 dagen duurt

         Voor innames die langer dan 14 dagen duren

          0,15 euro per m² per dag voor de eerste drie maanden

          0,20 euro per m² per dag voor de volgende drie maanden

          0,30 euro per m² per dag vanaf de zevende maand

 

De belasting wordt berekend op de ingenomen oppervlakte van het openbaar domein. Voor het berekenen van deze oppervlakte wordt elk deel van een vierkante meter voor één eenheid gerekend.

 

b)Voor het afsluiten van een straat

Indien voor de inname van het openbaar domein het afsluiten van de volledige rijbaan noodzakelijk is, wordt een aanvullende belasting vastgesteld van:

         250,00 euro per dag per straat

         125,00 euro per halve dag (max. 4 uren) per straat

 

Op het eerste verzoek van het gemeentebestuur moet, binnen de 24 uren, de ingenomen oppervlakte of de volledige rijbaan worden vrijgemaakt, zoniet zullen deze werken uitgevoerd worden door of in opdracht van het gemeentebestuur en worden de kosten verhaald op de aanvrager, en indien deze niet bekend is op de bouwheer.

 

Bij het niet, op voorhand, aanvragen van de inname worden de bovenstaande bedragen verdubbeld.

 

Artikel 4 - Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de vergunning voor de inname van het openbaar domein.

 

Artikel 5

Voor de ingebruikname van het openbaar domein voor meer dan 14 dagen, dient er een waarborg betaald te worden aan het gemeentebestuur van Houthalen-Helchteren gelijk aan 25,00 euro/m² ingenomen openbaar domein met een minimum van 500,00 euro.

 

Artikel 6

Het gemeentebestuur verbindt zich ertoe om de waarborg terug te storten nadat de vergunninghouder het bewijs levert van correcte ingebruikname van het openbaar domein. Dit bewijs wordt geleverd in de vorm van een attest opgesteld door het team patrimonium/omgevingsvergunningen.

 

Artikel 7 - Vrijstellingen

Van de belasting zijn vrijgesteld, de inname van het openbaar domein bij:

         Het oprichten of verbouwen van woongelegenheden door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of door haar gewestelijke en/of plaatselijke bouwmaatschappijen.

         Werken die uitgevoerd worden door of in opdracht van openbare besturen, en daarmee gelijkgestelde instellingen, alsook de instellingen van openbaar nut.

         De restauratie van als monument geklasseerde gebouwen, van gebouwen gelegen in een beschermde zone en van niet-geklasseerde historische panden, als dusdanig door het college van burgemeester en schepenen erkend.

         De tijdelijke inrichting van speelstraten, de organisatie van straatfeesten.

 

Artikel 8 - Wijze van inning

De belasting is betaalbaar binnen de acht dagen na toezending van de factuur. Bij gebrek aan betaling wordt het verschuldigde bedrag ingekohierd.

 

Artikel 9 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Opcentiemen onroerende voorheffing - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren 929 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing.

 

Artikel 2

Deze opcentiemen zullen geïnd worden samen met de onroerende voorheffing van het Gewest.

De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst

 

Artikel 3 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting - aanslagjaar 2020 tot en met 2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 heft de gemeente Houthalen-Helchteren een aanvullende belasting ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van dat aanslagjaar.

 

Artikel 2 - Tarief

De belasting wordt vastgesteld op 8 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Die belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar (dus bvb voor aanslagjaar 2020 is dit op basis van het inkomen van 2019).

 

Artikel 3

De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het Bestuur van de directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

 

Artikel 4 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Retributiereglement  op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein

 

Besluit:

Artikel 1 - Duurtijd

Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2020 voor een termijn eindigend op 31 december 2022.

 

Artikel 2 - Algemeen

Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

 

Permanente nutsvoorzieningen zijn :

•alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,

•telecommunicatie,

•radiodistributie en kabeltelevisie,

•de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,

•alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

 

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

 

Artikel 3 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2,14 euro, voor werken in voetpaden 1,64 euro en voor werken in aardewegen 0,99 euro. 

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

 

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.

 

Artikel 4 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de stad/gemeente aanwezig aansluitingspunt.

 

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

 

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van degemeente.

 

Artikel 5 -Inning

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.

 

Artikel 6 -Definitief karakter

Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.

Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Raamovereenkomst ICT-apparatuur en standaardsoftware (Cipal Schaubroeck) - toetreding tot raamovereenkomst - Goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

De gemeente Houthalen-Helchteren doet een beroep op de opdrachtencentrale van Cipal dv voor de aankoop van ICT-infrastructuur enerzijds en standaardsoftware anderzijds via de aangeboden raamovereenkomsten waarbij de gemeente niet verplicht is om van deze raamovereenkomsten af te nemen.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Raamovereenkomst postverwerking via aankoopcentrale (2020-2023) - toetreding raamovereenkomst postdiensten - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

De raming voor de opdracht “Raamovereenkomst postverwerking via aankoopcentrale (2020-2023)”, wordt goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 212.000,00 excl. btw of € 256.520,00 incl. 21% btw.

 

Artikel 2

De overeenkomst met bpost, Muntcentrum te 1000 Brussel wordt goedgekeurd.

 

Artikel 3

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek ‘Raamovereenkomst voor de postverwerking via een aankoopcentrale tot 31/12/2023 met Europese bekendmaking.”, opgesteld door de stad Brugge.

 

Artikel 4

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het meerjarenplan 2020-2025.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Aanmeldingsprocedure voor het gemeentelijk basisonderwijs van Houthalen-Helchteren in samenwerking met het Lokaal Overlegplatform Gelijke Onderwijskansen Basisonderwijs - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

Het schoolbestuur stelt voor zijn scholen:

         instellingsnummer 14076 Gemeentelijke basisschool 't Centrum (Guldensporenlaan 13, 3530 Houthalen-Helchteren)

         instellingsnummer 14084 Gemeentelijke lagere school De Griffel (Hortensiastraat 3, 3530 Houthalen-Helchteren)

         instellingsnummer 14092 Gemeentelijke kleuterschool De Kleine Kunstenaar (Edeleweisstraat 4, 3530 Houthalen-Helchteren)

         instellingsnummer 14101 Gemeentelijke lagere school De Lakerberg (Kerkhofstraat 88, 3530 Houthalen-Helchteren)

een digitale aanmeldingsprocedure in voor inschrijvingen voor het schooljaar 2020-2021.

 

Artikel 2

Het schoolbestuur kiest voor de verlenging van het dossier dat eerder door de Commissie inzake Leerlingenrechten voor verschillende schooljaren werd goedgekeurd. Het dossier is toegevoegd in bijlage, samen met de aangepaste tijdlijn.

 

Artikel 3

Het schoolbestuur kiest om deel te nemen aan een gezamenlijke aanmeldingsprocedure met volgende participanten:

         Basisschool Arkades (Huidevetterstraat 5, 3530 Houthalen-Helchteren)

         Basisschool GO! Euroschool De Mozaiëk (Huidevetterstraat 3, 3530 Houthalen-Helchteren)

         Basisschool GO! Park van Genk (Weg naar Zwartberg 147, 3530 Houthalen-Helchteren)

         Basisschool Lucernacollege (Huidevettersstraat 5, 3530 Houthalen-Helchteren)

         Gemeentelijke basisschool 't Centrum (Guldensporenlaan 13, 3530 Houthalen-Helchteren)

         Gemeentelijke lagere school De Griffel (Hortensiastraat 3, 3530 Houthalen-Helchteren)

         Gemeentelijke kleuterschool De Kleine Kunstenaar (Edeleweisstraat 4 (hoofdschool) + Pelikaanstraat 11a (wijkschool), 3530 Houthalen-Helchteren)

         Gemeentelijke lagere school De Lakerberg (Kerkhofstraat 88, 3530 Houthalen-Helchteren)

         Vrije basisschool De Biekorf (Maastrichtsestraat 12 (hoofdschool) + Sonnisstraat 137, 3530 Houthalen-Helchteren)

         Vrije kleuterschool De Kleine Reus (Kerkhofstraat 88, 3530 Houthalen-Helchteren)

         Vrije basisschool De Schakel (Lyceumstraat 1 (kleuter) + Kleuterweg 15 (lager), 3530 Houthalen-Helchteren)

         Vrije kleuterschool Klim-Op (Muveld 25, 3530 Houthalen-Helchteren)

         Vrije basisschool Lillo's Klavertje (Meester Surinxstraat 16, 3530 Houthalen-Helchteren)

         Vrije basisschool Meulenberg (Saviostraat 37, 3530 Houthalen-Helchteren).

 

Artikel 4

Het schoolbestuur bepaalt de capaciteiten als volgt:

         instellingsnummer 14076 Gemeentelijke basisschool 't Centrum (Guldensporenlaan 13, 3530 Houthalen-Helchteren)

          geboortejaar 201836 kleuters

          geboortejaar 201736 kleuters

          geboortejaar 201639 kleuters (rekening gehouden ingeschreven kleuters 2016)

          geboortejaar 2015   36 kleuters

          totaal kleuterschool147 kleuters

          1ste leerjaar42 leerlingen (rekening gehouden ingeschreven leerlingen)

          2de leerjaar36 leerlingen

          3de leerjaar36 leerlingen

          4de leerjaar36 leerlingen

          5de leerjaar36 leerlingen

          6de leerjaar       36 leerlingen

          totaal lagere school 222 leerlingen

         instellingsnummer 14084 Gemeentelijke lagere school De Griffel (Hortensiastraat 3, 3530 Houthalen-Helchteren)

          1ste leerjaar88 leerlingen

          2de leerjaar88 leerlingen

          3de leerjaar88 leerlingen

          4de leerjaar100 leerlingen (rekening houdend ingeschreven leerlingen)

          5de leerjaar88 leerlingen

          6de leerjaar       88 leerlingen

          totaal school540 leerlingen

         instellingsnummer 14092 Gemeentelijke kleuterschool De Kleine Kunstenaar (Edeleweisstraat 4, 3530 Houthalen-Helchteren)

Hoofdschool (Edelweisstraat 4)

          geboortejaar 201866 kleuters

          geboortejaar 201766 kleuters

          geboortejaar 201666 kleuters

          geboortejaar 2015   66 kleuters

          totaal school264 kleuters

Wijkschool (Pelikaanstraat 11a)

          geboortejaar 201818 kleuters

          geboortejaar 201718 kleuters

          geboortejaar 201618 kleuters

          geboortejaar 2015   18 kleuters

          totaal school72 kleuters

         instellingsnummer 14101 Gemeentelijke lagere school De Lakerberg (Kerkhofstraat 88, 3530 Houthalen-Helchteren)

          1ste leerjaar50 leerlingen

          2de leerjaar50 leerlingen

          3de leerjaar50 leerlingen

          4de leerjaar50 leerlingen

          5de leerjaar50 leerlingen

          6de leerjaar       50 leerlingen

          totaal school300 leerlingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Tarief- en huishoudelijk reglement van het project 'Opboksen' - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

Het tarief- en huishoudelijk reglement 'Opboksen' goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Tariefreglement team maatschappelijke participatie 2020-2025 - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

Het tariefreglement 2020-2025 voor het team maatschappelijke participatie goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Reglement: beperking van de geldigheidsduur van conformiteitsattesten - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

Akkoord te gaan met volgend reglement :

 

1. Definities

 

Conformiteitsattest: het attest zoals vastgelegd in artikel 7 van het Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15/07/1997 en waaruit blijkt dat de woning conform is met de vereisten en normen zoals vastgelegd in artikel 5 van hetzelfde decreet, en dat niet vervallen is met toepassing van artikel 10 van het Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15/07/1997.

 

Technisch verslag volgens BVR 12/07/2013:

het verslag zoals vastgelegd in artikel 1, 17° van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen van 12/07/2013: het verslag dat in het kader van een conformiteitsonderzoek door een bevoegd persoon is opgesteld aan de hand van de bij dit besluit vastgelegde modellen.

 

Technisch verslag volgens BVR 24/05/2019:

het verslag zoals vastgelegd in artikel 1, 18° van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de woonkwaliteitsbewaking van 24/05/2019 en dat in werking treedt op 1/1/2021: het verslag dat in het kader van een conformiteitsonderzoek door een woningcontroleur is opgesteld aan de hand van de modellen die opgenomen zijn in bijlage 1 tot en met 3, die bij dit besluit zijn gevoegd.

 

2. Toepassingsgebied

Dit reglement is van toepassing op alle conformiteitsattesten die afgeleverd worden vanaf de inwerkingtreding van dit reglement, ongeacht de instantie die dit conformiteitsattest aflevert.

 

3. Geldigheidsduur

De geldigheidsduur van het conformiteitsattest wordt vastgelegd op:

-5 jaar:

o bij gebruik van het technisch verslag volgens BVR 12/07/2013:

indien er gebreken vastgesteld worden in de woning waardoor de eindbeoordeling van de woning in het technisch verslag 4 punten of meer bedraagt;

o bij gebruik van het technisch verslag volgens BVR 24/05/2019:

indien er in het technisch verslag in de categorie I “klein gebrek” 3 of meer kleine gebreken worden vastgesteld;

-10 jaar voor alle andere woningen.

 

4. Inwerkingtreding

Deze verordening gaat in na goedkeuring door de gemeenteraad en ten vroegste vanaf 1/1/2020.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Exploitatievoorwaarden individueel bezoldigd personenvervoer - goedkeuring.

 

Besluit:

Titel 1.  Algemene bepalingen

 

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

1)      bestelde rit: een rit die minstens vijftien minuten voor het oppikken van de klant besteld is;

2)      beveiligde zending: aangetekende brief, een afgifte tegen ontvangstbewijs of een elektronische aangetekende zending;

3)      bevoegde personeelsleden en agenten: de personen die toezicht houden op de naleving van het decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, vermeld in artikel 34§1 van het decreet van 29 maart 2019;

4)      collectieve rit: een rit die wordt uitgevoerd met een voertuig voor individueel bezoldigd personenvervoer waarbij de terbeschikkingstelling van het voertuig betrekking heeft op elk van de plaatsen van het voertuig en niet op het voertuig zelf;

5)      decreet van 29 maart 2019: het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer;

6)      departement: het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, vermeld in artikel 28, §1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

7)      ecoscore : globale score voor een voertuig om de milieuschade weer te geven die de uitstoot in de lucht veroorzaakt voor de verschillende componenten van de natuurlijke en menselijke omgeving, evenals voor het broeikaseffect en de geluidsoverlast;

8)      gemeente: de gemeente waar de vergunning is uitgereikt conform artikel 6, §2, van het decreet van 29 maart 2019, of de gemeente waar de bestuurderspas is uitgereikt conform artikel 18, §1, van het voormelde decreet;

9)      klant: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de vervoersovereenkomst sluit, al dan niet gelijk aan de vervoerde persoon;

10)  minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer;

11)  schriftelijk: elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens meegedeeld. Dat geheel kan met elektronische middelen overgebrachte en opgeslagen informatie bevatten;

12)  voertuig: elk twee-, drie- of vierwielig motorvoertuig dat naar constructie en uitrusting geschikt is voor het vervoer van ten hoogste negen personen, de bestuurder inbegrepen, met uitzondering van de voertuigen die gebruikmaken van een hulpmotor, waarvan het vermogen niet hoger is dan 0,3 kW;

13)  werkdagen: van maandag tot vrijdag, met uitzondering van wettelijke feestdagen;

14)  zero-emissievoertuig: een elektrisch voertuig met een batterij of een voertuig dat uitsluitend aangedreven wordt door een elektrische motor die gevoed wordt door een brandstofcel.

 

Artikel 2

De vervoersonkosten, vermeld in artikel 2,4°, van het decreet van 29 maart 2019 worden vastgesteld op:

         0,75 euro per beladen kilometer voor voertuigen die worden ingeschakeld als straattaxi of standplaatstaxi;

         30 euro per uur voor voertuigen die worden ingeschakeld voor ceremonieel vervoer. 

De bedragen, vermeld in het eerste lid, zijn gekoppeld aan de index van consumptieprijzen van de maand van de inwerkingtreding van dit besluit.

Ze worden automatisch aangepast op 1 januari van elk jaar afhankelijk van de evolutie van de index van consumptieprijzen van de maand november van het voorgaande jaar.

 


Titel 2. Diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer

Hoofdstuk 1.  Vergunning

 

Afdeling 1.  Aanvraag

 

Artikel 3:

Niemand mag, zonder vergunning, een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer exploiteren.  De vergunning wordt aangevraagd bij het College van Burgemeester en Schepenen.

Het model van het formulier om een vergunning aan te vragen voor de exploitatie van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer en om een vergunning aan te vragen voor een reservevoertuig is opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Het formulier, wordt ook gebruikt om de volgende aanvragen in te dienen:

         een aanvraag om het aantal voertuigen waarop een vergunning betrekking heeft, te verhogen of te verminderen;

         een aanvraag om het aantal reservevoertuigen voor een bestaande exploitatie te verhogen of te verminderen; 

         een aanvraag om een voertuig te vervangen.

De gemeente bevestigt de ontvangst van het formulier en kan, in voorkomend geval, binnen twintig dagen na de ontvangst de ontbrekende bewijsstukken opeisen en vragen om de onvolledige vermeldingen op dat formulier of de bijlagen aan te vullen.

 

Artikel 4:

§1. De vergunning, vermeld in artikel 3,  wordt bij het bevoegde college aangevraagd.

De vergunning wordt uitgereikt binnen vijfenveertig dagen vanaf de dag waarop de aanvraag volledig is. Als het bevoegde college gedurende de voormelde termijn niet zetelt, wordt de termijn verlengd tot maximum zestig dagen. De weigeringsbeslissingen worden aan de aanvrager betekend.

 

§2. Het model van de vergunning voor de exploitatie van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer is opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

 

In de vergunning wordt er aan elk voertuig een identificatiecode toegekend. Elke identificatiecode kan maar een keer worden toegewezen. De vergunning geeft een opsomming van de gegeven identificatiecodes.

 

§3 De vergunning is persoonlijk en onverdraagbaar.  De vergunning is 5 jaar geldig.

 

Artikel 5:

Ieder voertuig krijgt twee vergunningskaarten voor individueel bezoldigd personenvervoer. Het model van de vergunningskaart is opgenomen in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd. De vergunningskaart vermeldt de gegevens van de vergunning en de gegevens van het voertuig.

De vergunningskaarten worden pas uitgereikt als het dossier ontvankelijk is verklaard door team ondernemen en na de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.  De voorwaarden voor het verkrijgen van een vergunning worden opgesomd in afdeling 2.

 

Artikel 6:

§ 1. De natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van de vergunning betaalt voor de vergunning een jaarlijkse gemeenteretributie, overeenkomstig artikel 8, §1, van het decreet van 29 maart 2019.

Het basisbedrag, vermeld in artikel 8, §2, van het voormelde decreet, bedraagt: 

         tot 1 januari 2030: 250 euro voor zero-emissievoertuigen;

         tot 1 januari 2025: 250 euro voor voertuigen met een ecoscore van minstens 74 voor voertuigen met vijf zitplaatsen, van minstens 71 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen en van minstens 61 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen die voldoen aan de definitie van een minibus, vermeld in artikel 1, §2, 48, van het voormelde koninklijk besluit;

         350 euro voor alle andere voertuigen.


 

§ 2. De retributie is verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning wordt afgegeven.  De vergunninghouder is de eerste jaarlijkse retributie verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de vergunning en nadien telkens op 1 januari van het kalenderjaar. De vergunninghouder ontvangt hiervoor een factuur die binnen een termijn van 14 dagen betaald moet worden.

 

Artikel 7:

Met een beveiligde zending brengt de exploitant de administratieve diensten van de gemeente op de hoogte van de volgende elementen:

         een wijziging van het adres van de woonplaats, rechtsvorm, exploitatiezetel of maatschappelijke zetel: binnen tien dagen na de dag van de wijziging;

         een kopie van uw identiteitskaart

         de statuten van de firma

         een bewijs van goed zedelijk gedrag van de exploitant, dat hoogstens drie maanden oud is

         een bewijs van de basiskennis van het bedrijfsbeheer, afgeleverd door het ondernemingsloket

         een document waaruit blijkt dat de exploitant in orde is met de sociale lasten (zelfstandige en/of RSZ)

         een attest waaruit blijkt dat de exploitant in orde is met de fiscale lasten

         een lijst met de gewenste commerciële kortingen

         bewijsstukken die aantonen dat de exploitant over de voertuigen mag beschikken (aankoopfacturen, bewijs van leasing-, of bewijs van lening op afbetaling);

         kopieën van het verzekeringsbewijs (groene kaart), de verzekeringspolis, de technische keuring, het eenvormigheidsattest, het inschrijvingsbewijs (roze kaart);

 

Elke exploitant bezorgt de administratieve diensten van de gemeente jaarlijks, binnen drie maanden na de verjaardag van de uitreiking van zijn vergunning, uit eigen beweging en met een beveiligde zending, een uittreksel uit het strafregister als vermeld in artikel 596, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, van minder dan drie maanden oud, waarin vermeld staat dat hij nog altijd voldoet aan de voorwaarden over de zedelijkheid, vermeld in artikel 10, §1, van dit besluit. Als de exploitatie gebeurt door een rechtspersoon, wordt er een uittreksel bezorgd van de zaakvoerders of de bestuurders die belast zijn met het dagelijks beheer en een uittreksel uit het centraal strafregister op naam van de rechtspersoon.

 

Artikel 8:

Tijdens een rit die op het grondgebied van het Vlaamse Gewest wordt uitgevoerd door een taxidienst of een dienst voor het verhuren van een voertuig met een bestuurder die in een ander gewest is vergund, mogen geen personen instappen op het grondgebied van het Vlaamse Gewest, tenzij de rit besteld is.

 

Afdeling 2: Voorwaarden

Artikel 9:

§1. Een kandidaat mag het beroep van exploitant van diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer uitoefenen, als hij voldoet aan de voorwaarden over de zedelijkheid, de beroepsbekwaamheid en de solvabiliteit, vermeld in artikel 10 tot en met 12. 

 

§2. De documenten die gelden als stukken om de zedelijkheid, de beroepsbekwaamheid en de solvabiliteit te bewijzen, worden bij de vergunningsaanvraag gevoegd.  De lijst met de documenten, vermeld in het eerste lid, is opgenomen in het model van het formulier dat als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.

 

Artikel 10:

§1. Een exploitant bewijst dat hij van goed zedelijk gedrag is als hij in België of het buitenland geen van de volgende in kracht van gewijsde gegane veroordelingen heeft opgelopen:

         een criminele straf, al dan niet met uitstel;

         een veroordeling sinds minder dan vijf jaar voor een van de overtredingen, vermeld in boek 2, titel III, hoofdstukken I tot V, en titel IX, hoofdstuk I en II van het Strafwetboek.

Er wordt geen rekening gehouden met de uitgewiste veroordelingen of de veroordelingen waarvoor de betrokkene eerherstel heeft gekregen.

 

§2. Als een veroordeling door een buitenlandse gerechtsinstantie uitgesproken is, wordt rekening gehouden met elke veroordeling die betrekking heeft op een feit dat volgens het Belgisch recht kan leiden tot een van de veroordelingen, vermeld in paragraaf 1.

 

Artikel 11:

         hij neemt de activiteit individueel bezoldigd personenvervoer op als activiteitencode in de Kruispuntbank voor Ondernemingen en in voorkomend geval in de statuten;

         hij beschikt over een minimale kennis van het Nederlands:

          op het niveau B1 van het Europees Referentiekader voor Talen of; 

          op het niveau A2 van het Europees referentiekader voor Talen en hij bewijst binnen twee jaar na het bekomen van de vergunning dat hij over het niveau B1 beschikt.

Als de exploitant een rechtspersoon is, wordt de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 2°, vervuld door de zaakvoerders of de bestuurders die met het dagelijks beheer belast zijn.

 

Artikel 12:

Een exploitant is solvabel als hij aan al de volgende voorwaarden voldoet:

         hij is eigenaar van de voertuigen die hij exploiteert, heeft er de beschikking over door een contract van aankoop op afbetaling, of heeft een contract van huurfinanciëring of van huurkoop;

         hij is in orde met de betaling van:

          taksen of belastingen die verbonden zijn aan de exploitatie van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer;

          sociale bijdragen of lonen.

 

Afdeling 3: Reserve -en vervangingsvoertuigen

Artikel 13:

Het aantal reservevoertuigen is beperkt tot één voertuig voor elke begonnen schijf van tien toegelaten voertuigen.

 

De reservevoertuigen krijgen een reservekaart, waarvan het model is opgenomen in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd. De reservekaart vermeldt de gegevens van de vergunning en de gegevens van het voertuig.

 

De exploitanten van taxidiensten mogen ertoe gemachtigd worden om voor de exploitatie van hun diensten over reservevoertuigen te beschikken waarvan ze eigenaar zijn of waarover ze beschikken bij een contract van verkoop op afbetaling of een leasingovereenkomst. 

 

Artikel 14:

De toelating kan alleen voor ten hoogste drie maanden worden verleend en is niet hernieuwbaar. Na afloop van die termijn levert de exploitant binnen twee werkdagen de vervangingskaart bij de gemeente in.

 

De beslissing over de toelating wordt genomen door de administratieve diensten van de gemeente.

 

De administratieve dienst van de gemeente reikt de vervangingskaart uit binnen twee werkdagen vanaf het moment dat de aanvraag volledig is.

 

Het model van de vervangingskaart is opgenomen in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd.

 

Artikel 15:

Op het ogenblik dat de reservevoertuigen, respectievelijk vervangingsvoertuigen, ingezet worden, zijn ze als voertuig voor individueel bezoldigd personenvervoer verzekerd.


Afdeling 4: Stopzetting

Artikel 16

Als de dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer definitief wordt beëindigd, brengt de exploitant de gemeente daarvan onmiddellijk op de hoogte en levert hij op de eerste werkdag na de dag van de stopzetting de vergunning, de vergunnings-, de reserve- en de vervangingskaarten in bij de gemeente.

 

De datum van de effectieve stopzetting is de datum waarop de exploitant de vergunning, de vergunnings-, de reserve- en de vervangingskaarten ingeleverd heeft bij de gemeente. De exploitant krijgt een ontvangstbewijs van die inlevering.

 

Afdeling 5. Schorsing, intrekking en beroep

Artikel 17

Het college van burgemeester en schepenen kan, de vergunning voor het exploiteren van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer, voor een bepaalde tijd bij beslissing schorsen of intrekken als de exploitant:

         onjuiste inlichtingen heeft verstrekt over gegevens die noodzakelijk zijn voor de afgifte van de vergunning;

         de elementen, vermeld in artikel 7, eerste lid, niet binnen de vooropgestelde termijn meedeelt aan de gemeente; 

         het uittreksel, vermeld in artikel 7, tweede lid, niet uit eigen beweging bezorgt;

         niet meer voldoet aan een van de voorwaarden die vereist zijn om de bestaande vergunning uit te reiken;

         de vergunnings- of exploitatievoorwaarden niet naleeft;

         twee jaar na afgifte van de vergunning niet over het taalniveau B1, vermeld in artikel 11, 2°, beschikt;

         niet voldoet aan de fiscale en sociale verplichtingen;

         de gegevens van de apparatuur en voorzieningen ter registratie van ritten, tarieven en arbeids- en rusttijden wijzigt;

         de gegevens over de dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer die bij een controle worden gevraagd, niet voorlegt;

         bestuurders aanwerft of laat rijden die niet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 2;

         instructie geeft aan de bestuurder tot een gedraging als vermeld in artikel 27, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°, 12° en 13°, of dergelijke gedragingen wetens en willens gedoogt;

         misbruik maakt van een vergunning.

 

Artikel 18

§1. Voordat er beslist wordt om de vergunning te schorsen of in te trekken, wordt de exploitant gehoord.

De beslissing wordt betekend aan de exploitant. De beslissing vermeldt de wijze waarop beroep kan worden aangetekend.

Het beroep schort de beslissing van de gemeente tot schorsing of intrekking van de vergunning niet op.

 

§2. Het beroep tegen een beslissing om de vergunning te weigeren of tegen de beslissingen over de intrekking of schorsing wordt met een beveiligde zending bij het departement ingediend binnen vijftien dagen na de betekening van de weigeringsbeslissing of binnen vijftien dagen na de datum waarop de termijn van drie maanden verstrijkt die op de indiening van de aanvraag volgt.

 

§3. De intrekking, de schorsing of het beroep wordt onmiddellijk door de gemeente geregistreerd in de gegevensbank, vermeld in artikel 54.

 


Hoofdstuk 2: Bestuurderspas

Afdeling 1.  Aanvraag

Artikel 19

Het model van het formulier om een bestuurderspas aan te vragen, is opgenomen in bijlage 6, die bij dit besluit is gevoegd.

 

De gemeente bevestigt de ontvangst van de aanvraag en kan, in voorkomend geval, binnen twintig dagen na de ontvangst de ontbrekende bewijsstukken opeisen en vragen om de onvolledige vermeldingen op dat formulier of de bijlagen te laten aanvullen.

 

Artikel 20

De bestuurderspas, waarvan het model is vastgesteld in bijlage 7, wordt uitgereikt binnen twintig dagen vanaf de dag waarop de aanvraag volledig is. De weigeringsbeslissingen worden aan de aanvrager betekend.

 

Conform artikel 17 van het decreet van 29 maart 2019 betaalt de aanvrager een retributie van 20 euro voordat de bestuurderspas wordt uitgereikt.  Deze retributie wordt op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het aar voorafgaand aan het belastingjaar te delen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit. 

 

Artikel 21

§ 1. Elke bestuurder die diensten van individueel bezoldigd personenvervoer aanbiedt of uitvoert, heeft op elk moment zijn bestuurderspas bij zich.

 

§ 2. De bestuurderspas is niet gekoppeld aan een exploitant noch aan een vergunning.

 

§ 3. De bestuurderspas is persoonlijke en onoverdraagbaar en heeft een geldigheidsduur van 5 jaar

 

Artikel 23

Met een beveiligde zending brengt de bestuurder de gemeente binnen de volgende termijnen op de hoogte van de volgende zaken:

         een wijziging van het adres van de woonplaats: binnen tien dagen na de dag van de wijziging. Bij een adreswijziging binnen de gemeente, blijft de bestuurderspas geldig;

         een in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke veroordeling ten opzichte van de bestuurder, vermeld in artikel 25, §1: binnen tien dagen na de dag waarop het vonnis is uitgesproken. De bestuurder bezorgt in dat geval een  kopie  van de uitspraak;

         het intrekken van een rijbewijs met geldige medische keuring of van de toelating tot het verrichten van arbeidsprestaties in België: binnen 24 uur na die intrekking.

 

Elke bestuurder bezorgt de administratieve diensten van de gemeente jaarlijks, binnen drie maanden na de verjaardag van de uitreiking van zijn bestuurderspas, uit eigen beweging en met een beveiligde zending een uittreksel uit het strafregister als vermeld in artikel 596, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat minder dan drie maanden oud is, waarin vermeld staat dat hij nog altijd voldoet aan de voorwaarden over de zedelijkheid, vermeld in artikel 25, §1, van dit besluit. 

 

Afdeling 2.  Voorwaarden

Artikel 24

§1. De kandidaat kan het beroep van bestuurder van een voertuig bestemd voor individueel bezoldigd personenvervoer uitoefenen als hij voldoet aan al de volgende voorwaarden:

         hij beschikt minstens twee jaar over een rijbewijs;

         hij woont in België of beschikt over een gekozen woonplaats waar hem elke oproeping of officiële betekening geldig kan worden gedaan;

         hij voldoet aan de voorwaarden over de zedelijkheid en beroepsbekwaamheid, vermeld in artikel 25 en 26.

 

§2. De documenten die gelden als stukken om de zedelijkheid en de beroepsbekwaamheid te bewijzen, worden bij de aanvraag van de bestuurderspas gevoegd.

De lijst met de documenten, vermeld in het eerste lid, is opgenomen in het model van het aanvraagformulier voor een bestuurderspas, dat opgenomen is in bijlage 6, die bij dit besluit is gevoegd.

 

Artikel 25

§1. Een bestuurder bewijst dat hij van goed zedelijk gedrag is als hij in België of het buitenland geen van de volgende in kracht van gewijsde gegane veroordelingen heeft opgelopen:

         een criminele straf, al dan niet met uitstel;

         een correctionele gevangenisstraf, in hoofdzaak, van meer dan zes maanden, al dan niet met uitstel, gedurende de laatste tien jaar;

         een correctionele gevangenisstraf, in hoofdzaak, van drie tot zes maanden, al dan niet met uitstel, gedurende de laatste vijf jaar;

         correctionele veroordelingen of politieveroordelingen die, bij elkaar opgeteld, meer dan drie maanden gevangenisstraf in hoofdzaak bedragen, met of zonder uitstel, gedurende de laatste drie jaar;

         meer dan vijf veroordelingen, al dan niet met uitstel, voor overtredingen van het verkeersreglement van de tweede graad; 

         meer dan drie veroordelingen, al dan niet met uitstel, voor overtredingen van het verkeersreglement van de derde of vierde graad;

         meer dan één veroordeling, al dan niet met uitstel, voor het besturen met alcoholintoxicatie, onder invloed, in staat van dronkenschap of onder invloed van andere stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden.

 

Er wordt geen rekening gehouden met de uitgewiste veroordelingen of de veroordelingen waarvoor de betrokkene eerherstel heeft gekregen.

 

§2. Als een veroordeling door een buitenlandse gerechtsinstantie is uitgesproken, wordt rekening gehouden met elke veroordeling die betrekking heeft op een feit dat volgens het Belgisch kan leiden tot een van de veroordelingen, vermeld in paragraaf 1.

 

Artikel 26

Een bestuurder is bekwaam als hij aan al de volgende voorwaarden voldoet:

         hij beschikt over een rijbewijs en geldige medische keuring voor bezoldigd personenvervoer;

         hij heeft de toelating om arbeidsprestaties te verrichten in België als de bestuurder een buitenlandse staatsburger is;

         hij beschikt over een minimale kennis van het Nederlands:

          op het niveau B1 van het Europees Referentiekader voor Talen of;

          op het niveau A2 van het Europees referentiekader voor Talen en hij bewijst binnen twee jaar na het bekomen van de bestuurderspas dat hij over het niveau B1 beschikt;

         hij beschikt over de vereiste kennis over het vervoer van personen met beperkte mobiliteit, als hij ritten uitvoert met voertuigen die aangepast zijn aan het vervoer van personen in een rolstoel.

 

Afdeling 3: Schorsing, intrekking en beroep

Artikel 27

Het college van de gemeente kan de bestuurderspas voor een bepaalde tijd bij beslissing schorsen of intrekken als de bestuurder:

         onjuiste inlichtingen heeft verstrekt over gegevens die noodzakelijk zijn voor de afgifte van de bestuurderspas;

         de gegevens, vermeld in artikel 23, eerste lid, niet binnen de vooropgestelde termijn meedeelt aan de gemeente;

         het uittreksel, vermeld in artikel 23, tweede lid, niet uit eigen beweging bezorgt;

         niet meer voldoet aan een van de voorwaarden die vereist zijn om de bestaande bestuurderspas uit te reiken;

         twee jaar na afgifte van de bestuurderspas niet over taalniveau B1, vermeld in artikel 26, 3°, beschikt;

         de gegevens van de apparatuur en voorzieningen ter registratie van ritten, tarieven en arbeids- en rusttijden wist of wijzigt;

         de apparatuur niet gebruikt; 

         een ander tarief vraagt dan het tarief dat aan de klant kenbaar is gemaakt met de tarievenkaart, vermeld in artikel 31, §2, eerste lid;

         een andere prijs vraagt dan de prijs die is berekend volgens de tariefstructuur, vermeld in artikel 31, §2, tweede lid;

         de documenten die betrekking hebben op de dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer, die bij een controle worden gevraagd niet voorlegt;

         overlast veroorzaakt;

         stationeert op plaatsen waar dat niet mag;

         met een niet-vergund voertuig rijdt.

 

Artikel 28

§1. Voordat beslist wordt om de bestuurderspas te schorsen of in te trekken, wordt de bestuurder gehoord.

Voor de feiten, vermeld in artikel 27, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°, 12° en 13° wordt de beslissing aan de bestuurder en de exploitant betekend. In de overige gevallen wordt de beslissing alleen aan de bestuurder betekend. De beslissing vermeldt de wijze waarop beroep kan worden aangetekend.

Het beroep schort de beslissing van de gemeente tot schorsing of intrekking van de bestuurderspas niet op.

 

§2. Het beroep tegen een beslissing om de bestuurderspas te weigeren of tegen beslissingen om de bestuurderspas in te trekken of te schorsen, wordt met een beveiligde zending bij het departement ingediend binnen vijftien dagen na de betekening van de weigeringsbeslissing of binnen vijftien dagen na de datum waarop de termijn van drie maanden verstrijkt die op de indiening van de aanvraag volgt.

 

§3. De intrekking of de schorsing wordt onmiddellijk door de gemeente geregistreerd in de gegevensbank, vermeld in artikel 54.

De bestuurder van wie de bestuurderspas ingetrokken is, kan de eerste twee jaar die volgen op de intrekking geen nieuwe bestuurderspas aanvragen.

 


Hoofdstuk 3: Exploitatie

Afdeling 1. Straattaxi

1. Het voertuig

Artikel 29

De carrosserie en de cabine van de voertuigen bevinden zich in goede staat. Ze bieden de nodige kwaliteit, comfort en netheid. 

De voertuigen die aan de volgende voorwaarden voldoen, voldoen aan de verplichtingen, vermeld in het eerste lid:

         de deuren, de koffer en de ramen van de deuren kunnen probleemloos open en dicht;

         de zetels en de koffer zijn altijd in een nette staat;

         het voertuig vertoont geen sporen van een ongeval.

 

Het voertuig voldoet aan de volgende emissienorm:

         met ingang 1 januari 2020: als het voertuig is ingeschreven bij de Dienst Immatriculatie van Voertuigen van de federale overheidsdienst Mobiliteit na 1 januari 2020: een minimale ecoscore van 71 voor voertuigen met vijf zitplaatsen, van 66 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen en van 56 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen die voldoen aan de definitie van een minibus, vermeld in artikel 1, §2, 48, van het voormelde koninklijk besluit;

         met ingang 1 januari 2025:

          als het voertuig is ingeschreven bij de Dienst Immatriculatie van Voertuigen van de federale overheidsdienst Mobiliteit voor 1 januari 2025: een minimale ecoscore van 71 voor voertuigen met vijf zitplaatsen, van 66 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen en van 56 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen die voldoen aan de definitie van een minibus, vermeld in artikel 1, §2, 48, van het voormelde koninklijk besluit;

          als het voertuig is ingeschreven bij de Dienst Immatriculatie van Voertuigen van de federale overheidsdienst Mobiliteit na 1 januari 2025: een minimale ecoscore van 74 voor voertuigen met vijf zitplaatsen, van 71 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen en van 61 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen die voldoen aan de definitie van een minibus vermeld in artikel 1, §2, 48, van het voormelde koninklijk besluit;

         met ingang 1 januari 2030:

          als het voertuig is ingeschreven bij de Dienst Immatriculatie van Voertuigen van de federale overheidsdienst Mobiliteit voor 1 januari 2030: een minimale ecoscore van 74 voor voertuigen met vijf zitplaatsen, van 71 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen en van 61 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen die voldoen aan de definitie van een minibus, vermeld in artikel 1, §2, 48, van het voormelde koninklijk besluit;

          als het voertuig is ingeschreven bij de Dienst Immatriculatie van Voertuigen van de federale overheidsdienst Mobiliteit na 1 januari 2030: zero-emissie voor alle voertuigen.

Behalve als er een prijsafspraak is, zijn de gegevens over de prijs altijd zichtbaar voor de vervoerde persoon in het voertuig, met verlichting als dat nodig is.

Artikel 30

§1. Elk voertuig, met uitzondering van de voertuigen die niet zijn ingeschreven bij de Dienst Immatriculatie van Voertuigen van de federale overheidsdienst Mobiliteit en met uitzondering van de vervangingsvoertuigen, is uitgerust met een speciale nummerplaat als vermeld in artikel 4, §4, van het ministerieel besluit van 23 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen.

 

§2. Elk voertuig in dienst heeft twee geplastificeerde vergunningskaarten voor individueel bezoldigd personenvervoer aan boord.

 

Eén kaart wordt op de rugleuning van de voorste passagiersstoel bevestigd. Als het voertuig maar over twee deuren beschikt, wordt die kaart op het dashboard bevestigd. De gegevens van die kaart zijn leesbaar voor de vervoerde persoon.

 

De tweede kaart wordt bevestigd aan de achterruit, rechts onderaan, tenzij het voertuig beschikt over een tarievenkaart als vermeld in artikel 31, §2, eerste lid. De gegevens van die kaart zijn van buiten uit leesbaar voor derden.

 

§3. Op het ogenblik dat de reservevoertuigen, respectievelijk vervangingsvoertuigen, ingezet worden, wordt één geplastificeerde reservekaart, respectievelijk één geplastificeerde vervangingskaart, bevestigd naast de vergunningskaart of de tarievenkaart.

 

§4. Bij verlies, diefstal of vernietiging van de vergunnings-, reserve- of vervangingskaart, wordt op vertoon van een attest van de politie een nieuwe kaart met de vermelding “duplicaat” uitgereikt door de gemeente.

 

§5. In afwijking van paragraaf 2 tot en met 4 kan de minister de reglementering vaststellen voor de herkenbaarheid van voertuigen met twee of drie wielen.

 

2. De dienst en de ritten

Artikel 31

§1. De tariefstructuur wordt voor het begin van de rit, of bij een bestelde rit voor het begin van de bestelling, op een transparante manier kenbaar gemaakt aan de kandidaat-klant.

De tariefstructuur bestaat uit één of meer componenten, waaronder: 

         de startprijs;

         de wachtprijs per minuut;

         de prijs per kilometer; 

         de prijs per minuut;

         het gecombineerd tarief;

         het forfaitair tarief voor een welbepaalde rit;

         het minimum- en maximumtarief voor een welbepaalde rit.

Minstens alle gebruikte componenten worden  vermeld .

 

§2. De tariefstructuur is op fysieke wijze zichtbaar in het voertuig, op een tarievenkaart, waarvan het  model is vastgelegd in bijlage 8, die wordt bevestigd op achterste zijruit aan de rechterkant. 

 

Bij een bestelde rit kan de tariefstructuur, in afwijking van het eerste lid, langs telefonische of elektronische weg kenbaar worden gemaakt aan de klant. Bij de bestelling krijgt de klant daarvan een schriftelijke bevestiging. In dat geval wordt de tarievenkaart vervangen door de vergunningskaart, vermeld in artikel 30, §2, eerste lid.

 

§3. Er wordt een prijsindicatie van het eindbedrag meegedeeld aan de klant voor het begin van de rit, en bij een bestelde rit voor het begin van de bestelling.

 


Artikel 32

§1. In elk voertuig dat in dienst is, is apparatuur aanwezig waarmee de gegevens, vermeld in artikel 33 en 34, beveiligd kunnen worden geregistreerd, opgeslagen en geraadpleegd.

 

§2. De gegevens die verwerkt worden door de tussenpersonen, worden beveiligd geregistreerd, opgeslagen en geraadpleegd.

 

§3. In paragraaf 1 en 2 wordt verstaan onder beveiligd: de integriteit, de onveranderlijkheid, de oorsprong en het niet-weerlegbare karakter van de gegevens is gewaarborgd aan de hand van een betrouwbaar controlespoor tussen het vervoerbewijs en de levering van de dienst. 

De gegevens, vermeld in paragraaf 1 en 2, worden op een externe locatie opgeslagen, waar bevoegde overheidsdiensten er toegang toe hebben. De minister bepaalt de wijze waarop de gegevens worden beveiligd en bewaard en kan aanvullende bepalingen opleggen.

 

§4. De verzamelde gegevens worden ook gebruikt om te analyseren hoe de prijzen zich ontwikkelen. Als er een marktverstoring optreedt, kan de minister minimum- en maximumtarieven bepalen.

 

Artikel 33

De dienststaat bevat al de volgende gegevens:

         bij het begin van de dienst:

          de naam of benaming van de exploitant, zijn adres, e-mailadres en telefoonnummer;

          de datum;

          de identificatiecode van het voertuig of het immatriculatienummer in geval van een reserve- of vervangingsvoertuig;

          de nummerplaat van het voertuig;

          de naam en de voornaam van de bestuurder;

          het uur waarop de dienst van de bestuurder begint;

          de kilometerstand van het voertuig bij het begin van de dienst en de locatie van het voertuig als de dienstverlening wordt uitgevoerd op basis van andere apparatuur dan een taximeter;

          de getotaliseerde waarden, vermeld in bijlage 9 bij het koninklijk besluit van 15 april  2016 betreffende de meetinstrumenten als de dienstverlening wordt uitgevoerd op basis van een Europees gehomologeerde taximeter;

         tijdens de dienst:

          de uren van de effectief genomen rustpauze;

          het aantal uitgevoerde ritten sinds het begin van de dienst, de eindprijs per rit, de kilometerstanden van het voertuig bij het begin en bij het einde van elke uitgevoerde rit, het aantal opnemingen, de totale afgelegde afstand, de afgelegde beladen afstand;

         aan het einde van de dienst:

          de datum en het uur van de effectieve beëindiging van de dienst;

          het aantal uitgevoerde ritten, de prijsafspraak en de eindprijs per rit, de kilometerstanden van het voertuig bij het begin en bij het einde van elke uitgevoerde rit en bij het begin en bij het einde van de dienst, de locatie van het voertuig, het aantal opnemingen, de totale afgelegde afstand, de afgelegde beladen afstand.

De bestuurder kan een exemplaar van de dienststaat voor zichzelf genereren.

 

De apparatuur in het voertuig biedt de mogelijkheid om de gegevens, vermeld in het eerste lid, ter inzage voor te leggen. Die gegevens worden in een leesbare en verstaanbare vorm voorgelegd en zijn identiek aan de oorspronkelijke gegevens. 

 

De verplichtingen, vermeld het eerste tot en met het derde lid, gelden ook als de gegevens zich digitaal in België of in het buitenland bevinden.

 


Artikel 34

§1. Aan het einde van de rit wordt aan de vervoerde persoon, of in voorkomend geval aan de klant als die niet de vervoerde persoon is, een vervoerbewijs gegeven, zonder dat die erom verzoekt, waarop minstens de volgende onuitwisbare vermeldingen staan:

         de vermelding “vervoerbewijs”;

         de naam of de benaming van de exploitant, zijn adres, e-mailadres en telefoonnummer;

         de identificatiecode van het voertuig of het immatriculatienummer in geval van een reserve- of vervangingsvoertuig; 

         de nummerplaat van het voertuig;

         de naam van de bestuurder;

         het volgnummer van de rit, dat een oplopend getal is;

         de datum en het uur van het in- en uitstappen;

         de instap- en uitstapplaatsen of, als er geen straatnamen bestaan, de gps-coördinaten en het gps-formaat;

         het aantal afgelegde kilometers;

         het toegepaste tarief;

         de totale prijs van de rit of de prijs per persoon in geval van een collectieve rit, voorafgegaan door de vermelding “te betalen bedrag”;

         de vermelding “klachten”, in voorkomend geval de tussenpersoon en de contactgegevens van de vergunningverlenende gemeente, in voorkomend geval de machtigingverlenende gemeente, en het klachtenorgaan.

In geval van een collectieve rit worden de vermeldingen verstrekt per vervoerde persoon, of per klant als de klant niet de vervoerde persoon is.

 

In geen geval mag een handgeschreven vervoerbewijs worden gegeven.

 

§2. Extra kosten die verbonden zijn aan het individueel bezoldigd personenvervoer, zoals parkeerkosten of wegentol, kunnen aan de klant worden doorgerekend, op voorwaarde dat het bewijs van die kosten aan de klant wordt geleverd.

 

Artikel 35

§1. Op elk verzoek van de bevoegde personeelsleden en agenten kan de bestuurder de beveiligde gegevens, vermeld in artikel 33 en 34, voorleggen.

 

§2. De exploitant en de tussenpersoon bewaren gedurende zeven jaar de beveiligde gegevens, vermeld in artikel 33 en 34.

 

De gegevens worden voorgelegd op elk verzoek van de bevoegde personeelsleden en agenten.

 

3.  De dienstverlening tegenover de klanten en de vervoerde personen

Artikel 36

Behalve op andersluidend verzoek van de klant of van de vervoerde persoon brengt de bestuurder de vervoerde persoon langs de snelste route naar zijn bestemming.

 

In afwijking van het eerste lid kiest de bestuurder die een collectieve rit uitvoert, zelf welke de meest geschikte en snelste route is.

 

Artikel 37

Het voertuig mag zich niet parkeren, stationeren of heen en weer rijden op minder dan tweehonderd meter loopafstand van een standplaats voorbehouden voor standplaatstaxi’s, tenzij de rit is besteld.

 

Het voertuig mag zich niet bevinden op minder dan tweehonderd meter loopafstand van het grondgebied van Luchthaven Brussel-Nationaal, tenzij de rit is besteld.

 


Artikel 38

De persoon die wil gebruikmaken van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer, heeft het recht om opgepikt te worden door een bestuurder in dienst, zodra die vrij is of bij een collectieve rit als er nog een lege plaats is, tenzij het voertuig niet beschikbaar is wegens een bestelde rit of tenzij de rit de diensttijd overschrijdt.

 

De bestuurder mag:

         weigeren iemand mee te nemen die naar een verre of afgelegen plaats wil worden gebracht, tenzij zijn identiteit kan worden vastgesteld, zo nodig door interventie van de politie;

         een voorschot eisen voor ritten van meer dan 50 km of van minstens 100 euro; 

         klanten of vervoerde personen weigeren die de openbare orde verstoren, de veiligheid in gevaar brengen, de goede zeden in het gedrang brengen en die het voertuig niet respecteren.

 

Artikel 39

Het is de bestuurder verboden:

         de dienst uit te voeren in het gezelschap van andere personen dan de vervoerde personen, behalve als het om een kandidaat-bestuurder gaat die zijn stage doet;

         het voertuig tijdens de dienst te laten besturen door derden; 

         te roken of vervoerde personen te laten roken in het voertuig;

         ritten te weigeren, met behoud van de toepassing van artikel 38, tweede lid;

         overlastsituaties te creëren.

 

Artikel 40.

De bestuurder geeft uiterlijk binnen twee dagen bij de politie voorwerpen af die in zijn voertuig zijn gevonden.

 

Artikel 41

§1. Als er zich tijdens de rit een storing voordoet in de werking van de apparatuur, brengt de bestuurder de vervoerde persoon en de klant daarvan onmiddellijk op de hoogte en wordt het bedrag van de rit in overleg tussen de bestuurder en de klant vastgesteld. Nadat de vervoerde persoon naar de bestemming is gebracht, stopt de bestuurder de dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer met dat voertuig.

 

§2. Als er zich tijdens de rit een defect voordoet aan het voertuig of het raakt betrokken bij een ongeval, heeft de vervoerde persoon het recht om het voertuig te verlaten na het bedrag te betalen dat door de apparatuur, vermeld in artikel 32, §1, wordt aangegeven voor de kilometers die al afgelegd zijn.

De bestuurder zorgt ervoor dat de vervoerde persoon zijn rit kan voortzetten met een ander voertuig. In geen geval mogen de kosten van het oponthoud aan de klant aangerekend worden.

 

§3. In afwijking van artikel 34, §1, derde lid, geeft de bestuurder een handgeschreven vervoerbewijs met al de gegevens, vermeld in artikel 34, §1, eerste lid, als het vervoerbewijs niet op een andere manier kan worden bezorgd. De bestuurder mag daarna geen personen meer vervoeren met dat voertuig zolang de voormelde onmogelijkheid aanwezig is.

 

Afdeling 2. Standplaatstaxi's

1.  Het voertuig

 

Artikel. 42.

Het voertuig beschikt over een meetinstrument als vermeld in bijlage 9 bij het koninklijk besluit van 15 april 2016 betreffende meetinstrumenten, waarmee de gegevens, vermeld in artikel 33 en 34 van dit besluit, beveiligd kunnen worden geregistreerd, opgeslagen en geraadpleegd.

 

Artikel 29 en 30 zijn eveneens van toepassing op standplaatstaxi’s.

 

 

Artikel. 43.

Alle voertuigen die ingezet worden als standplaatstaxi beschikken over een taxilicht op het dak van het voertuig. Het taxilicht vermeldt in het middengedeelte het woord “TAXI” op de voor- en achterkant van de lichtinstallatie. De minister kan de uiterlijke kenmerken van het taxilicht vaststellen.

 

Als het voertuig vrij is, brandt het taxilicht. In alle andere gevallen brandt het taxilicht niet.

 

2. De dienst en de ritten

Artikel 44

Artikel 31, §2, eerste lid, 32 tot en met 35 zijn van toepassing op standplaatstaxi’s.

 

3. De dienstverlening tegenover de klanten en de vervoerde personen

Artikel 45.

§1. Artikel 36 en artikel 38 tot en met 41 zijn van toepassing op standplaatstaxi’s.

 

Naast de verbodsbepalingen, vermeld in artikel 39, is het de bestuurders van standplaatstaxi’s verboden om:

         op hun toegelaten standplaats de motor van het voertuig te laten draaien;

         zonder reden hun voertuig op de standplaatsen te verplaatsen en om daar een overtal te creëren of buiten de vastgelegde limieten te stationeren.

 

§2. Als alle standplaatsen bezet zijn, wordt het voertuig naar een andere standplaats gereden, waar wel een plaats vrij is.

 

§3. Het voertuig mag alleen de toegelaten standplaatsen bezetten als het in dienst is. De bestuurder kan op elk moment het voertuig verplaatsen om aan te schuiven in de rij of op verzoek van een bevoegde ambtenaar of agent.

 

Afdeling 3. Ceremonieel vervoer

1. Het voertuig

Artikel 46

Artikel 29 en 30 zijn van toepassing op ceremonieel vervoer.

 

De minister of zijn gemachtigde kan, in afwijking van artikel 29, derde lid, uitzonderingen bepalen voor voertuigen die uitsluitend ingezet worden voor ceremonieel vervoer. 

In afwijking van artikel 30, §2, derde lid, wordt de tweede vergunningskaart bevestigd aan de binnenkant van de voorruit, rechts bovenaan, en is ze leesbaar van buiten.

 

2. De dienst en de ritten

Artikel 47.

Het voertuig mag alleen ter beschikking gesteld worden van een natuurlijke of rechtspersoon voor een ceremonie op basis van een schriftelijke overeenkomst waarvan het model is opgenomen in bijlage 9, die bij dit besluit is gevoegd, en waarvan een exemplaar zich op de zetel van de onderneming bevindt, en een kopie aan boord van het voertuig. 

 

Het voertuig wordt op basis van de overeenkomst minstens drie uur aaneensluitend ter beschikking gesteld.

 

De klachten kanalen worden vermeld in de overeenkomst.

 


Artikel 48.

§1. Op elk verzoek van de bevoegde personeelsleden en agenten kan de bestuurder de overeenkomst, vermeld in artikel 47, voorleggen.

 

§2. De exploitant en de tussenpersoon bewaren gedurende zeven jaar de overeenkomsten, vermeld in artikel 47.

 

De gegevens worden voorgelegd op elk verzoek van de bevoegde personeelsleden en agenten.

 

Afdeling 4.  OV-taxi's

Artikel 49

Enkel voertuigen die vergund zijn als straattaxi kunnen worden ingezet als OV-taxi.

 

Artikel 50

Artikel 29 en 30 zijn van toepassing op OV-taxi’s.

 

De minister of zijn gemachtigde kan, in afwijking van artikel 29, derde lid, uitzonderingen bepalen voor voertuigen die uitsluitend ingezet worden voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit.

 

Met behoud van de toepassing van artikel 30, §2 tot en met §5, van dit besluit, kan de Mobiliteitscentrale, vermeld in artikel 2, 9°, van het decreet van 29 maart 2019, aanvullende voorwaarden bepalen voor de herkenbaarheid van het voertuig.

 

Hoofdstuk 4. Klachtenbehandeling

Artikel 51.

Minstens de volgende personen behoren tot het klachtenorgaan, vermeld in artikel 29, §1, van het decreet van 29 maart 2019:

         een vertegenwoordiger van de Nationale Groepering van Ondernemingen met Taxi- en Locatievoertuigen met chauffeur;

         een vertegenwoordiger van de tussenpersonen;

         twee vertegenwoordigers van de gebruikers;

         een vertegenwoordiger van de vergunningverlenende gemeenten;

         een vertegenwoordiger van Overleg voor de Diensten Aangepast Vervoer;

         een vertegenwoordiger van de vakbondsorganisaties die in het Sociaal Fonds Taxi en VVB vertegenwoordigd zijn. 

 

De minister kan nadere regels bepalen voor de samenstelling van het klachtenorgaan.

 

De actoren, vermeld in het eerste lid, kiezen onder hun leden een voorzitter. De voorzitter wordt verkozen voor een periode van twee jaar.

 

De voorzitter leidt de vergaderingen van het klachtenorgaan. Als de voorzitter dat noodzakelijk acht, kan hij een vertegenwoordiging van andere actoren die betrokken zijn bij het individueel bezoldigd personenvervoer uitnodigen om deel te nemen aan het overleg.

 

Artikel 52

Het klachtenorgaan legt haar werking vast in een huishoudelijk reglement.

 

Het klachtenorgaan organiseert het secretariaat en maakt de contactgegevens ervan ruim bekend.

 

Artikel 53

Het klachtenorgaan brengt jaarlijks verslag uit aan de minister over de werkzaamheden van het afgelopen jaar.

 


Hoofdstuk 5. Gegevens

Artikel 54

§1. Het departement stelt de gegevensbank, vermeld in artikel 31 van het decreet van 29 maart 2019, ter beschikking.

 

De gegevensbank bevat alle gegevens, vermeld in artikel 31, §1, van het decreet van 29 maart 2019, waaronder alle gegevens, vermeld in de bijlagen die bij dit besluit zijn gevoegd, en het aantal exploitanten op de wachtlijst om een machtiging voor een standplaats op de openbare weg te verkrijgen, met vermelding van het aantal gevraagde voertuigen.

 

§2. De gemeente vult de gegevens aan in de gegevensbank op het ogenblik dat de vergunning, de machtiging, de bestuurderspas, de vergunningskaarten, de vervangingskaarten of de tarievenkaarten worden verstrekt.

 

§3. De gegevens, vermeld in artikel 31, §1, van het decreet van 29 maart 2019, zijn op volgende wijze toegankelijk:

         voor de gemeenten: 

          het raadplegen van alle gegevens;

          het bewerken van de vergunningen, de machtigingen en de bestuurderspassen die de gemeente zelf uitreikt;

         voor de exploitanten: het raadplegen van de gegevens over hun vergunning en machtigingen en voertuigen, evenals het raadplegen van de gegevens van de bestuurders die zij in dienst hebben;

         voor de politie: het raadplegen van alle gegevens;

         voor het Departement Mobiliteit en Openbare Werken: het raadplegen van alle gegevens;

         voor de overheidsdiensten die belast zijn met het administratieve beheer of de controle van de diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer: het raadplegen van alle gegevens.

De toegang, vermeld in het eerste lid, blijft beperkt tot die gegevens die noodzakelijk zijn voor de toepassing van het decreet van 29 maart 2019 en dit besluit, rekening houdend met de rol die iedere toegangsgerechtigde vervult.

 

Artikel 55

De tussenpersonen en de sector van het individueel bezoldigd personenvervoer bezorgen jaarlijks mobiliteits- en statistische gegevens aan het departement.

 

De minister bepaalt de invulling en de praktische regeling.

 

Artikel 56

De lijst van de vergunde exploitanten en de vergunningsgegevens, vermeld in artikel 31, §5, van het decreet van 29 maart 2019, wordt maandelijks bijgewerkt op de website van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

 

Titel 3. Strafbepalingen

 

Artikel 57

De minister kan de personen, vermeld in artikel 34, §1, van het decreet van 29 maart 2019, aanwijzen en hun kentekens bepalen. 

 

Artikel 58

De lijst van inbreuken op de bepalingen van het decreet van 29 maart 2019 of dit besluit, en de daaraan gekoppelde onmiddellijk te innen som, zijn vermeld in de tabel die is opgenomen in bijlage 10 die bij dit besluit is gevoegd.


Artikel 59

§1. In geval van de onmiddellijke inning, vermeld in artikel 58, wordt gebruikgemaakt van genummerde formulieren, die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model dat de minister vaststelt. 

 

Als tegelijkertijd meerdere inbreuken ten laste van eenzelfde persoon worden vastgesteld, worden die op eenzelfde formulier vermeld.

 

Het formulier, vermeld in het eerste lid, wordt vervangen door een procesverbaal als de som niet is geïnd op het ogenblik dat de overtreding is vastgesteld.

 

§2. De som die wordt geïnd wordt altijd in euro uitgedrukt. De som kan op een van de volgende wijzen worden betaald:

         betaling in geld:

          de betaling in geld is alleen van toepassing op personen die geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben;

          de som wordt betaald in euro met bankbiljetten en, in voorkomend geval, met munten van 1 of 2 euro;

         betaling met bank- of kredietkaart: de betaling met een bank- of kredietkaart is van toepassing op personen die al dan niet een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben;

         betaling met overschrijving:

          de betaling met overschrijving is alleen van toepassing op personen die een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben;

          een document met de betalingsgegevens wordt aan de persoon afgegeven of verzonden;

          een betaling met overschrijving wordt uitgevoerd binnen tien dagen vanaf de dag waarop het document, vermeld in punt b), is afgegeven of verzonden. De datum van betaling door de bankinstelling dient als bewijs van de datum van betaling.

§3. Als de persoon geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft en de voorgestelde som niet onmiddellijk betaalt, is de per inbreuk in consignatie te geven som dezelfde als de te innen som.

In geval van consignatie van een som wordt gebruikgemaakt van genummerde formulieren die samengevoegd zijn in de genummerde boekjes, vermeld in paragraaf 1, eerste lid. 

 

Artikel 60

Alle documenten over de inning of de consignatie van een som worden gedurende vijf jaar bewaard in de kantoren waartoe de personen, vermeld in artikel 34, §1, van het decreet van 29 maart 2019, behoort.

 

Titel 4. Slotbepalingen

Artikel 61.

Alle voorgaande reglementen aangaande exploitatie voor taxidiensten of het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder worden opgeheven.

 

Artikel 62

Afschrift van dit reglement zal gezonden worden aan:

de griffie van de rechtbank van eerste aanleg;

de griffie van de politierechtbank;

de bestendige deputatie van de provincie.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Wijziging van de politieverordening ter beteugeling van overlast - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

De politieverordening ter beteugeling van overlast goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Wijziging van het reglement inzake gemeentelijke administratieve sancties (GAS) - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

Het reglement inzake de toepassing van gemeentelijke administratieve sancties goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot het afhandelen van dossiers inzake gemeentelijke administratieve sancties binnen de politiezone CARMA - goedkeuring.

 

Besluit:

Artikel 1

De samenwerkingsovereenkomst met de stad Genk met betrekking tot de afhandeling van dossiers inzake gemeentelijke administratieve sancties binnen de politiezone CARMA goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Politiereglement De Plas - goedkeuring.

 

Besluit:

In te stemmen met het verordenen van het bestaande politiereglement De Plas, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23 mei 2013 en het aangepaste politiereglement goed te keuren.

 

Artikel 1: Toepassingsgebied en zonering.

Dit reglement is van toepassing binnen het omheinde recreatiedomein De Plas met de bijhorende parking aan de Binnenvaartstraat.

 

Het gebied kent verschillende zones die indicatief staan aangegeven op het plan als bijlage gevoegd aan dit besluit.

 

1.Hondenlosloopzone

2.Ligzone

3.Natuurzone

4.Paintballzone

5.Parking

6.Natuursportzone

7.Strand- en Zwemzone

8.Viszone

 

Artikel 2: Vrijstellingen

Voor alle in dit reglement aangehaalde verbodsbepalingen of verboden activiteiten geldt dat deze niet toepasselijk zijn voor het Agentschap voor Natuur en Bos, werkingen gemeente Houthalen-Helchteren en veiligheids-en hulpdiensten binnen het kader van hun opdrachten.

In kader van overeenkomsten met concessionarissen of evenementen, zijn uitzonderingen mogelijk.

 

Artikel 3: Toegankelijkheid

Het omheinde gebied en de hondenlosloopzone zijn enkel te voet toegankelijk.  In de natuurzone zijn enkel de wandelpaden toegankelijk.
De paintballzone, visvlonders, steigers en klimbos zijn niet toegankelijk.

Het overige gebied is vrij toegankelijk.

 

Fietsen is niet toegestaan.  Deze kunnen gestald worden in de daartoe voorziene fietsenrekken aan de ingang van het domein.

 

Wagens kunnen worden geparkeerd op de parking van de Binnenvaartstraat.

 

De toegang tot de natuursportzone is enkel toegankelijk voor leden van de daar aanwezige concessiehouders.

De concessie met het Agentschap voor Natuur en Bos bepaalt de modaliteiten.

 

Artikel 4: Verboden activiteiten.

Alle activiteiten die niet in dit reglement zijn aangehaald of omschreven, zijn verboden activiteiten en wel in het bijzonder:

1.Vissen;

2.Jagen;

3.Schaatsen, of zich op enige wijze begeven op ijs;

4.Vuur maken (vb barbecue);

5.Geluid of luidruchtige toestellen gebruiken die storend zijn voor de omgeving;

6.Kamperen onder gelijk welke vorm.

7.Publiciteit of propaganda voeren;

8.Producten verkopen of enige ander commerciële activiteiten uit te oefenen;

9.Binnenbrengen, uitzetten of achterlaten van dieren;

10Vegetaties beschadigen of verwijderen;

11.Zeep of chemicaliën gebruiken in de waterplas;

12.Beschadigingen toebrengen aan wegen, gebouwen, installaties, uitrustingen, afsluitingen,

oeverboorden, grasboorden en waterplas;

13.Gevaarlijke of hinderlijke voorwerpen en/of stoffen binnenbrengen

14.Opzettelijk verstoren, opjagen en voeren van in het wild levende dieren;

15.Samenscholingen veroozaken, doorgang te belemmeren, zich onbetamelijk gedragen of

kleden, het publiek hinderen of storen;

16.Geschriften of druksel van welke aard ook neerleggen, aanplakken, verkopen of uitdelen,

17.Schouwspelen vertonen, feesten, vergaderingen, muziek of zanguitvoeringen of vermakelijk-

heden inrichten;

18.Zoeken met metaaldetectoren.

 

Artikel 5: Honden.

Honden zijn toegelaten, maar enkel aan de leiband.  In de hondenuitlaatzone mogen de honden vrij rondlopen.

 

Iedere hondeneigenaar heeft de verplichting om de uitwerpselen van de hond op te ruimen door het gebruik van poepzakjes.  Deze zakjes mag men enkel deponeren in de beschikbare vuilnisbakken.

 

Honden hebben geen toegang tot de ligzone, paintballzone, strand- en zwemzone en klimbos.

 

Honden mogen nooit in het water.

 

Artikel 6: Watersporten, water- en strandrecreatie.

Zwemmen is verboden, behalve als aan volgende voorwaarden gelijktijdig is voldaan:

         Openingstijden: van 1 juli tot en met 31 augustus van 11 tot 18 uur;

         Er moeten redders aanwezig zijn;

         De groene vlag moet uithangen;

         De waterkwaliteit goed is bevonden door de Vlaamse Milieumaatschappij;

         Enkel in de zwemzone.

Kajaks, bootjes, surfplanken, enz. zijn niet toegelaten.

Enkel leden van de concessiehouders aan de natuursportzone mogen onder toezicht het water betreden onder voorwaarden zoals bepaald met de concessieverlener.

 

Artikel 7: Afval.

Afval mag enkel worden achtergelaten in de daartoe voorziene vuilbakken.

Er mag geen afval aangevoerd worden van buiten het terrein.

 

Artikel 8: Veiligheid.

Kinderen onder de 12 jaar mogen niet zonder volwassen toezicht het gebied betreden.

 

De toegang tot het gebied is verboden voor dronken personen.

 

Personen aangetast door of verdacht van besmettelijke ziekten worden niet in de zwemzone toegelaten.

 

Gevaarlijke of hinderlijke voorwerpen en /of stoffen binnenbrengen is verboden.

Eender welke vorm van storend gedrag voor medebezoekers is verboden.

 

Het Agentschap voor Natuur en Bos noch het gemeentebestuur zijn verantwoordelijk voor eender welke schade of ongeval voortspruitend uit het gebruik van recreatiegebied De Plas.

 

Artikel 9: Overtredingen:

Overtredingen en inbreuken zullen door politie, toezichthouders of opsporingsambtenaren vastgesteld worden en door politiestraffen, administratieve of bestuurlijke maatregelen bestraft worden.

 

Artikel 10: Bekendmaking

De infoborden met het geldende politiereglement en het zoneringsplan worden geplaatst ter kennisgeving aan de bezoekers langs:

1.Hoofdingang recreatiegebied De Plas, Binnenvaartstraat.

2.Draaipoortje ter hoogte ingang Hoevestraatje.

3.Zijpoort Steenhovenstraat.

 

Het politiereglement wordt op de website van de gemeente Houthalen-Helchteren en het Agentschap voor Natuur en Bos gepubliceerd.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 dec 2019

Openbare zitting

Vragen door de raadsleden.

 

Besluit:

Er zijn geen vragen.

 

 

Publicatiedatum: 24/01/2020